Onderwijs Onderzoek Actueel Organisatie en samenwerking EN
Login als
Studiekiezer Student Medewerker
Bachelor Master VU voor Professionals
Studentenbalie HOVO Amsterdam VU-NT2 VU Graduate Winter School Honoursprogramma Universitaire lerarenopleiding
Promoveren aan de VU Uitgelicht onderzoek Prijzen en onderscheidingen
Onderzoeksinstituten Onze wetenschappers Research Impact Support Portal Impact maken
Nieuws Agenda Energie in transitie
Israël en Palestijnse gebieden Vrouwen aan de top Cultuur op de campus
Praktische informatie VU en innovatiedistrict Zuidas Missie en Kernwaarden
Organisatie Samenwerking Alumni Universiteitsbibliotheek Werken bij de VU
Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Strafrechtelijk bewijsrecht: aanvallen door effectief verdedigen

Leergang Strafrechtelijk bewijsrecht vanuit verdedigingsperspectief

De inhoud van de leergang Strafrechtelijk bewijsrecht vanuit verdedigingsperspectief

Deze leergang daagt u uit op onderwerpen zoals: 

  • bewijsvraag, bewijsmiddelen en selectie en waardering van bewijsmateriaal;
  • verklaringen van verdachten, deskundigen en getuigen;
  • bewijsmotivering, onrechtmatig verkregen bewijs en processtrategie;
  • herziening van vonnissen en arresten;
  • bewijs van bijzondere bestanddelen.

Programma en planning
Verspreid over drie maanden volgt u diverse colleges die worden gegeven door docenten uit wetenschap en praktijk. Tijdens deze colleges delen zij hun specifieke kennis en ervaring met u. Ook stimuleren zij u om casussen te bediscussiëren en op te lossen. 

Kijk voor een gedetailleerde beschrijving van alle onderwerpen en leerdoelen per bijeenkomst het uitklapmenu 'Programma: onderwerpen en leerdoelen' onderaan deze pagina.

Bekijk hier de planning 2025 (.pdf) met een overzicht van alle data per bijeenkomst.
Let op: data onder voorbehoud. Per e-mail ontvangt u uiterlijk zes weken voor aanvang van de leergang de meest recente versie van deze planning.

Cursusleiding en docenten
De leergang staat onder leiding van Linda Kesteloo LLM, universitair docent strafrecht bij de Vrije Universiteit Amsterdam.

Werkwijze
In drie maanden tijd – zeven colleges – worden verschillende aspecten van het strafrechtelijke bewijsrecht aan de orde gesteld. De docent behandelt het onderwerp van het college in de vorm van een interactief hoorcollege. Uiteraard benoemt de docent dan ook actuele ontwikkelingen. Om duidelijk te maken hoe bewijsrechtelijke regels worden toegepast, behandelt de docent vaak aan de jurisprudentie ontleende casussen. Voor het leereffect is het belangrijk dat u actief deelneemt aan de discussies hierover. Vanwege de interactieve werkwijze kunnen maximaal 25 cursisten aan de leergang deelnemen. Houd per college rekening met een voorbereidingstijd van 2 á 3 uur.

Meer informatie over deze leergang
Inleiding
Resultaat
Data, kosten en contact

Programma: onderwerpen en leerdoelen per college

  • Bijeenkomst 1 - Bewijsstelsel, bewijsmiddelen, bewijscriterium, bewijsminimumregels & schakelbewijs

    Onderwerpen
    Tijdens het eerste deel van dit college zal een inleiding tot het strafrechtelijke bewijsrecht worden gegeven. Aandacht wordt besteed aan een aantal bepalende kenmerken van het bewijsrecht, waaronder het gebruik van feiten van algemene bekendheid, het gebruik van het zwijgen van de verdachte, de vrije selectie en waardering van het bewijs door de rechter, en de rechterlijke overtuiging als bewijscriterium. Tijdens het tweede deel van dit college zal nader worden ingegaan op minimale bewijsconstructies. Hoeveel bewijsmateriaal heeft de rechter nodig om tot een bewezenverklaring te kunnen komen? En onder welke voorwaarden mag schakelbewijs worden gebruikt om aan het bewijsminimum te komen?

    Leerdoelen
    Na afloop van dit college bent u in staat om:

    • te bepalen of bewijsmateriaal toegelaten kan worden als bewijsmiddel;
    • te bepalen hoe een gegeven van algemene bekendheid in een bewijsmotivering mag worden gebruikt;
    • te bepalen op welke wijze een leugenachtige dan wel niet-aannemelijk geworden verklaring van de verdachte tot het bewijs kan bijdragen;
    • te bepalen of in een concrete situatie voldoende bewijsmateriaal beschikbaar is om tot een bewezenverklaring te komen;
    • te bepalen of in een concrete situatie voldoende bewijsmateriaal beschikbaar is om tot een bewezenverklaring te komen;
    • te bepalen of een schakelredenering geldig is;
    • op basis van bovenstaande een goed onderbouwd bewijsverweer te voeren.
  • Bijeenkomst 2 - Onrechtmatig verkregen bewijs

