Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Gemotiveerde studenten door constructive alignment

Laatst gewijzigd op 21 februari 2024
Constructive alignment (Biggs, 1996) is een onderwijsconcept dat draait om de logische afstemming van leerdoelen, leeractiviteiten en toetsing. Dit betekent dat wat studenten moeten leren (de leerdoelen) aansluit bij hoe ze leren (de leeractiviteiten) en de beoordelingswijze (de toetsing). Het idee erachter is eenvoudig maar krachtig: als je deze elementen op elkaar afstemt, zijn ze gemotiveerde en leren ze diepgaander.

Door constructive alignment op verschillende niveaus toe te passen, bied je een geïntegreerd en effectief leerproces waar studenten gemotiveerd mee aan de slag gaan. Studenten zijn in het algemeen heel doelgericht. Dit betekent dat wanneer de leerdoelen, de leeractiviteiten en de toetsing niet in het verlengde van elkaar liggen, studenten hun doelgerichte leergedrag meestal afstemmen op de toets. Hierdoor zijn ze minder gemotiveerd, behalen ze minder goede resultaten en beoordelen ze het onderwijs (mogelijk) lager.

De verschillende niveaus van constructive alignment
Constructive alignment is een veelzijdig concept dat je kunt toepassen op verschillende onderwijsniveaus, waaronder lesniveau, cursusniveau en programmaniveau.

  1. Op lesniveau betekent het dat specifieke leerdoelen, lesmaterialen en evaluatiemethoden op elkaar worden afgestemd. Neem bijvoorbeeld het leerdoel om studenten te laten begrijpen hoe moleculaire krachten invloed hebben op elektronen-orbitalen. Als leeractiviteit kun je als docent een demonstratie geven waarbij je een simulatie laat zien en studenten zelf met variabelen de simulatie mogen beïnvloeden. Als evaluatie kun je ze een quiz laten invullen over het onderwerp.
  2. Op cursusniveau worden leerdoelen, lesmaterialen en evaluatiemethoden niet alleen binnen één les, maar ook tussen de lessen van één cursus op elkaar. Bijvoorbeeld een cursus die beoogt dat de studenten een diepgaand niveau van begrip van de 19e-eeuwse Europese Geschiedenis verwerven. Gedurende de cursus kunnen studenten verschillende teksten en historische documenten bestuderen, deelnemen aan discussies en presentaties geven over belangrijke gebeurtenissen en personen uit die periode. Als toevoeging kiezen daarnaast bijvoorbeeld een eigen thema waaraan ze werken. De eindtoets van de cursus omvat essayvragen die studenten vragen om hun begrip van de 19e-eeuwse Europese geschiedenis te demonstreren aan de hand van hun eigen thema. Dit sluit beter aan bij het leerdoel dan bijvoorbeeld een meerkeuzetoets waarbij alleen wordt getoetst of de studenten slechts de kennis uit de leerbronnen moeten reproduceren.
  3. Op programmaniveau gaat constructive alignment over het afstemmen van doelstellingen, leeractiviteiten en toetsing over meerdere cursussen en jaren heen. Bijvoorbeeld: het doel van het programma milieustudies is om afgestudeerden voor te bereiden op een carrière als duurzaamheidsexpert. De studenten volgen over de studiejaren verschillende cursussen over ecologie, beleid en duurzaamheidspraktijken. Deze cursussen omvatten ook activiteiten die studenten in hun toekomstige baan gaan uitvoeren zoals veldwerk en (onderzoeks)projecten. Aan het eind van het programma worden de studenten beoordeeld op hun vermogen om duurzame oplossingen te ontwikkelen en toe te passen in situaties met echte probleemeigenaren (overheden, milieuorganisaties, gemeenten, boeren, bedrijven etc.)