Van Matisse tot Mondriaan, van Arp tot Zadkine, van Berlage tot Bauhaus: de eerste helft van de twintigste eeuw vormt een van de meest dynamische periodes in de kunstgeschiedenis. Vooral in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog en de jaren na de Russische revolutie worden veel utopistische ideeën over schilderkunst en maatschappij verwoord in manifesten over kunst en architectuur. Het is de tijd waarin een architect of vormgever durft te geloven dat kunst en architectuur de mensheid een betere wereld kunnen brengen.
Dromen en verlangens over een nieuwe tijd klinken bijvoorbeeld door in teksten van Kandinsky, Mondriaan en Gropius. Docent Frans Hoekstra bespreekt een aantal van deze fascinerende teksten en brengt ze in verband met het beeldende werk. Daardoor krijgt u een andere kijk op de betekenis en bedoeling van de kunstwerken zelf.
In de schilderijen van Matisse en Picasso verandert de betekenis van kleur en ruimte. De verzelfstandiging van het vlak wordt manifest in ‘Zwart Vierkant’ van Malevich. Daarbij daagt de lesstof u ook uit om na te denken over de vraag in hoeverre de gedachte dat kunstgeschiedenis een weg is van figuratie naar abstractie (nog) juist is.
Nieuwe inzichten over ruimte en massa zijn ook van invloed op de beeldhouwkunst, vormgeving en architectuur. In de beelden van Henry Moore, Hans Arp en Giacometti worden klassieke thema’s opnieuw ontleed en vormgegeven. In de bouwkunst leiden ideeën over ornament, materiaal en constructie tot uiteenlopende stromingen.
In Nederland komt dit goed naar voren in de verschillen tussen de architectuur van de Amsterdamse School (Plan Zuid van Berlage) en het Nieuwe Bouwen. Aan het Bauhaus in Duitsland ontstaat een nieuwe vorm van kunstonderwijs, waarbij beeldende kunst, vormgeving en architectuur een maatschappelijk doel dienen.
Onderwijsvorm: 10 hoorcolleges met enige gelegenheid tot het stellen van vragen.
Literatuur: Gedrukte reader. Verplicht boek (zelf aan te schaffen):
H. Honour en J. Fleming, Algemene Kunstgeschiedenis, Amsterdam, Meulenhoff, 14e uitgebreide en herziene editie, 2009 of later verschenen herdrukken. Dit boek wordt gedurende de hele leergang Kunstgeschiedenis (I – VIII) gebruikt.
Studiebelasting: Ongeveer 4 uur per week.
Verwachte voorkennis: Er zijn geen specifieke eisen aan vooropleiding en voorkennis.
Overige informatie: Deze cursus maakt deel uit van de leergang ‘Kunstgeschiedenis’. Alle cursussen uit deze leergang zijn onafhankelijk van elkaar te volgen. U hoeft dus niet bij deel I te beginnen.
Meer over deze cursus
Inleiding
Data, kosten en inschrijven
Leergang kunstgeschiedenis VI
Docent
Drs. Frans Henk Hoekstra is opgeleid kunsthistoricus, eerstegraads docent en beeldend kunstenaar. Hij deed werkervaring op in het Frans Halsmuseum in Haarlem en het Museu de Arte in São Paulo. Vanaf 1994 ontwikkelt hij voor HOVO leergangen. Daarnaast organiseert hij rondleidingen, excursies en kunsthistorische studiereizen naar New York, Chicago en binnen Europa. Onderwerpen variëren van de Klassieke Oudheid t/m de hedendaagse kunst. Lees zijn interview.
Cursisten over deze docent:
- “Al zoveel jaren zijn de colleges van de heer Frans Henk Hoekstra voor mij een voorbeeld hoe je kunstgeschiedenis inzichtelijk kan maken voor een divers gezelschap en de kwaliteit blijft zeer hoog voorwaar geen sinecure.”
Op het HOVO YouTube-kanaal vindt u een flitscollege van de docent, speciaal opgenomen voor HOVO Amsterdam, over of vrouwen naakt moeten zijn om in het museum te hangen.
Contact en meer informatie
Praktische informatie
Contact met HOVO