Tijdens het jaargesprek bespreek je met de medewerker functioneren en prestaties, en kijken jullie vooruit. Het is een belangrijk moment om onderwerpen die van invloed zijn op het werk en de ontwikkeling van de medewerker te bespreken en tot afspraken te komen.
Leid en geef ruimte
- Wees je bewust van de hiërarchische relatie die er tussen jullie is. Een medewerker spreekt zich niet zomaar uit, ook al gaan jullie constructief met elkaar om. Nodig daarom expliciet uit om de eigen zienswijze in te brengen in het gesprek. Vraag ook feedback: wat in jouw gedrag beïnvloedt het werken positief of wellicht negatief? Reageer constructief, ook als je het onverhoopt ergens niet mee eens bent.
- Stel bij de start (nogmaals) vast welke onderwerpen jullie bespreken en hoe je de tijd hierover verdeelt. Zo voorkom je tijdgebrek voor iets belangrijks of dat verwachtingen uiteenlopen.
- Sta open voor ideeën en behoeften van de medewerker en vraag hier expliciet naar. Dit is iets anders dan op alles ‘ja’ zeggen. Vraag door, bijvoorbeeld naar welke concrete oplossing de medewerker zelf ziet. En als dit niet 1-op-1 mogelijk is, naar wat hierin voor de medewerker het belangrijkst is. Zo kunnen jullie bruikbare alternatieven vinden.
In gesprek over prestaties
Een zinvol gesprek over ontwikkeling en talent kunnen jullie alleen voeren als jullie hetzelfde beeld hebben over het huidige functioneren van de medewerker.
- Bespreek in welke mate jullie hetzelfde beeld hebben van het prestatieniveau o.a. naar aanleiding van het reflectieverslag. Als dit verschilt: hoe is dit ontstaan en hoe kunnen jullie dit bijsturen? Zijn verwachtingen helder? Krijgt en vraagt de medewerker bijvoorbeeld voldoende feedback?
- Bespreek de afspraken uit het vorige jaargesprek. Zijn de doelen behaald? Zo niet, wat is de oorzaak en wat betekent dat voor toekomstige afspraken?
Ontwikkeling en loopbaanwensen
Ook hier blikken jullie terug en vooruit. Welke ontwikkeling heeft de medewerker laten zien in het functioneren? Wat is er nodig om het werk goed uit te (blijven) voeren, eventueel een stap in de loopbaan te zetten en/of met plezier aan het werk te zijn? Wat jullie bespreken hangt uiteraard samen met de situatie.
- Ontwikkelen kan op allerlei manieren. Behalve trainingen kun je bijvoorbeeld denken aan een tijdelijk project, een meeloopstage, netwerken of het overdragen van kennis en ervaring.
- Kijk zeker ook naar talent en wat goed gaat. Vaker doen wat goed gaat leidt meestal tot betere prestaties dan sleutelen aan minder sterke kanten. Hoe kan de medewerker hierin verder groeien?
- En met welke hoofdtaken heeft de medewerker de meeste affiniteit? Als leidinggevende kun je bijvoorbeeld onderzoeken of een (tijdelijke) herverdeling van taken in je afdeling of team een manier is om talent beter te benutten.
Een loopbaanwens kan behalve uit doorgroeiambities ook bestaan uit een ander accent in het werk of aandachtsgebied, of uit juist voorlopig in de huidige functie blijven.
- Bespreek wat mogelijk is rondom de beoogde loopbaanstap, en in hoeverre de medewerker op koers zit. Spreek je ook uit als je denkt dat een volgende stap niet haalbaar is en het tijd wordt om verwachtingen bij te stellen. Soms is het dan goed loopbaanopties binnen of buiten de VU bespreekbaar te maken. Bespreek ook hoe je de medewerker daarin kunt ondersteunen.
- Maak bij een gesprek over loopbaan en ontwikkeling gebruik van criteria en kaders, zoals het UFO-profiel, facultaire meetlatten, het raamwerk Onderwijsprestaties, het raamwerk Leidinggeven of andere afspraken binnen jouw eenheid.
- Sommige functies of loopbaanstappen kennen een toetsmoment, bijvoorbeeld aan het eind van een tenure track of promotietraject. In het jaargesprek kun je bespreken of criteria helder zijn en of de medewerker op koers zit voor een succesvolle stap.
Afspraken maken
Rond bespreekpunten af met een concrete afspraak: over taken, resultaten, ontwikkeling en overige onderwerpen. Zet deze in het verslag.
- Kies hoe je de afspraak formuleert. SMART formuleren helpt o.a. als een specifiek resultaat een vereiste is. Soms is het effectiever een resultaat iets abstracter te formuleren, bijvoorbeeld als de omstandigheden snel veranderen of je de lat hoger legt voor een ambitieuze medewerker.
Bespreek steeds:
- Wat de gewenste uitkomst is, bijvoorbeeld een specifiek resultaat of waarneembaar gedrag;
- Welke ondersteuning beschikbaar is, bijvoorbeeld hulp van de leidinggevende of collega's;
- Hoe en hoe vaak je de voortgang met elkaar bewaakt.
Lastige boodschappen
Een goede voorbereiding voorkomt verrassingen, maar bepaalde boodschappen vinden we toch vervelend om te brengen. De medewerker heeft bijvoorbeeld iets beweerd of gevraagd waar je het niet mee eens bent. Of je krijgt een verzoek of voorstel dat je niet kunt inwilligen. Of je hebt een onwelkome opdracht te geven.
- Wees duidelijk, transparant en tegelijk empathisch. Wanneer je zo’n boodschap niet of omfloerst brengt, schaadt dat jullie werkrelatie.
- Vraag naar wat de medewerker nodig heeft om mee te kunnen gaan met het besluit. Wellicht kun je daarin iets bieden. Kijk zo naar wat er wel kan.
- Lukt het (nog) niet om in het gesprek tot concrete afspraken hierover te komen, spreek dan af hoe en wanneer jullie dit doen.