Onderwijs Onderzoek Actueel Organisatie en samenwerking EN
Login als
Studiekiezer Student Medewerker
Bachelor Master VU voor Professionals
Studentenbalie HOVO Amsterdam VU-NT2 VU Graduate Winter School Honoursprogramma Universitaire lerarenopleiding
Promoveren aan de VU Uitgelicht onderzoek Prijzen en onderscheidingen
Onderzoeksinstituten Onze wetenschappers Research Impact Support Portal Impact maken
Nieuws Agenda Energie in transitie
Israël en Palestijnse gebieden Vrouwen aan de top Cultuur op de campus
Praktische informatie VU en innovatiedistrict Zuidas Missie en Kernwaarden
Organisatie Samenwerking Alumni Universiteitsbibliotheek Werken bij de VU
Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden: alle bronnen en doelen

Direct regelen
Laatst gewijzigd op 6 november 2024
Met het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden kun je als VU-medewerker arbeidsvoorwaardenpakket binnen zekere grenzen naar keuze samenstellen. Denk bijvoorbeeld aan een fietsvergoeding, vergoeding voor studiekosten of de aankoop van extra vakantie-uren.

Per kalenderjaar heb je de beschikking over verschillende bronnen en doelen. In januari is het echter alleen mogelijk om vakantie-uren te verkopen. De rest van het jaar kun je elke maand van het kalenderjaar (doorlopende) keuzes maken. Maar ze gelden altijd tot 1 januari van het volgende kalenderjaar. 

Om de gemaakte keuzes te kunnen verwerken in het salarissysteem, kent het keuzemodel een maandelijkse sluitingsdatum voor het indienen van je keuze. Dit wordt in de module aangegeven. Na de sluiting wordt het keuzemodel vervolgens rond de 24e weer opengesteld voor de volgende kalendermaand. 

Bij het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden wordt de ene arbeidsvoorwaarde voor de andere ingeruild. Het uitgangspunt is dat de oorspronkelijke waarde van het standaard arbeidsvoorwaardenpakket niet verandert. Binnen dat arbeidsvoorwaardenpakket kunnen dus per medewerker verschuivingen optreden, maar de totale waarde blijft per medewerker gelijk. De een wil iets minder vakantie-uren en gebruikt deze bron voor de bekostiging van een fiets. De ander wil juist extra vakantie-uren en krijgt daardoor minder salaris. In geld uitgedrukt houdt iedereen altijd dezelfde totale waarde.

Het reglement Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden (pdf) vormt de basis van deze regeling. Op deze webpagina vind je de praktische informatie met een verwijzing naar de betreffende artikelen uit het reglement. 

Bronnen

  • Tijd (artikel 2.1)

    Onder de bron tijd wordt verstaan de reguliere vakantie-uren zoals bedoeld in cao-artikel 4.7 en de compensatie-uren in het geval de medewerker wekelijks 2 uur langer werkt op basis van de zogeheten plusvariant van de flexibele werkduur. De inzet is gemaximeerd tot 76 uren. Ook deeltijders kunnen maximaal 76 uren op voltijdse basis inzetten. De waarde van de uren wordt berekend op basis van salaris van januari van het betreffende kalenderjaar, inclusief de in januari eventuele geldige vaste toelagen. 

    Er kunnen zich situaties voordoen waarin lopende het kalenderjaar blijkt dat er teveel vakantie-uren zijn ingezet. In het bijzonder geldt dit bij student-assistenten die in de regel een kortdurende arbeidsovereenkomst en/of een lage werktijdsfactor hebben en daardoor over beduidend minder tijd als bron beschikken. Het gevolg hiervan is dat er verrekening moet plaatsvinden. Immers, als medewerkers vakantie-uren inzetten die zij niet opbouwen, dan genieten zij arbeidsvoorwaarden waar ze geen recht op hebben. Er moet dan verrekening plaatsvinden bij het einde van het student-assistentschap.

    Hetzelfde is bijvoorbeeld het geval als de opbouw van vakantie-uren wordt verminderd door ouderschapsverlof of (gedeeltelijk) onbetaald verlof. Volgens artikel 6.2 van het reglement moet deze verrekening geschieden binnen een jaar na afloop van het verlof. 

    Het kan ook zijn dat een medewerker de extra vrije uren die hij door deelname aan het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden heeft verkregen wegens verlof niet kan opnemen. De regeling voorziet voor die gevallen in de mogelijkheid van het in geld omzetten van deze uren.

    Het is mogelijk de inzet van tijd als omschreven in dit artikel te combineren met de inzet van de bron geld als omschreven in artikel 2.2.

