Het doel van de master Sociologie aan de VU is om je op te leiden tot een socioloog die de kennis en vaardigheden die je hebt opgedaan kan omzetten naar een concrete bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke problemen op het gebied van ongelijkheid. Ook leer je zelf onderzoek te doen naar ongelijkheid en leer je interventies te beoordelen en te ontwikkelen. Het mentoraat ondersteunt je, zodat je zoveel mogelijk uit jezelf kan halen tijdens (en na) de master.
De master start met Ongelijkheid in sociologisch perspectief. In deze cursus wordt een brede theoretische basis gelegd die gericht is op het thema sociale ongelijkheid: waar komt sociale ongelijkheid vandaan en wat zijn de gevolgen? Je leert hier met een sociologische blik kijken naar (macht)structuren en complexiteit van ongelijkheidheden in de samenleving en de hardnekkigheid daarvan. Parallel daaraan leert Kennis in context: actuele debatten over wetenschap en samenleving je deze kennis in perspectief te plaatsen door je na te laten denken over de vragen: wat is kennis eigenlijk en wat maakt een (goede) socioloog? In Veiligheid, criminaliteit en vertrouwen pas je theoretische kennis toe op het terrein van veiligheidsbeleid en politie. Omdat je dit interdisciplinaire vak volgt met studenten van Bestuurskunde wordt duidelijk wat jouw sociologische inbreng kan zijn en hoe die verschilt van een bestuurskundig perspectief. Het vak Onderzoek onder loep is bedoeld om je kritisch te kunnen laten kijken naar onderzoek dat in de wetenschap en ook daarbuiten over maatschappelijke vraagstukken wordt uitgevoerd. Dit is een nuttige competentie op de arbeidsmarkt wanneer je in een positie terecht komt, zoals beleidsmedewerker, waarin je onderzoek meeweegt in adviezen en beslissingen over beleid bijvoorbeeld.
In het tweede semester verdiep je je in specifieke domeinen waarin ongelijkheid voorkomt. Daarnaast verschuift de aandacht naar hoe je kennis kan omzetten in maatschappelijke impact, bijvoorbeeld door het beoordelen en ontwikkelen (co-creëren) van interventies. In het vak Interventies in zorg en welzijn doe je een kritische beleidsanalyse van beleid en in Gender en positionaliteit denk je na over je je eigen positionaliteit constructief inzet en hoe je comfortabel wordt met ongemak in de context van co-creatief onderzoek naar gender. Het doel is om vanuit jouw positie en ongemak via kritische analyse tot oplossingen te komen.
In Racisme en intersectionaliteit: een levensloopperspectief en Werk, waardering en ongelijkheid verdiep je je in hoe racisme ongelijkheid creëert en in stand houdt en denk je na over de betekenis van (betaald) werk en waarom voor sommige beroepen topsalarissen betaald worden en voor anderen minimumloon. Daarnaast versterk je in deze cursussen je onderzoeksvaardigheden. Je kan zelf kiezen of je je wilt verdiepen in kwalitatieve of kwantitatieve data-analyse. De master sluit af met het vak Masterproef: je ontwikkelt een product (zoals een beleidsadvies, een opiniestuk, een workshop) waarmee je laat zien dat je door toepassing van sociologische kennis en vaardigheden kan bijdragen aan de oplossing van een vraagstuk van een maatschappelijk partner.
