Het studieprogramma bestaat uit drie leerlijnen: Onderwijspraktijk (72 EC, o.a. stage), Profilering (24 EC) en Onderwijsonderzoek (24 EC). De drie leerlijnen zijn onderling met elkaar verbonden.
Onderwijspraktijk
In deze leerlijn staat onderbouwd handelen in de klas centraal: weten wat je doet, waarom je het doet en wanneer je je handelen moet bijstellen. De praktijklijn bestaat uit theoretische vakken, intervisie en masterclasses en stages in de onderwijspraktijk. Je leert lesgeven op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten onder begeleiding van experts op het gebied van vakdidactiek, vakinhoud en pedagogiek. Daarnaast leer je je lesgeven te analyseren en steeds te verbeteren.
Profilering
In deze leerlijn kies je een inhoudelijk profiel, een specialisatie. Je kunt kiezen uit de volgende drie profielen:
1. Leerproblemen
Je leert om probleemgedrag en leerproblemen te signaleren, te analyseren en te verklaren. Je bestudeert interacties tussen leerkracht, leerlingen en ouders.
2. Leerprocessen en leeromgevingen
Je bestudeert didactische en pedagogische innovaties in de onderwijspraktijk. Je verdiept je in empirische kennis over leerprocessen en inrichting van leeromgevingen. Je ontwerpt en ontwikkelt een educatieve toepassing.
3. Onderwijskundig leiderschap en onderwijsinnovatie
Je leert kritisch te reflecteren op de effecten van beleidskeuzes in onderwijsbeleid en op complexe onderwijsvraagstukken zoals (super)diversiteit en kansenongelijkheid. Wat betekenen die voor jouw handelen als onderwijskundig leider?
Onderwijsonderzoek
In deze leerlijn leer je zo effectief mogelijk gebruik te maken van bestaand onderzoek en zelf onderzoek te doen in de onderwijspraktijk. Je werkt toe naar een Masteronderzoek (these) dat relevant is voor je stageschool en dat aansluit op het profiel dat je hebt gekozen.