  • Geld (artikel 2.2)

    De in te zetten bronnen in geld zijn:

    • salaris (inclusief eventuele geldige vaste toelagen) 
    • vakantie-uitkering 
    • eindejaarsuitkering 

    met de beperking dat minimaal de in de Wet minimumloon genoemde minimumbedragen resteren.

    Gevolgen van de inzet van bronnen (artikel 5.2)

    De inzet van salaris als bron in het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden kan leiden tot een arbeidsrechtelijke verlaging van het bruto (maand)salaris en deze verlaging kan doorwerken in de salarisafhankelijke toelagen, sociale zekerheid en pensioen. 

    De inzet van de bron vakantie- of eindejaarsuitkering kan doorwerken in de sociale zekerheid en pensioen. 

    Genoemde gevolgen zijn voor rekening van de medewerker en worden niet gecompenseerd. De verschillende gevolgen per bron/doelcombinatie zijn opgenomen in een overzichtsmatrix.

Doelen

  • Extra inkomen (artikel 2.3 lid a)

    Voor het doel extra inkomen kunnen maximaal 38 vakantie-uren worden ingezet. Ook deeltijders kunnen maximaal 38 uur inzetten. 

    De keuze om maximaal 38 uren om te zetten in extra inkomen leidt tot een verhoging van het salaris. Deze keuze biedt geen fiscaal voordeel. Het betreft ook een eenmalige keuze; de ingezette bron wordt in een keer fiscaal aan de medewerker uitgeruild.

    Verkochte uren worden afgeschreven van de tijdrekening Vakantie bovenwettelijk van het kalenderjaar waarin de uren zijn verkocht.

    Dit doel regel je via de self service Keuzemodel.

  • Fiets voor woon-werkverkeer (artikel 2.3 lid b)

    De VU biedt de medewerker een eenmalige fiscale uitruil van de aanschafkosten van een (elektrische) fiets.

    Er geldt een maximum van 2.000 euro (inclusief BTW). De datum op het aankoopbewijs is bepalend voor het maximum bedrag dat fiscaal uitgeruild kan worden. De keuze voor de fiets kan maximaal eenmaal per 3 jaar worden gemaakt.

    Meer informatie is te vinden op Fietsregeling voor medewerkers.

    Dit doel regel je via de self service Keuzemodel.

  • Fietsverzekering voor woon-werkverkeer (artikel 2.3 lid c)

    De VU biedt de medewerker een eenmalige fiscale uitruil per kalenderjaar aan voor de premiekosten van een (elektrische) fietsverzekering. Deze fietsverzekering dient betrekking te hebben op een fiets die de medewerker via de self service Keuzemodel heeft uitgeruild. Ook moet de gehele verzekeringsperiode op de polis of nota betrekking hebben op het jaar waarin de fiscale uitruil plaatsvindt. Indien de verzekeringsperiode betrekking heeft op meerdere kalenderjaren, dan dient de betaling te hebben plaatsgevonden in het jaar waarin de fiscale uitruil plaatsvindt.

    Dit doel regel je via de self service Keuzemodel.

  • Fietsaccessoires voor woon-werkverkeer (artikel 2.3 lid d)

    De VU biedt de medewerker een eenmalige fiscale uitruil per kalenderjaar aan van maximum 82 euro voor de aanschafkosten van (elektrische) fietsaccessoires. Onder fietsaccessoires vallen in ieder geval alle extra’s die op of aan de fiets worden gemonteerd, maar ook fietskleding en beschermingsmiddelen voor de medewerker. Deze fietsaccessoires dienen betrekking te hebben op een fiets die de medewerker via het keuzemodel heeft uitgeruild.

    Dit doel regel je via de self service Keuzemodel.

  • Vakbondscontributie (artikel 2.3 lid e)

    De medewerker die lid is van een vakbond kan de kosten van de contributie fiscaal uitruilen. Het betreft een eenmalige fiscale uitruil per kalenderjaar.

    De medewerker maakt via de self service Keuzemodel zijn keuze voor vakbondscontributie en kiest daarbij de gewenste bron. Vervolgens ontvangt de medewerker het uitgeruilde fiscale bedrag ineens en handelt de betaling van de contributie met de vakbond zelf af.

    Als verplichte bijlage geldt de factuur of de brief van de vakbond. Deze moet op de naam van de medewerker staan, waarop verder de jaarcontributie van het betreffende kalenderjaar vermeld staat.

  • Studiekosten (artikel 2.3 lid f)

    De medewerker kan conform artikel 5.1 lid a van de regeling Opleidingsfaciliteiten in aanmerking komen voor de vergoeding van 50% van de kosten van een opleiding die naar het oordeel van de werkgever bijdraagt tot zijn loopbaanontwikkeling. De resterende 50% van deze opleidingskosten kunnen fiscaal worden uitgeruild via het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden. Als bijlage bij deze aanvraag is de opleidingsovereenkomst en een overzicht van de begroting verplicht.

