Onderwijs Onderzoek Actueel Over de VU EN
Login als
Studiekiezer Student Medewerker
Bachelor Master VU for Professionals
HOVO Amsterdam VU-NT2 VU Amsterdam Summer School Honoursprogramma Universitaire lerarenopleiding
Promoveren aan de VU Uitgelicht onderzoek Prijzen en onderscheidingen
Onderzoeksinstituten Onze wetenschappers Research Impact Support Portal Impact maken
Nieuws Agenda Vrouwen aan de top
Israël en Palestijnse gebieden Cultuur op de campus
Praktische informatie VU en innovatiedistrict Zuidas Missie en Kernwaarden
Organisatie Samenwerking Alumni Universiteitsbibliotheek Werken bij de VU
Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Van algoritme naar embryo: wat als Big Tech kinderen gaat maken?

Wat als kinderen straks niet meer worden geboren, maar ontworpen? Volgens rechtsfilosoof Britta van Beers van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) schuiven we langzaam die kant op. ‘De invloed van Silicon Valley op kunstmatige voortplanting groeit razendsnel. Maar met elke technologische belofte komt ook een ethische prijs. De beloftes van Big Tech komen met een verborgen agenda die diep ingrijpt in hoe we naar kinderen, ouderschap en autonomie kijken.’

Silicon Valley en de Big Tech kennen we vooral van slimme apps en zelfrijdende auto's. Maar achter de schermen richt Silicon Valley zijn pijlen ook steeds vaker op de genetica en kunstmatige voortplanting. ‘In mijn oratie noem ik dit een ‘silicolonisatie’ van voortplanting omdat de komst van deze nieuwe diensten en producten gepaard gaat met een typische Big Tech-kijk op het krijgen van kinderen’, vertelt Van Beers.

‘Als het aan Silicon Valley ligt, is voortplanting straks vooral een kwestie van slimme keuzes maken op basis van algoritmen. Klinkt als sciencefiction? Dat was het misschien ooit. Maar inmiddels bestaat er al een commerciële markt voor genetische selectie van embryo’s. Genetische data zijn goud waard voor Big Tech,’ zegt Van Beers. ‘Biotech en genetica zijn tegenwoordig grotendeels data-gedreven. Denk aan algoritmes die risico’s op ziektes of bepaalde eigenschappen berekenen op basis van genetisch materiaal. Daar weten techbedrijven wel raad mee.’

Van DNA-test naar designer baby

‘Silicon Valley beschouwt voortplanting minder als een privé-aangelegenheid en meer als een rationeel en data-gedreven productiemodel,’ zegt Britta van Beers. ‘Commerciële platforms adverteren openlijk met slogans als “Choose your healthiest embryo” of “Choice over chance.” Wensouders krijgen scores te zien voor hun embryo’s en kunnen zo selecteren op basis van vermeende genetische “kwaliteit”.

Het doet denken aan rapportcijfers op school. Maar dan voor embryo’s. De vraag is: wie bepaalt wat een hoog cijfer waard is? En op basis van welke norm?’

Dat is precies waar het juridische en ethische probleem zit, legt Van Beers uit. ‘De algoritmes die deze scores berekenen zijn veelal black boxes: we weten niet precies hoe ze werken, welke data zijn ingevoerd of welke normen eraan ten grondslag liggen. In het slechtste geval sluipen er eugenetische biases in: impliciete aannames over welk menselijk leven wenselijk is en welk niet.’

Van bugs tot baby's

De verwevenheid tussen tech en genetica is geen toeval, stelt Van Beers. ‘In Silicon Valley wordt genetische code steeds meer gezien als een soort computercode: als iets wat bugs kan bevatten en dus te fixen valt. Daarmee ontstaat een computationale kijk op voortplanting: kinderen worden niet geboren, maar ‘geoptimaliseerd’.

Dat klinkt abstract, maar het heeft heel tastbare gevolgen. ‘Er zijn tech-ondernemers die pleiten voor het standaard invriezen van ei- en zaadcellen zodat mensen later, met behulp van AI, het “beste” embryo kunnen kiezen. Sommigen investeren zelfs in technieken om zaad- en eicellen te maken uit huidcellen, zodat wensouders honderden embryo’s kunnen laten kweken, om vervolgens het ‘beste’ exemplaar uit te kiezen.’

