Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Opbouw master

Laatst gewijzigd op 6 maart 2024
De masteropleiding Geneeskunde VU leidt artsen op die hun werk met compassie uitvoeren.

Het motto van het onderwijsprogramma VUmc-compas 2015 is daarom: competent en met compassie. We bereiden je vanaf het begin voor om professioneel om te gaan met patiënten, collega’s en andere zorgverleners.

De masteropleiding Geneeskunde duurt drie jaar. Je volgt eerst het Voorbereidend CoschaP (VCP) waarin je in zes weken tijd klaargestoomd wordt voor de kliniek. Daarna volg je ongeveer twee jaar lang coschappen volgens een vaste volgorde. De coschappen bestaan uit twee gedeelten: het klinische Klinisch Trainings Onderwijs (KTO) en het coschap in de praktijk. In het KTO leer je theorie en oefen je vaardigheden die je nodig hebt voor de discipline waarin je je coschappen volgt. Daarna volgt het meer praktische deel, het coschap, en maak je onderdeel uit van het behandelteam.

Het laatste jaar van de masteropleiding, masterjaar 3, is het profileringsjaar waarin je eigen keuzes maakt. Het profileringsjaar bestaat uit de wetenschappelijke stage, het keuzeonderwijs en het senior coschap. In de wetenschappelijke stage voer je zelfstandig onderzoek uit. Met het keuzeonderwijs verdiep of verbreed je je kennis en ervaring in een door jouw gekozen discipline. En tenslotte werk je in het senior coschap als aankomend dokter in toenemende mate van zelfstandigheid onder supervisie van een specialist.

Meer informatie vind je in de studiegids van het studiejaar 2023-2024.

Meer informatie over het masterprogramma en toetsing

  • Voorbereidend coschap (VCP)

    De masteropleiding start met een zesweeks Voorbereidend CoschaP (VCP), dat bestaat uit twee delen: het drieweekse deel ‘anamnese, klinisch redeneren en lichamelijk onderzoek’ en het drieweekse deel ‘Vaardigheden in de Klinische Praktijk’. Tijdens het VCP word je o.l.v. verschillende arts-docenten getraind in vaardigheden die je tijdens de coschappen gaat gebruiken. Het onderwijs is vooral gericht op het aanleren en oefenen van de anamnese, het algemeen lichamelijk onderzoek, het proces van klinisch redeneren inclusief farmacotherapeutisch redeneren, verslaglegging en voorbehouden handelingen in een simulatiesetting en in de klinische praktijk. Het VCP onderwijs vindt grotendeels plaats in het Klinisch Trainings Centrum (KTC) van het Amsterdam UMC, locatie VUmc.

  • Klinisch Training Onderwijs (KTO)

    Op verschillende momenten in masterjaar 1 en 2 vindt er voorafgaand aan de coschappen Klinisch Training Onderwijs (KTO) plaats. Er zijn de volgende KTO’s:

    • KTO interne geneeskunde
    • KTO heelkunde
    • KTO neurologie/psychiatrie
    • KTO verloskunde & gynaecologie/kindergeneeskunde
    • KTO ouderengeneeskunde

    De KTO’s duren drie weken, m.u.v. het KTO Ouderengeneeskunde dat twee weken duurt. Ze vinden plaats in Amsterdam UMC en in de leerhuizen van de Samenwerkende Topklinische Ziekenhuizen (STZ) en worden begeleid door KTO-docenten. Het KTO ouderengeneeskunde vindt altijd plaats in het Klinisch Trainings Centrum (KTC) van Amsterdam UMC locatie VUmc.

    Het doel van het KTO is om je voldoende voor te bereiden om in het aansluitende coschap de rol van coassistent te kunnen vervullen. Je zal na het doorlopen van het KTO de discipline specifieke vaardigheden beheersen en kan voor een aantal vooraf gedefinieerde vraagstukken omtrent gezondheid en ziekte anamnese en gericht lichamelijk onderzoek uitvoeren, klinisch redeneren en voorstellen doen ten aanzien van aanvullend onderzoek en beleid. De werkvormen die in het KTO gebruikt worden zijn onder andere: vaardigheidstrainingen, werkcolleges en het aangaan en uitwerken van patiëntcontacten.

