Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

VU-onderzoeker toont betrokkenheid slavernij voorlopers ABN AMRO

13 april 2022
Woensdag verschijnt het onderzoeksrapport ‘Het slavernijverleden van historische voorlopers van ABN AMRO. Een onderzoek naar Hope & Co en R. Mees & Zoonen’.

Het rapport is geschreven door toekomstig VU-hoogleraar Pepijn Brandon (Global Economic and Social History) en onderzoeker Gerhard de Kok. Het is het resultaat van wetenschappelijk onderzoek dat in opdracht van ABN AMRO werd uitgevoerd aan het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG).

Het onderzoek nam een jaar in beslag. Een team van in totaal zeven onderzoekers werkte in wisselende samenstelling aan het project. Het onderzoek richtte zich op betrokkenheid van voorgangers van de bank bij slavernij in de 18e en 19e eeuw, in het Atlantisch gebied en Azië. Uit dit onderzoek blijkt onder meer dat ABN AMRO voorganger Hope & Co. een spilfunctie vervulde in de 18e eeuwse internationale slavernij-economie. Zo behaalde Hope & Co. niet alleen een groot deel van haar winst uit slavernij gerelateerde activiteiten, maar bemoeide zich ook actief met het reilen en zeilen op de plantages. Mees & Zoonen was betrokken als makelaar in verzekeringen van slavenschepen en transport van door slaafgemaakten geoogste producten. 

Brandon, hoofd van het onderzoeksteam: “Het onderzoek levert nieuwe kennis op over de slavernijbetrokkenheid van historische voorlopers van ABN AMRO, en over de financiële sector waar zij deel van uitmaakten. Hope & Co. was de grootste financiële en handelsonderneming van Nederland aan het eind van de achttiende eeuw. Slavernij-gerelateerde activiteiten waren een kernactiviteit van dit bedrijf. Mees & Zoonen was een kleinere speler, maar ook haar activiteiten waren diep verweven met slavernij. Financiële beslissingen genomen in kantoren in Amsterdam en Rotterdam hadden directe invloed op de levens van duizenden slaafgemaakten.”

De Kok, voor het onderzoek als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan het IISG: “Op basis van grootschalige reconstructie van de boekhouding van Hope & Co concluderen wij dat tussen een kwart en een derde van alle opbrengsten van het bedrijf in de steekjaren 1770 en 1790 voortkwamen uit slavernij. Het rapport belicht ook de ervaringen van slaafgemaakten, inclusief momenten van verzet.”

Het rapport is vanaf vandaag elektronisch beschikbaar, en is hier te downloaden. De directie van ABN AMRO kreeg eerder inzage in de bevindingen, en biedt op basis daarvan vandaag excuses aan voor de historische betrokkenheid bij de slavernij. CEO Robert Swaak: “In de meer dan 300 jaar geschiedenis van ABN AMRO heeft de bank veel om trots op te zijn. We moeten nu erkennen dat dit roemruchte verleden ook zijn schaduwkanten heeft. Het huidige ABN AMRO kan deze periode uit haar geschiedenis niet ongedaan maken. En we beseffen dat dit onrecht uit het verleden ook na de officiële afschaffing van de slavernij heeft voortgeduurd. De effecten daarvan zien we nog steeds terug in onze samenleving in de vorm van discriminatie en structurele ongelijkheid. ABN AMRO biedt haar excuses aan voor het handelen en de pijn die in het verleden zijn veroorzaakt.”

De bank belooft om de nieuwe kennis over de schaduwzijden van haar geschiedenis, opgedaan dankzij het IISG-onderzoek, een vaste plek te geven in de openbare geschiedenis van de bank. De afgelopen periode heeft de bank ook overleg gevoerd met diverse vertegenwoordigers uit de gemeenschappen van nazaten over de onderzoeksresultaten.

Tien belangrijke conclusies op een rijtje:

  • Hope & Co vervulde een spilfunctie in de internationale slavernijeconomie
  • Ongeveer een kwart tot een derde deel van de totale opbrengsten van Hope & Co kwam eind achttiende eeuw voort uit slavernij
  • Hope & Co was financieel betrokken bij ten minste 73 Caribische plantages in Nederlandse, Britse en Deense koloniën
  • Rond de 4.500 slaafgemaakten fungeerden in de periode 1770-1780 gelijktijdig als onderpand voor een Hope & Co lening
  • Hope & Co bemoeide zich actief met de bedrijfsvoering op plantages waarbij zij financieel betrokken was
  • Hope & Co was na 1830 ook betrokken bij slavernij in het Zuiden van de Verenigde Staten
  • Op plantages waarbij Hope & Co betrokken was, was sprake van verzet door de slaafgemaakten
  • Hope & Co-firmanten lieten zich negatief uit over het streven naar afschaffing van de slavernij
  • R. Mees & Zoonen was als verzekeringsmakelaar actief in het verzekeren van slavenhandel en de handel in door slaafgemaakten geproduceerde goederen
  • Firmanten van R. Mees & Zoonen belegden in plantages

De volledige lijst met conclusies en een korte samenvatting van het rapport is hier te downloaden. 

Afbeelding: Gezicht op de slavenvertrekken van een Surinaamse plantage, midden negentiende eeuw. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.