    Onderwerpen
    Tijdens het eerste deel van dit college zal een inleiding tot het strafrechtelijke bewijsrecht worden gegeven. Aandacht wordt besteed aan een aantal bepalende kenmerken van het bewijsrecht, waaronder het gebruik van feiten van algemene bekendheid, het gebruik van het zwijgen van de verdachte, de vrije selectie en waardering van het bewijs door de rechter, en de rechterlijke overtuiging als bewijscriterium. Tijdens het tweede deel van dit college zal nader worden ingegaan op minimale bewijsconstructies. Hoeveel bewijsmateriaal heeft de rechter nodig om tot een bewezenverklaring te kunnen komen? En onder welke voorwaarden mag schakelbewijs worden gebruikt om aan het bewijsminimum te komen?

    Leerdoelen
    Na afloop van dit college bent u in staat om:

    • te bepalen of bewijsmateriaal toegelaten kan worden als bewijsmiddel;
    • te bepalen hoe een gegeven van algemene bekendheid in een bewijsmotivering mag worden gebruikt;
    • te bepalen op welke wijze een leugenachtige dan wel niet-aannemelijk geworden verklaring van de verdachte tot het bewijs kan bijdragen;
    • •te bepalen of in een concrete situatie voldoende bewijsmateriaal beschikbaar is om tot een bewezenverklaring te komen;
    • te bepalen of in een concrete situatie voldoende bewijsmateriaal beschikbaar is om tot een bewezenverklaring te komen;
    • te bepalen of een schakelredenering geldig is;
    • op basis van bovenstaande een goed onderbouwd bewijsverweer te voeren.
  • Bijeenkomst 3 - Recht getuigen te ondervragen en betrouwbaarheid van getuigenverklaringen

    Onderwerpen

    Recht getuigen te ondervragen
    Wanneer een getuige iets heeft waargenomen dat voor het bewijs van een ten laste gelegd feit van belang is, kan de rechter zijn verklaring vaak als bewijsmiddel gebruiken. Getuigenverklaringen zijn echter niet altijd betrouwbaar. Getuigen kunnen bewust of onbewust onjuist verklaren. Bijzondere problemen kunnen zich voordoen bij verklaringen van kinderen. De potentiële onbetrouwbaarheid van getuigenverklaringen maakt het belang om de betrouwbaarheid van de getuigenverklaring te onderzoeken (in sommige zaken) groot. De verdachte heeft het recht om getuigen te ondervragen. Heeft hij daartoe niet de gelegenheid gekregen, dan kan dit tot gevolg hebben dat de rechter de verdachte moet vrijspreken. Twee vragen staan centraal: in welke gevallen mag de rechter getuigenverzoeken afwijzen en in welke gevallen is de strafrechter verplicht om in dat geval de verdachte vrij te spreken?

    Leerdoelen
    Na afloop van dit college bent u in staat om:

    • te beoordelen of de rechter een getuigenverzoek mocht afwijzen;
    • een bewijsverweer te onderbouwen met de strekking dat de verdachte moet worden vrijgesproken omdat een bewezenverklaring een schending van het ondervragingsrecht zou opleveren.

    Betrouwbaarheid van getuigenverklaringen
    Wanneer een getuige iets heeft waargenomen dat voor het bewijs van een ten laste gelegd feit van belang is, kan de rechter zijn verklaring vaak als bewijsmiddel gebruiken. Getuigenverklaringen zijn echter niet altijd betrouwbaar (of in rechtspsychologische termen: valide). Getuigen kunnen bewust of onbewust onjuist verklaren. Wat maakt een getuigenverklaring betrouwbaar en hoe kan die betrouwbaarheid worden beoordeeld? De potentiële onbetrouwbaarheid van getuigenverklaringen maakt het belang om de betrouwbaarheid van de getuigenverklaring te onderzoeken (in sommige zaken) groot.

    • De invloed van schattingsvariabelen op het geheugen van getuigen.
    • De invloed van systeemvariabelen in getuigenverhoren en herkenningsprocedures.
    • Mogelijkheden tot rechtspsychologische analyse van getuigenbewijs.

    Leerdoel

    Na afloop van dit college bent u in staat om:

    • de factoren te bepalen aan de hand waarvan de validiteit en betrouwbaarheid van een getuigenverklaring kan worden onderzocht.
  • Bijeenkomst 4 - Forensische expertise & verklaringen en rapporten van deskundigen

    Onderwerpen

    Forensische expertise
    Rapporten van deskundigen spelen in veel strafzaken een rol. Personen met uiteenlopende deskundigheid brengen rapporten uit die voor beslissingen van rechters relevant kunnen zijn. Ton Broeders zal aandacht besteden aan de vraag op welke manier forensische rapporten kunnen worden geïnterpreteerd, in het bijzonder wanneer het technisch onderzoek betreft. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan DNA-onderzoek. Centraal staat daarbij de vraag hoe deskundigen de bewijswaarde van forensisch-technisch bewijs bepalen en hoe ze deze bewijswaarde rapporteren.

