Elsje van Bergen is verbonden aan het Tweelingenregister van de VU Amsterdam. Zij onderzocht de relatie tussen pestgedrag en genen. In het onderzoek worden de oorzaken van verschillende vormen van pestgedrag en de samenhang tussen pesten en gepest worden tegen het licht gehouden. 1 Op de 3 kinderen heeft te maken met pestgedrag. 1 op de 4 pest, 1 op de 4 wordt gepest en 1 op de 7 is zowel dader als slachtoffer. Kinderen die onzeker zijn of er ‘anders’ uitzien dan de rest van de klas lopen meer risico om gepest te worden. De genen bepalen voor een deel of een kind betrokken raakt bij pestgedrag of niet. Maar er valt wel degelijk ook iets aan te doen om pestgedrag te voorkomen. Met tweelingstudies wordt onderzocht of gedrag erfelijk is. Eeneiige tweelingen hebben hetzelfde genetische materiaal en twee-eiige tweelingen gemiddeld 50%. De onderzoekers zagen dat eeneiige tweelingen meer op elkaar leken in hun betrokkenheid bij pesten dan twee-eiige tweelingen, wat komt door de invloed van genen. Verschillen tussen kinderen in pesten (of gepest worden) zijn voor 2/3 toe te schrijven aan genetische verschillen. Een kind waarvan een van de ouders, broers of zussen zijn gepest, loopt zelf een verhoogd risico om gepest te worden. Het kind deelt immers de helft van zijn genen met ieder van hen. Tweelingen lopen hetzelfde risico op pestgedrag dan niet tweelingen. Daarnaast worden meisjes die tweelingen zijn minder vaak gepest als ze samen in een klas zitten.
Genen beïnvloeden pestgedrag
Waarom is het ene kind kwetsbaarder om gepest te worden dan het andere? Het blijkt dat genen een grotere rol spelen dan de thuissituatie en de school. Iets dat je overkomt kan erfelijk zijn.
Bekijk ook
Over dit onderzoek
Hoofdonderzoeker
Onderzoeksinstituut
Faculteit
Profielthema