Gezonde mensen lopen, reiken en maken voortdurend moeiteloos oogbewegingen. Dit bewegingsgedrag is zeer geavanceerd, ondanks de beperkingen van onze zintuiglijke en motorische systemen. Bovendien houden we de manier waarop we bewegen in stand ondanks de vele veranderingen in de fysieke eigenschappen van ons lichaam. Om te begrijpen hoe we dat doen, gaan we in op vragen als: Hoe leren we lopen? Hoe combineren we informatie van onze zintuigen om onze bewegingen te controleren? Hoe kiezen we uit de overvloedige mogelijkheden waarheen we willen bewegen en hoe we die beweging maken?
Wij bestuderen deze vragen met behulp van verschillende neurowetenschappelijke benaderingen. Op het niveau van de informatieverwerking onderzoeken we welke informatie wordt gebruikt om de doelen van een beweging te bereiken. Wat zijn de beperkende factoren in de informatieverwerking? Een andere benadering is te begrijpen hoe deze informatieverwerking verloopt: hoe wordt de informatie uitgewisseld tussen spieren en hersenen en tussen verschillende delen van de hersenen.
Om onze onderzoeksvragen te beantwoorden maken wij gebruik van experimenten met gezonde individuen en patiëntgroepen, wiskundige modellen en computersimulaties. Voor onze experimenten maken wij in het lab vaak gebruik van zeer nauwkeurige apparatuur, zoals gespecialiseerde loopbanden, motion capture systemen, elektromyografie, elektro-encefalografie, TMS en eye trackers. Om praktische toepassingen te vergemakkelijken en speciale populaties te bestuderen, ontwikkelen we onderzoekstechnieken die we buiten het laboratorium kunnen gebruiken.