  • Coschappen (masterjaar 1 en 2)

    Tijdens de coschappen leer je als coassistent in het ziekenhuis en in de extramurale praktijk, en werk je onder supervisie in het behandelteam. Taken bestaan o.a. uit het afnemen van een anamnese bij patiënten en het (zelfstandig) verrichten van het lichamelijk onderzoek. Je stelt een differentiaal diagnose op, doet voorstellen voor aanvullend onderzoek, verricht onder supervisie voorbehouden handelingen en verdiept je in de behandeling en noodzakelijke zorg tijdens verblijf in de zorginstelling én na ontslag van de patiënt of in de thuissituatie. 

    Je vraagt tijdens de coschappen actief om feedback op beroepssituaties en laat dit registreren in het digitale portfolio (Scorion). Het leren tijdens avond-, weekend-, en soms ook nachtdiensten is onderdeel van de opleiding tot basisarts. Naast de dagelijkse feedback op bijvoorbeeld de beroepssituaties krijg je aan het einde van het coschap een eindevaluatie van het betreffende coschap. 

  • Profileringsjaar (masterjaar 3)

    Masterjaar 3 bestaat uit: het senior coschap, de wetenschappelijke stage en het keuzeonderwijs. Je hebt in dit jaar veel keuzemogelijkheid om verdieping te zoeken of je te profileren in een bepaalde richting. Voor iedere stage in masterjaar 3 kun je een discipline kiezen uit een vast aanbod. Voor de wetenschappelijke stage of het keuzeonderwijs kun je daarnaast ook zelf een stage regelen in discipline én locatie van voorkeur. 

    Masterjaar 3 begint met het senior coschap van 16 weken. Als senior coassistent voer je zelfstandig geneeskundige taken uit onder directe supervisie van een staflid en draag je zorg voor eigen patiënten op de afdeling of tijdens spreekuren. Belangrijk zijn continuïteit van zorg en het longitudinaal volgen van (chronische) patiënten. 

    De wetenschappelijke stage duurt regulier zestien weken, maar kan ook verlengd worden met acht weken keuzeonderwijs tot een totaal van 24 weken. Tijdens de wetenschappelijke stage voer je een eigen onderzoek uit in de geneeskundige wetenschap. De (verlengde) wetenschappelijke stage mag je ook voor de start van masterjaar 1 (coschappen) plannen. 

    Het keuzeonderwijs beslaat een periode van acht weken. Je kunt deze besteden aan verdieping in één of meerdere vakgebieden of aan verbreding door een discipline te kiezen die niet in het reguliere programma staat. Je kunt het keuzeonderwijs ook gebruiken om je wetenschappelijke stage te verlengen. Het keuzeonderwijs kan ook voor de coschappen in masterjaar 1 gevolgd worden, of in andere roostervrije periodes tijdens de master zolang er geen overlap is met andere studieonderdelen. 

  • Longitudinaal programma

    Professionele ontwikkeling

    De lijn Professionele Ontwikkeling staat o.a. voor het realiseren van optimale zorg door zorg te dragen voor persoonlijke gezondheid en welbevinden, door individueel en met anderen te reflecteren op het eigen handelen, door leiderschap te tonen t.a.v. de eigen ontwikkeling en door goed samen te werken met andere zorgprofessionals. Een belangrijk aspect van Professionele Ontwikkeling is Professioneel Gedrag. Hierop krijg je gedurende de gehele masteropleiding feedback en dit wordt ook meegenomen in evaluaties.

    Medische deskundigheid

    In de lijn Medisch Expert staat het toepassen van medische kennis en klinische vaardigheden in de praktijk centraal. Je doet dit dagelijks in de coschappen en past het ook toe in het klinisch redeneren.

    Academische vorming

    In de lijn Academische Vorming leer je als academicus bij te dragen aan de toepassing, verspreiding, vertaling en uitbreiding van kennis in de praktijk. Je doet dit door een leven lang te blijven leren, anderen op te leiden, bewijs te evalueren en bij te dragen aan wetenschappelijk onderzoek. Dit komt in de masteropleiding aan bod in bijvoorbeeld de essays in masterjaar 1 en 2, in de verschillende CAT’s (Clinical Appraisal of a Topic) en referaten die je uitvoert tijdens de coschappen en in de senior coschap en in de wetenschappelijke stage. Ook pas je wetenschappelijke kennis toe tijdens het klinisch redeneren.