    Leerdoelen
    Na afloop van dit college bent u in staat om:

    • bent u in staat deskundigenrapporten te interpreteren;
    • bent u bekend met termen als diagnostische waarde, likelihood ratio, prosecutor’s fallacy, defense fallacy, sensitiviteit, specificiteit, voorafkans of a-priorikans en a-posteriorikans.

    Verklaringen en rapporten van deskundigen
    Rapporten van deskundigen spelen in veel strafzaken een rol. Personen met uiteenlopende deskundigheid brengen rapporten uit die voor beslissingen van rechters relevant kunnen zijn. Robbert Jonk zal het perspectief van de raadsman presenteren. De raadsman moet niet alleen in staat zijn om deskundigenrapporten te doorgronden, maar ook om te bepalen op welke manier de verdedigingsrechten kunnen worden uitgeoefend en in welke situaties het verstandig is om dat te doen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het verzoeken om een tegenonderzoek of de oproeping van de deskundige ter zitting.

    Leerdoelen
    Na afloop van dit college bent u in staat om:

    • goed onderbouwd te betogen waarom een deskundigenrapport niet aan het bewijs mag meewerken;
    • in een concrete zaak vast te stellen welke actie/procesopstelling van de verdediging het meest verstandig is.
  • Bijeenkomst 5 - het Bayesiaanse perspectief

    In dit college onderzoeken we de logica van bewijsvoeringen. Door de zaak, de context en de aanwijzingen op de juiste manier te zien kunnen we veel helderheid krijgen over wat we wel en wat we niet kunnen concluderen. We gebruiken hiervoor de zg. Bayesiaanse manier van redeneren, maar in tegenstelling tot wat veel mensen denken betekent dat niet dat we rechtspreken tot kansrekening reduceren. We laten heel concreet aan de hand van recente vonnissen zien hoe deze aanpak tot een betere bewijsvoering kan leiden.

    Leerdoelen
    Na afloop van dit college bent u in staat om:
    • Inzicht in de reikwijdte van Bayesiaans redeneren;
    • Het herkennen van fouten in de logica van de bewijsvoering;
    • Herkennen van momenten waarop wellicht statistische ondersteuning zinvol kan zijn.

  • Bijeenkomst 6 - Bestudering van bewijsmateriaal vanuit verdedigingsperspectief

    Tijdens dit college ligt de nadruk op de processtrategie. Aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden die de verdediging heeft om de inhoud van het dossier in haar voordeel bij te stellen. Het accent ligt op het vooronderzoek, maar ook bij de overgang naar de fase van het onderzoek ter terechtzitting en bij de behandeling in eerste aanleg, hoger beroep en cassatie wordt stilgestaan. Praktische punten van aandacht worden in het college meegenomen.

    Leerdoelen
    Na afloop van dit college:

    • herkent u de mogelijkheden die u heeft om de samenstelling van het dossier te beïnvloeden op het daartoe meest aangewezen moment;
    • kunt u enkele processuele valkuilen benoemen.
  • Bijeenkomst 7 - Selectie en waardering van bewijsmateriaal; bewijsredeneringen en wijze van beslissen door de strafrechter

    In de voorgaande colleges is ingegaan op het juridisch kader van het bewijs, in dit laatste college wordt gereflecteerd op hoe de rechter binnen dat kader argumenteert.

    Het bewijsrecht bestaat uit juridische regels. Bij het nemen van een bewijsbeslissing door de rechter spelen echter veel aspecten een rol die niet direct terug te voeren zijn tot rechtsregels. Tijdens deze bijeenkomst staat de vraag centraal hoe de rechter feitelijk tot een bewijsbeslissing komt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de betrouwbaarheid van bewijs, selectie en waardering van bewijs, de manier waarop uit de bewijsmiddelen wordt afgeleid dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en de rechterlijke overtuiging. Bij deze vraag wordt ook betrokken dat het – voor een deel – ook de mens achter de rechter is die bij de bewijsbeslissing de juridische regels toepast.

    Leerdoelen
    Na afloop van dit college heeft u:

    • inzicht in de wijze waarop de rechter argumenteert;
    • Inzicht in het gebruik van ervaringsregels.

Contact en meer informatie

Inhoudelijke vragen

Heeft u na het lezen van de informatie op deze site nog vragen over de inhoud of opzet van de leergang? Neem dan contact op met de coördinator van deze leergang, Monique Becker via m.becker@vu.nl.

Of bel Monique Becker op 020-598 21 03.

Ben je student van een bachelor- of masteropleiding aan de VU en heb je vragen aan een docent of je faculteit?
Neem dan contact op met de studentenbalie van de VU

Praktische vragen

Heeft u vragen over plaatsing of betaling? Bel of mail dan naar Ilse Herweijer via vulaw@vu.nl

Of bel ons op 020-598 62 55.

Contactpersoon

Monique Becker
Ilse Herweijer foto

Direct naar

Homepage Cultuur op de campus Sportcentrum VU Dashboard

Studie

Academische jaarkalender Studiegids Rooster Canvas

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas

Over de VU

Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2024 - Vrije Universiteit Amsterdam