Voormalig Google-CEO Eric Schmidt voorspelde recent nog dat biotech zijn ‘ChatGPT-moment’ gaat beleven. Van Beers: ‘Dat suggereert een enorme versnelling in genetische modificatie - waarbij het risico bestaat dat het recht en de ethiek achter de feiten aanlopen.’

‘Sex is great, but...’

Sommige tech-ondernemers laten weinig aan de verbeelding over. De Spaanse investeerder Martín Varsavsky, actief in deze sector, zegt het ronduit: “Sex is great, but it is not the best way to make a baby.” Volgens hem moeten we voortplanting ‘professionaliseren’. Van Beers ziet hier een gevaarlijk wereldbeeld achter: ‘Als kinderen krijgen onderdeel wordt van een data-gedreven en economisch aangestuurd productieproces, verandert ook onze kijk op liefde, autonomie en ouderschap. Hoe vrij ben je nog als dit de norm wordt?’

De ethiek van algoritmisch ouderschap

In Nederland is het gebruik van genetische selectie voor niet-medische doeleinden zoals intelligentie verboden. ‘En terecht,’ zegt Van Beers. ‘We moeten oppassen dat ouderschap geen vorm van projectmanagement wordt, waarin het doel is het perfecte kind te ‘produceren’.

In de VS zijn de eerste genetisch geselecteerde kinderen inmiddels tieners. En dat is niet zonder gevolgen. ‘Sommige jongeren kampen met identiteitsproblemen,’ vertelt Van Beers. ‘Ze weten dat hun ouders hen hebben gekozen op basis van bepaalde genetische eigenschappen. En ze voelen de druk om aan dat ‘gekochte profiel’ te voldoen.’

Er zijn zelfs gevallen bekend waarin ouders openlijk teleurgesteld zijn als hun kind niet blijkt te voldoen aan de verwachtingen. ‘Dat is schrijnend – en het zegt veel over de kant die we op dreigen te gaan.’

Wetenschap met een waakhondenfunctie

Wat kunnen we doen? Van Beers pleit voor meer maatschappelijk debat en een waakhondfunctie voor de wetenschap. ‘Techbedrijven presenteren deze innovaties als neutrale, op data gebaseerde vooruitgang. Maar ze veranderen intussen fundamenteel hoe we naar kinderen, ouderschap en menselijke waardigheid kijken.’

In Nederland is genetische selectie voor niet-medische doeleinden verboden – voorlopig. ‘Maar hoe lang nog?’ vraagt Van Beers zich af. ‘Big Tech bedrijven weten precies hoe ze moeten inspelen op ons verlangen naar keuzevrijheid. Maar die vrijheid is niet neutraal. Er zit een ideologie achter, die onze keuzes en behoeftes stuurt, en die moeten we durven bevragen.’

Tijd voor kritische vragen

Wat betekent het om ouder te zijn in een wereld van algoritmische voortplanting? Hoe autonoom zijn onze keuzes nog als data, scores en technormen het nieuwe uitgangspunt worden? En wat voor samenleving creëren we eigenlijk?

‘Het is mijn taak als rechtsfilosoof om door de beloftes van Big Tech heen te prikken,’ zegt Van Beers. ‘Wat zeggen die algoritmes eigenlijk? En wie bepaalt wat het "beste" kind is?’

Wat haar betreft ligt hier een taak voor de universiteit én de journalistiek: ‘AI en genetica zijn geen toekomstmuziek – ze raken aan wie we zijn, hoe we leven en hoe we liefhebben. Als we het gesprek nu niet voeren, zijn we straks te laat.’

Zie ook

Over dit onderzoek

Hoofdonderzoeker

Onderzoeksinstituut

Faculteit

Profielthema

Direct naar

Homepage Cultuur op de campus Sportcentrum VU Dashboard

Studie

Academische jaarkalender Studiegids Rooster Canvas

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas Digitale toegankelijkheid

Over de VU

Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2025 - Vrije Universiteit Amsterdam