Hoe zijn ontwikkelingen in de beeldende kunst en architectuur in Europa en Amerika na de Tweede Wereldoorlog met elkaar verweven? U bekijkt kunstwerken en bestudeert teksten van kunstenaars die inzicht geven in de ideeën van kunststromingen als het surrealisme (Miró, Dali), het abstract expressionisme (Rothko, Newman), CoBrA, popart (Warhol, Hockney), nouveau réalisme. De periode 1940 - 1980 vormt een belangrijke basis voor de hedendaagse kunst.
Opbouw
- Introductie : Toeval en proces: Dadaïsme
- Surrealisme, Magisch Realisme, Neue Sachlichkeit
- Is there an American Art? – Van het rood in een kostuum van een generaal naar Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue?
- Schilderkunst in Parijs na de Tweede Wereldoorlog en CoBrA
- Modernisme in de architectuur van New York tot Nagele
- Organische beeldhouwkunst: Arp – Moore - Hepworth
- I’ll be Your Mirror: Pop Art in Amerika (Duchamp, Andy Warhol)
- Nouveau Realisme in Frankrijk, Pop Art in Engeland en invloed op de hedendaagse kunst
- Vlak en Ruimte: de ideeën van Clement Greenberg
- Figuratieve schilderkunst: Bacon, Beckmann, Bourgeois e.v.a.
Onderwijsvorm: 10 hoorcolleges met ruimte voor vragen tijdens het hoorcollege.
Literatuur: Gedrukte reader. Verplicht boek (zelf aanschaffen):
H. Honour en J. Fleming, Algemene Kunstgeschiedenis, Amsterdam, Meulenhoff, 14e uitgebreide en herziene editie, 2009 of later verschenen herdrukken. Dit boek wordt gedurende de hele leergang gebruikt.
Tijdens de hoorcolleges worden literatuursuggesties gedaan.
Studiebelasting: Ongeveer 4 uur per week.
Verwachte voorkennis: Kennis van de Engelse taal is wenselijk voor het bestuderen van teksten in de reader.
Overige informatie: Deze cursus maakt deel uit van de leergang ‘Kunstgeschiedenis’. Alle cursussen uit deze leergang zijn onafhankelijk van elkaar te volgen. U hoeft dus niet bij deel I te beginnen.
Meer over deze cursus
Inleiding
Data, kosten en inschrijven