    Dit doel regel je via de self service Keuzemodel.

  • Schoolgelden buitenlandse medewerkers (artikel 2.3 lid g)

    De buitenlandse medewerker aan wie de Belastingdienst een beschikking tot toepassing van de zogeheten 30%-regeling heeft afgegeven, komt in aanmerking voor een vergoeding van schoolgelden van internationale scholen. 

    De regeling maakt onderdeel uit van het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden, maar kan niet via de self service Keuzemodel worden aangevraagd. Gebruik hiervoor het speciale aanvraagformulier.

    Gezien de complexiteit van de verwerking wordt de aanvraag handmatig door de HRM Servicedesk afgehandeld. Alleen de bron salaris staat open voor dit doel. 

    Welke schoolgelden worden bedoeld?
    De daadwerkelijk gemaakte kosten van basisonderwijs of voortgezet onderwijs aan een internationale school of een internationale afdeling van een niet-internationale school. De opleiding dient te zijn gebaseerd op een buitenlands stelsel en de school of afdeling dient uitsluitend toegankelijk te zijn voor kinderen van buiten het land van herkomst tewerkgestelde medewerkers. De kosten van kinderopvang en buiten- of naschoolse opvang zijn geen schoolgelden in de zin van deze regeling.

  • Donatie aan goede doel UAF (artikel 2.3 lid h)

    De Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF (University Assistance Fund) begeleidt vluchtelingen bij hun studie en het vinden van een baan.

    De medewerker mag per kalenderjaar maximaal 16 vakantie-uren uitruilen ten behoeve van een donatie aan dit goede doel. De VU draagt zorg voor afdracht aan het UAF. Voor dit doel mogen er geen andere bronnen worden ingezet dan vakantie-uren. Het betreft een eenmalige keuze per kalenderjaar. Dat betekent dat de medewerker bijvoorbeeld niet 8 vakantie-uren aan het begin van het kalenderjaar en 8 vakantie-uren aan het eind van hetzelfde kalenderjaar kan uitruilen voor dit doel.  

    In de self service Keuzemodel wordt gevraagd of de VU bij de afdracht van de donatie ook contactgegevens van de medewerker mag doorgeven aan de stichting, zodat het UAF de donateurs rechtstreeks op de hoogte kan houden van haar activiteiten. Als daarmee wordt ingestemd kan dat apart worden aangegeven in de self service Keuzemodel. Standaard worden de contactgegevens niet doorgegeven aan het UAF. 

  • ABP ExtraPensioen (artikel 2.3 lid i)

    Met ABP ExtraPensioen kan er gespaard worden voor extra pensioen. Dat kan zolang de medewerker werkt en via de werkgever pensioen opbouwt bij het ABP. De mogelijkheid om het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden fiscaal in te zetten ten behoeve van extra opbouw van pensioen hangt samen met de fiscale ruimte. De medewerker vindt de hoogte van diens fiscale ruimte terug in MijnABP. Wordt hier geen bedrag getoond, dan kan er contact opgenomen worden met de klantenservice van het ABP. Het ABP berekent de fiscale ruimte dan handmatig. Bij de aanvraag is dit overzicht van de fiscale ruimte een verplichte bijlage. Financiering vanuit het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden vindt jaarlijks plaats. Als gevolg daarvan dient de keuze ieder kalenderjaar opnieuw te worden gemaakt. De keuze wordt maandelijks verwerkt, gerekend vanaf de gekozen maand van ingang over de resterende maanden van het kalenderjaar.

  • Extra vakantie-uren (artikel 2.3 lid j)

    Het is mogelijk extra vakantie-uren te kopen door de inzet van salaris, vakantie-uitkering of eindejaarsuitkering. De salarisverlaging die hiervan het gevolg is kan doorwerken in sociale zekerheid en pensioen. Er is geen maximum gesteld; zolang de bronnen het toelaten is het kopen van extra vakantie-uren niet beperkt.

    Aangekochte uren worden toegevoegd aan de tijdrekening Vakantie bovenwettelijk van het kalenderjaar waarin de uren zijn aangekocht.

    Dit doel regel je via de self service Keuzemodel.

  • Extra vakantie-uren voor meerjarensparen (artikel 2.3 lid k)

    Het is mogelijk extra vakantie-uren toe te voegen ten behoeve van meerjarensparen als bedoeld in cao-artikel 5.5, waarin gedurende minimaal 3 en maximaal 5 jaar gespaard kan worden voor een sabbatical leave. Voorwaarde is dat de medewerker al gebruik maakt van meerjarensparen om dit doel te kunnen kiezen in het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden. In feite wordt de periode van sabbatical leave uitgebreid door inzet van geld en/of vakantie-uren, waardoor er meer vakantie-uren worden gekocht om de verlofperiode straks te verlengen. Aangekochte uren worden toegevoegd aan de tijdrekening Meerjarensparen van de lopende spaarperiode.

