Onderwijs Onderzoek Actueel Organisatie en samenwerking EN
Login als
Studiekiezer Student Medewerker
Bachelor Master VU voor Professionals
Studentenbalie HOVO Amsterdam VU-NT2 VU Graduate Winter School Honoursprogramma Universitaire lerarenopleiding
Promoveren aan de VU Uitgelicht onderzoek Prijzen en onderscheidingen
Onderzoeksinstituten Onze wetenschappers Research Impact Support Portal Impact maken
Nieuws Agenda Energie in transitie
Israël en Palestijnse gebieden Vrouwen aan de top Cultuur op de campus
Praktische informatie VU en innovatiedistrict Zuidas Missie en Kernwaarden
Organisatie Samenwerking Alumni Universiteitsbibliotheek Werken bij de VU
Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Stimuleer de intrinsieke motivatie en autonomie van je studenten

Laatst gewijzigd op 12 augustus 2024
Intrinsieke motivatie leidt tot diepgaand leren, betere prestaties en meer leerplezier bij studenten, in tegenstelling tot extrinsieke motivatie waarbij studenten leren voor externe beloningen of om aan externe druk te voldoen.

Intrinsieke motivatie is afhankelijk van de vervulling van drie basispsychologische elementen: autonomie, competentie en verbondenheid. Vanuit de behoefte aan autonomie willen studenten graag voelen dat ze een taak uit eigen keuze en interesse uitvoeren. Rashmi Kusurkar (et al, 2011), hoogleraar aan het Amsterdam UMC, stelde hierover twaalf tips op voor docenten.  

Tip 1: onderzoek en koester de wensen van je studenten 
Waar hebben je studenten behoefte aan tijdens het onderwijs? Welke structuur hebben ze nodig en welke methodes vinden ze fijn? Dit zijn belangrijke vragen om erachter te komen wat de wensen van je studenten precies zijn, zodat je hen meer intrinsiek kan motiveren. Bijvoorbeeld: een docent leest in de cursusevaluatie dat de studenten liever over glucosemetabolisme leren via een casus, dan via de theorie. De docent kan er bijvoorbeeld voor kiezen om een onderwijsbijeenkomst te organiseren rond dit onderwerp, gebaseerd op een casus. Zo blijft het onderwijs constant, maar de manier van lesgeven sluit beter aan bij de behoeften van de studenten.  

Tip 2: zet studenten hun eigen gevoel in als motivatie 
‘Dit onderwerp is nou eenmaal belangrijk’ of ‘Hier wordt naar gevraagd bij het tentamen’- zijn voorbeelden van externe prikkels, bedoeld om studenten te motiveren. Maar interne prikkels zoals hun eigen gevoel, werken veel motiverender. Studenten die van binnenuit oprechte interesse voelen over het onderwerp, investeren meer tijd en moeite in het leren, komen voorbereid naar de les en zijn aandachtiger. Probeer daarom niet hun gedrag van buitenaf te sturen, maar stimuleer juist hun eigen interesse, nieuwsgierigheid en verwondering.  

Tip 3: stimuleer actieve participatie
Zorg ervoor dat alle studenten actief deelnemen tijdens een onderwijsbijeenkomst. Dit zorgt namelijk voor meer autonomie, meer mogelijkheid tot dialoog, en meer verbondenheid tussen de studenten en met de jou als docent. Een belangrijke factor hierbij is de opstelling van stoelen en tafels in het lokaal, hiermee faciliteer je namelijk interactie. En gebruik in je onderwijs activerende werkvormen, zoals buzzgroups, een debat of concepttests. 

Tip 4: geef de studenten verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces 
Uit onderzoek blijkt dat wanneer studenten meer verantwoordelijkheid hebben voor hun eigen leren, hun motivatie daarvoor ook verbeterd. Er zijn verschillende manieren om dit te stimuleren. Sluit je les bijvoorbeeld af met vragen die in de volgende sessie besproken worden en wijs enkele ‘leuk om te weten’-onderwerpen toe voor zelfstudie. Op zichzelf is meer verantwoordelijkheid geven alleen niet genoeg, het is belangrijk dat je als docent vroeg in de cursus duidelijk je verwachtingen communiceert. Tijdens de onderwijsbijeenkomsten kun je een deel van de verantwoordelijkheid overdragen vanuit jou als docent, naar de studenten. Dit doe je bijvoorbeeld via actieve werkvormen en interactie.  

Tip 5: bied gestructureerde begeleiding 
Meer verantwoordelijkheid voor de studenten, betekent niet dat je als docent een achtergrondrol aanneemt. Als docent geef je structuur aan de bijeenkomst, stuur je de studenten in de juiste richting, en word je actiever als de les de verkeerde kant op gaat. Zoek daarom naar een goede balans tussen leidinggeven aan de studenten en eigen expertise inbrengen. Uit onderzoek blijkt dat de combinatie van autonomieondersteuning en sterk gestructureerde lessen, de beste leerresultaten oplevert.  

