Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Drukwerk in Oorlogstijd

1 mei 2022
Ter gelegenheid van 4 en 5 mei opent de Universiteitsbibliotheek VU in samenwerking met de Faculteit der Geesteswetenschappen een tentoonstelling over illegaal en clandestien drukwerk uit de Tweede Wereldoorlog.

Oorlogen zijn tijden van buitensporig geweld, repressie en censuur. Oorlog betekent meestal het einde van de vrijheid van drukpers. Dat gold ook voor de Tweede Wereldoorlog. Er werd door de Duitse bezetter een strenge censuur ingesteld. Het schrijven en publiceren werd aan banden gelegd. Veel drukwerk werd verboden. Schrijven en drukken kon in die tijd ook levensgevaarlijk zijn. Op anti-Duitse publicaties stond namelijk de doodstraf. Toch weerhield dat veel verzetsmensen niet te schrijven en te publiceren. Er werden nieuwe anti-Duitse kranten opgericht zoals Vrij Nederland, Trouw en het Parool, die in de illegaliteit circuleerden.

Ook schrijvers werd het leven moeilijk gemaakt. Wilden zij iets publiceren, dan moesten zij vanaf 1942 lid zijn van de zogenoemde Kultuurkamer, een organisatie waar Joodse auteurs geen lid van konden worden. Onder schrijvers werd het daarom vaak als een daad van collaboratie gezien om lid te worden van deze Kultuurkamer. De meeste schrijvers besloten dan ook geen lid te worden, al kon niet iedereen het vermijden. Toch probeerden veel auteurs hun werk te publiceren: anoniem, onder een schuilnaam, of door hun werk te antedateren. Een boek dat in 1944 uitkwam had dan bijvoorbeeld als publicatiedatum 1939.

Sommige literatuur was duidelijk anti-Duits. Dat gold voor het bekende gedicht ‘De achttien dooden’ van Jan Campert dat de executie beschrijft van enkele Februaristakers en een aantal leden van de verzetsgroep de Geuzen. Een indringend gedicht dat door de ik-vorm de indruk wekte vanuit het perspectief van een van de ter dood veroordeelden geschreven te zijn, aan de vooravond van de executie. Het gedicht werd als rijmprent uitgebracht door de in oorlogstijd opgerichte illegale uitgeverij De Bezige Bij, die ook onder de naam De Doezende Dar en de Weduwe de Bye opereerde. Dit soort rijmprenten werden in oorlogstijd vaker gedrukt: gedichten, vaak geïllustreerd, op een enkele bladzijde afgedrukt. Veel poëzie zoals die uit het Vrij Nederlandsch Liedboek en het Geuzenliedboek 1940-1945 was Oranjegezind en sterk vaderlandslievend. Via geuzenretoriek grepen dichters terug op het verzet van de Hollanders tegen de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog: de geuzen werden gezien als de eerste Nederlandse verzetsgroep. Het Geuzenliedboek bevat gedichten over het Oranjehuis, terdoodveroordeelden, de Jodenvervolging en concentratiekampen. Een hevig verlangen naar vrijheid werd ook vaak gethematiseerd. 

Niet alle literatuur die in de jaren 40-45 verscheen was overigens anti-Duits, ook al publiceerden veel auteurs zonder toestemming van de bezetter. Men spreekt in die gevallen van clandestiene drukken, die ook in de verborgenheid circuleerden. Sommige uitgevers gaven clandestiene reeksen uit zoals de Schildpadreeks, de Mansardepers, de Blauwe Schuit of de Vijf Ponden Pers. Jaap Romijn gaf in 1942 als eerste De Schildpadreeks uit. Tekenaar Cees Bantzinger, uitgever Bert Bakker en Fokko Tamminga, drukker van onder meer de illegale kranten Het Parool en Vrij Nederland, startten in 1943 de Mansardepers. Deze edities waren vaak kostbaar, gedrukt op bijzonder papier en in verschillende kleuren inkt, soms voorzien van illustraties. Deze luxe edities – verwonderlijk dat die in oorlogstijd verschenen - werden vaak voor zeer veel geld verkocht. Opbrengsten werden in veel gevallen, maar niet altijd, gebruikt voor illegale activiteiten en steun aan onderduikers.

Uitgever A.A.M. Stols, die al voor de Tweede Wereldoorlog bekend stond vanwege zijn mooi verzorgde edities bleef tijdens de bezetting bijzonder drukwerk publiceren. Hij gaf 64 clandestiene edities uit.

Samenstelling tentoonstelling: Jacqueline Bel, hoogleraar Moderne Nederlandse Letterkunde en Willemien van Dijk, conservator UBVU