    Het wettelijk maximum voor langdurig verlof blijft echter 250 dagen bij volledig dienstverband. Sparen in tijd bij de werkgever kent vanaf een bepaald niveau namelijk fiscale gevolgen. Aanspraken op vakantie zijn vrijgesteld voor zover zij aan het eind van het kalenderjaar niet meer bedragen dan de arbeidsduur per week gerekend over een periode van 50 weken. Dat betekent bij een voltijds dienstverband maximaal 250 dagen verlof (5 dagen per week gedurende 50 weken).

    Dit doel regel je via de self service Keuzemodel.

  • Onbelaste vergoeding voor financiering van reiskosten (paragraaf 3)

    De medewerker kan via het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden kiezen voor een (aanvullende) onbelaste vergoeding voor financiering van reiskosten door uitruil van bruto salaris. De fiscale uitruil van bruto salaris is mogelijk tot maximaal 24 cent per kilometer (voor 2024 is 23 cent fiscaal vrijgesteld en komt 1 cent vanuit de vrije ruimte Werkkostenregeling VU). Voor de fiscale uitruil kan uitsluitend de bron salaris worden ingezet. Deze verlaging van het salaris werkt uitsluitend door in de berekeningsgrondslag voor de sociale verzekeringen en heeft geen gevolgen voor de salaris gerelateerde toelagen, vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering en pensioenopbouw.

    Aanvragen
    De aanvraag van de uitruil van reiskosten vindt plaats via de self service Reisverklaring woon-werkverkeer. Hoewel deze keuze dus onderdeel is van het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden, is de administratieve aanvraag geregeld in een andere self service. Gerekend vanaf het moment van de keuze kan de medewerker hierbij een ingangsdatum kiezen die maximaal 2 maanden terug of in de toekomst ligt. Daarbij geldt de beperking dat de gekozen ingangsdatum altijd in het huidige kalenderjaar moet liggen. Verder is deze keuze geldig voor onbepaalde tijd totdat de medewerker via de self service Reisverklaring woon-werkverkeer de fiscale uitruil weer uitzet.

  • 30%-regeling (paragraaf 4)

    Met de 30%-regeling kan de medewerker die aan de eisen voldoet een fiscale uitruil doen. De medewerker verlaagt daarmee diens salaris en andere bruto emolumenten en ontvangt hiervoor in de plaats een vaste netto onkostenvergoeding. Deze vaste onkostenvergoeding zijn ter afdekking van de zogenoemde extraterritoriale kosten. Hoewel onderdeel van het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden wordt - vanwege de complexiteit - de verwerking van de 30%-regeling handmatig door de HRM Servicedesk afgehandeld. De aanvraag verloopt om die reden via een ander proces. Meer informatie is te vinden op de pagina Dertigprocentregeling. Daar is ook de link te vinden naar de self service.

  • De Flexibele werkduur

    De cao noemt ook de Flexibele werkduur als doel van het Keuzemodel Arbeidsvoorwaarden. Bij de VU is de Flexibele werkduur uitgewerkt in de afzonderlijke regeling: ‘Nadere regels Flexibele werkduur’ en wordt de keuze (tijd voor tijd) administratief technisch niet via de self service Keuzemodel geregeld, maar via een roosterwijziging. Medewerker en leidinggevende spreken samen een maandrooster af. Het uitgangspunt is de basisvariant van 38 uur per week (bij voltijds dienstverband). Via de Flexibele werkduur kan de medewerker 2 uur per week meer (de plusvariant) of minder werken dan 38 uur (de minvariant). Het salaris blijft altijd gebaseerd op 38 uur en de ‘teveel’ of ‘te weinig’ gewerkte uren worden gecompenseerd met vakantie-uren. De uren die bij de plusvariant worden gegenereerd maken onderdeel uit van de bron zoals bepaald in artikel 2.1. Mogelijke uitwerking van de Flexibele werkduur voor deeltijders is beschreven in bijlage G van de cao.

Contact VU - HRM Servicedesk

servicedesk.hrm@vu.nl
Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30-17.00 uur.

020 59 82882
Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00 - 12.00 en van 13.00 - 16.00 uur.

Direct naar

Homepage Cultuur op de campus Sportcentrum VU Dashboard

Studie

Academische jaarkalender Studiegids Rooster Canvas

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas

Over de VU

Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2024 - Vrije Universiteit Amsterdam