Tip 6: bied optimale uitdagingen 
Optimale uitdagingen geven de studenten een gevoel van bekwaamheid in hun leerproces. Dat betekent: niet te moeilijk, niet te gemakkelijk - denk aan de zone van naaste ontwikkeling. Dat gevoel heeft een sterke positieve invloed op de intrinsieke motivatie. Een optimale uitdaging kan bijvoorbeeld bestaan uit de studenten kleine onderwerpen geven om voor te bereiden, en te laten presenteren in groepjes. Naast autonomie en bekwaamheid, helpt dit ook bij het oefenen van andere vaardigheden zoals presenteren en samenwerken. Een belangrijk verschil is dat deelname aan zo'n activiteit niet verplicht is. Zo geef je studenten die meer tijd nodig hebben om een dergelijke opdracht voor te bereiden, meer de ruimte.  

Tip 7: geef positieve en constructieve feedback 
Focus niet alleen maar op de taak van het leren zelf door bijvoorbeeld cijfers, maar geef ook tijdig, positieve en constructieve feedback over het leerproces. Zo zien de studenten duidelijker het verschil tussen hun huidige begrip van de stof, en het gewenste niveau. Een goede volgorde hiervoor is: eerst geeft de student aan wat goed ging, waarna de docent dit ook doet. Daarna bespreekt de student wat er verbeterd kan worden en hoe, waarna de docent dit ook doet. Focus en formuleer de feedback rond verbeterpunten als positieve suggesties.  

Let op: constructieve feedback is niet bedreigend, gericht op leerproblemen of op de persoon.  

Tip 8: zorg voor een veilige leeromgeving 
Creëer een veilige leeromgeving, door actief te werken aan een warme, positieve en ondersteunende sfeer. Hierbij voelen de studenten zich veilig om hun gevoelens, twijfels en vragen te uiten. Positieve interacties met jou als docent zorgen ervoor dat de studenten ook meer interesse krijgen in het onderwerp, dit gevoel van verbondenheid versterkt namelijk de intrinsieke motivatie. Ook het gemeenschapsgevoel met elkaar als studenten, en in verbondenheid met hun toekomstige beroepsgroep draagt daaraan bij.  

Tip 9: zorg ervoor dat studenten zich gehoord voelen 
Luister met geduld, medeleven en interesse naar studenten als ze ontevredenheid uiten over een bepaald onderwerp of een lesmethode. Wanneer je als docent namelijk negatieve gevoelens afwijst, kunnen studenten soms al hun interesse in de rest van de cursus verliezen. Het is daarom belangrijk dat de studenten zich altijd gehoord voelen, dat hun ervaringen belangrijk zijn voor jou als docent, en dat ze met hun constructieve feedback ook invloed hebben op bepaalde aspecten van het onderwijs. Probeer niet te oordelen als studenten hun gevoelens uitten. Want alleen al het gevoel van benaderbaarheid dat studenten tot de docent hebben, kan de nodige impuls bieden voor studenten om op een ‘moeilijke’ dag toch te gaan leren.  

Tip 10: communiceer actief de waarde van ‘saaie’ activiteiten 
Niet iedere student vindt elke lesactiviteit even interessant, maar een lage motivatie kan ook weer de medestudenten negatief beïnvloeden. Daarom is het belangrijk om na te denken over hoe je toch hun interesse kan wekken. Als een student een bepaalde activiteit of onderwerp bijvoorbeeld saai vindt, kan het helpen om helder te communiceren waarom juist deze activiteit van waarde is in het leerproces. Ook kun je het onderwerp relevanter maken door een ingang te vinden in de leefwereld van de studenten. Wanneer studenten de waarde van een leeractiviteit beter snappen, kiezen ze sneller uit zichzelf om het te doen, waardoor hun motivatie meer intrinsiek is. 

Tip 11: geef keuzes 
Om autonomie te bevorderen, geef je je studenten keuzes in bijvoorbeeld de volgorde van de onderwerpen, het soort producten dat ze maken of welke bronnen ze gebruiken. Deze betrokkenheid bij de planning en invulling van de cursus geeft de studenten een groter gevoel van eigenaarschap en verbondenheid met het onderwijs. Daardoor zijn ze gemotiveerder om de cursus ook te volbrengen.  

Tip 12: let op dwingend taalgebruik  
Docenten die meer controlerend zijn, zeggen vaker dingen zoals ‘je moet dit leren’, ‘dit is verplicht’, ‘als je dit niet doet, krijg je een slecht cijfer’. Dit soort dwingend taalgebruik, geeft studenten niet de kans om zelf te kiezen voor het leren van de stof. Wanneer je dit formuleert als een suggestie, bied je daarvoor meer de ruimte en versterk je dus hun intrinsieke motivatie. Bijvoorbeeld: ‘Je kunt dit leren’, ‘als je dit onderwerp goed wilt begrijpen, helpt het om deze tekst te lezen', ‘als je dit niet bestudeert, mis je waarschijnlijk de basis voor de volgende sessies'.  

Meer weten van Rashmi Kusurkar? Lees haar interview over haar oratie voor VU EduNews & Stories. 

Bron
Kusurkar, R. A., Croiset, G., & Ten Cate, T. J. (2011). Twelve tips to stimulate intrinsic motivation in students through autonomy-supportive classroom teaching derived from self-determination theory. Medical Teacher, 33(12), 978–982.

Direct naar

Homepage Cultuur op de campus Sportcentrum VU Dashboard

Studie

Academische jaarkalender Studiegids Rooster Canvas

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas

Over de VU

Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2024 - Vrije Universiteit Amsterdam