    Intervisie

    Intervisie vindt vijf maal plaats tijdens de coschappen in masterjaar 1 en 2 en twee maal in masterjaar 3. Tijdens de intervisie reflecteer je onder leiding van een medische psycholoog onderling op ervaringen in de coschappen.

    Mentor

    Tijdens de master krijg je een persoonlijke mentor die je in totaal 9 keer spreekt. Er zijn vier momenten in jaar 1, drie momenten in jaar 2 en twee momenten in jaar 3. Bij de start van de master krijg je meer coaching van de mentor in het formuleren van leerdoelen en het uitwerken van een plan van aanpak naar aanleiding van de feedback.

    Farmacotherapie

    Farmacotherapie loopt als een rode draad door het gehele masteronderwijs. Op verschillende momenten bespreek je met docenten farmacotherapie casuïstiek die je verzameld hebt tijdens de coschappen. Je krijgt hier feedback op. Tijdens masterjaar 1 en 2 zijn er mondelinge toetsen farmacotherapeutische redeneren. In masterjaar 2 maak je daarnaast ook een Europese én een landelijke eindtoets medicatieveiligheid

    Symposia

    Je volgt per masterjaar twee symposia, waarbij je kunt kiezen uit vier symposia die per masterjaar georganiseerd worden.

    Meer informatie over de symposia en intervisie vind je bij Praktische informatie en in de Canvas course Masteropleiding Geneeskunde VU (inloggen noodzakelijk)

  • Toetsing

    In de masteropleiding staat het leren in de beroepspraktijk centraal. Met de toetsing meten we of je aan de norm voldoet. En op grond van de uitslagen van deze toetsing wordt een beslissing genomen over jouw studievoortgang.

    De eindtermen van de universitaire opleiding tot arts zijn beschreven in het Raamplan Artsenopleiding 2020. Het curriculum van de masteropleiding Geneeskunde en de daarbij behorende toetsing zijn gebaseerd op dit Raamplan. 

    In de masteropleiding Geneeskunde word je getoetst volgens de principes van programmatisch toetsen. Met programmatisch toetsen ondersteunen en stimuleren we je in je ontwikkeling van coassistent tot basisarts en bereiden we je voor op een leven lang zelfsturend leren. Programmatisch toetsen gaat uit van longitudinale toetsing met de focus op ontwikkeling.

    Uitgebreide informatie over toetsing vind je bij toetsing, in de studiegids, in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) en in de Canvas course Masteropleiding Geneeskunde.

  • Voorlichtingsbijeenkomsten

    De masteropleiding organiseert elk jaar twee voorlichtingsbijeenkomsten voor bachelorstudenten in het derde jaar en zigma-studenten. De eerste bijeenkomst vindt plaats in januari en biedt een algemene introductie op de master, de verschillende studieonderdelen en hoe startdata voor de master toegewezen worden (intake). In de tweede bijeenkomst (eind februari / begin maart) wordt dieper ingegaan op studeren in het buitenland en wordt de intake verder uitgelegd.

    Hieronder vind je de meeste recente (vooraf opgenomen) presentaties, per onderwerp.

    Voorlichtingsbijeenkomst 9 januari 2024

    Voorlichtingsbijeenkomst 28 februari 2023

    1. Masterprogramma algemeen
    2. Toetsing in de master
    3. Intake

Contact

Heb je vragen? Neem gerust contact op met het Onderwijs Service Centrum van de Faculteit der Geneeskunde.

Bel +31 (0)20 44 48010 (ma t/m vr: 10.30 - 12.30 uur  en 14.00 tot 16.00 uur)

Specifieke vragen?

Stuur een e-mail voor vragen met betrekking tot:
- de Bachelor/Minoren: Bachelor.info.vu@amsterdamumc.nl
- de Master: master.gnk.vu@amsterdamumc.nl
- Internationalisering: International.vu@amsterdamumc.nl