Onze maatschappij en democratie staan onder hoogspanning. Verontrustende conflicten tussen internationale coalities, landen en bevolkingsgroepen. Verontwaardiging over grensoverschrijdend gedrag, de toeslagenaffaire, gaswinning in Groningen, ongelijke kansen, het coronatoegangsbewijs. En verbijstering over bestuurders en regeringsleiders die hun eigen gewin vooropstellen, macht misbruiken en in een ivoren toren leven. Het vertrouwen in de internationale top, overheid, onafhankelijke pers en zelfs de rechtstaat staat dan ook nationaal en internationaal onder druk.
Door de toenemende digitalisering leven we daarnaast steeds meer in een verbubbelde samenleving. Burgers organiseren hun eigen verbanden en zoeken naar nieuwe manieren om hun gelijk te halen. Ze krijgen informatie voorgeschoteld op basis van algoritmen en leven in toenemende mate in een eigen wereld met alleen gelijkgestemden. Om over de beperkingen in persvrijheid in een aantal landen nog maar te zwijgen. Kritische geluiden van anderen worden vaak weggezet als nepnieuws. Tegenstellingen, wederzijds wantrouwen en onbegrip worden hierdoor vergroot, en oplossingen voor complexe (inter)nationale en maatschappelijke vraagstukken lijken verder weg dan ooit.
Hart voor de samenleving
Hoe valt het tij te keren en vinden we als samenleving weer een gezond evenwicht tussen individuele vrijheid en collectief belang? Hoe kunnen bestuurders de kloof verkleinen met burgers, werknemers, patiënten of consumenten? Welke vrijheden en verantwoordelijkheden laten we aan burgers over? En waar is (bij)sturing nodig om kwetsbaren te beschermen en hun positie duurzaam te versterken? Kortom: hoe kunnen we besturen met hart voor onze samenleving en medemens? Deze vraag staat centraal in het onderwijs en onderzoek van het VU-profielthema Governance for Society.
De ambitie: een samenleving waarin iedereen meetelt, meedoet, gelijke kansen heeft en zich gehoord en vertegenwoordigd voelt. Waar we het zoet en zuur eerlijk verdelen, economisch én maatschappelijk. Waar (semi)overheden en organisaties zich inleven in en veerkrachtig inspelen op wat er in onze hyperdiverse samenleving leeft. En daarbij voorkomen dat het recht van de sterkste of mondigste domineert.
Een inclusieve, eerlijke en veilige samenleving
Zo bestuderen VU-wetenschappers en VU-studenten bijvoorbeeld hoe de overheid het dalende vertrouwen kan herstellen met een verantwoord belasting- en toeslagenbeleid. Hoe bedrijven een succesvolle shift maken van winstgericht naar maatschappelijk bewust ondernemen, waarbij wél oog is voor mens, milieu en maatschappij. En hoe de zorg ook voor de meest kwetsbaren toegankelijk wordt en hoe de betrokken zorgorganisaties beter onderling kunnen samenwerken.
Of hoe bestuurders lokaal en (inter)nationaal gehoor kunnen geven aan tegengeluid zodat iedere stem even zwaar telt en niemand buitengesloten wordt. Hoe politie en justitie ervoor zorgen dat mensen die met hen in aanraking komen, de juiste hulp en zorg krijgen. Hoe beleidmakers migratie anders kunnen benaderen waardoor ze de kansen die migratie biedt beter benutten voor de samenleving. En hoe bestuurders en volksvertegenwoordigers politieke corruptie, schending van mensenrechten en sociale ongelijkheid kunnen bestrijden.
Samen blijven werken aan een betere wereld
Want juist onze hyperdiverse samenleving met al haar rijkdom aan perspectieven, opvattingen en discussies maakt onze maatschappij uiteindelijk sterk en veerkrachtig. Het zorgt ervoor dat we blijven bouwen aan onze democratie. Want democratie is niet alleen een individueel recht, maar vraagt ook om wendbaarheid en reflectie van ons allemaal. Alléén zo kunnen we maatschappelijke uitdagingen beter begrijpen en met elkaar oplossingen vinden. Zo staan we samen sterk voor een betere wereld.