Veel mensen lijden aan een fobie. Zo’n 14 procent van de Nederlandse bevolking lijdt aan vliegangst, en 7,2 procent van de wereldbevolking lijdt aan spinnenangst. Voor fobieën bestaan er cognitieve gedragstherapieën (CGT), waarbij men met behulp van een therapeut stap voor stap wordt blootgesteld aan hun angsten. Het is wetenschappelijk bewezen dat deze therapieën effectief zijn tegen deze angsten.
Toch volgen weinig mensen met een fobie deze therapie. Sommigen vinden de behandeling zelf al angstaanjagend. Anderen kunnen fobietherapie niet volgen, omdat deze niet door zorgverzekeraars wordt vergoed of door lange wachtlijsten. Het niet laten behandelen van fobieën is echter nadelig, omdat het hun beperkingen in het leven geeft of zelfs kan uitmonden in een angststoornis of een depressie.
Een virtuele spin of cabine
De ZeroPhobia app is gebaseerd op CGT, en maakt gebruik van Virtual Reality (VR) en Augmented Reality (AR) om een simulatie van de fobieën te creeëren. Zo moet bij de vliegtuigsimulatie de telefoon in een VR-bril worden geplaatst, waardoor de gebruiker kan ervaren alsof deze in een vliegtuig zit. De spinnensimulatie gebruikt de camera van de telefoon om een nep spin op de hand te projecteren. In de app worden er verschillende omgevingen of scenario’s gepresenteerd, en kan de gebruiker opbouwen naar een steeds enger scenario.
Tegelijkertijd wordt de gebruiker begeleid door een virtuele therapeut. Deze geeft informatie over de fobieën, stelt doelen en legt uit hoe de therapie werkt. Donker: “Bijzonder aan onze app is dat gebruikers indien gewenst automatische gedachten evalueren. En als laatste module wordt een angst hiërarchie gemaakt waarmee gebruikers in het echte leven kunnen gaan oefenen om de confrontatie met hun angst aan te gaan.”
Wetenschappelijk onderbouwd
Om de effectiviteit van de behandelingen te meten, worden er onderzoeken gedaan met deelnemers. Tara Donker deed in 2018 onderzoek naar de behandeling van hoogtevrees met de app. Daarnaast deed zij in 2019 onderzoek naar de behandeling van vliegangst, waar 153 Nederlandse mensen aan meededen. Deze werden willekeurig ingedeeld in een experimentele groep die toegang kreeg tot de app of een controlegroep die geen toegang kreeg. Deelnemers in de experimentele groep konden zelf bepalen hoe vaak, waar en wanneer ze ZeroPhobia gebruikten.
Vliegangst van alle deelnemers werd gemeten voordat de behandeling begon, vlak na de behandeling, drie maanden later en twaalf maanden later. Bij de experimentele groep was op alle meetmomenten een significante afname van vliegangst symptomen zichtbaar in vergelijking met de controlegroep.