Het Servicepunt Participatie is opgericht als expertisepunt van HRM om advies en ondersteuning te geven bij het aannemen en begeleiden van collega’s met een arbeidsbeperking. Bij zowel faculteiten en diensten worden er mogelijkheden gecreëerd om mensen met een arbeidsbeperking die onder de banenafspraak vallen een uitdagende baan en een veilige werkomgeving te bieden.
Wettelijk quotum
In april 2013 hebben de sociale partners en het kabinet afgesproken 125.000 extra banen te creëren voor arbeidsgehandicapten, waarvan 100.000 banen binnen de markt- en 25.000 banen binnen de overheidssector. Als universiteit maakt de VU in dit kader onderdeel uit van de overheidssector. Op het niveau van Universiteiten van Nederland (voorheen VSNU) worden afspraken gemaakt over de bijdrage van de universiteiten aan de landelijke banenafspraak. Door Universiteiten van Nederland is de 'Werkagenda Banenafspraak 2019-2026' opgesteld, waarin is opgenomen dat niet langer de banenafspraak maar het wettelijk quotum als uitgangspunt dient.
Doelstelling VU
Op basis van het wettelijk quotum streeft de VU ernaar om uiteindelijk 163 banen voor mensen met een arbeidsbeperking in 2026 te hebben gerealiseerd. Het creëren van banen voor de doelgroep is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle onderdelen van de VU (diensten en faculteiten).
Voorwaarden
Een hele FTE is 25,5 uur volgens de Participatiewet. Wanneer een medewerker meer of minder uren ingezet wordt dan telt dit naar rato. Een medewerker kan dus ook meer dan 1 FTE/meer dan 1 participatiebaan invullen. Voorbeeld: een medewerker werkt 30 uur per week; 30/25,5 = 1,18 FTE.
Er zit geen voorwaarde aan de omvang van de functie om mee te kunnen tellen voor de Quotumwet.
Om aanspraak te kunnen maken op voorzieningen als jobcoaching, loonkostensubsidie of loondispensatie zijn er wel voorwaarden aan de duur en de omvang van de arbeidsovereenkomst. Om in aanmerking te komen voor voorzieningen moet een arbeidsovereenkomst een duur van minimaal 6 maanden en een omvang van minimaal 12 uur per week hebben.
Doelgroep
Wie telt mee voor de banenafspraak en het wettelijk quotum?
- Mensen met een arbeidsbeperking die voor arbeidsondersteuning een beroep doen op de gemeente en die naar het oordeel van UWV niet in staat zijn zelfstandig het minimumloon (WML) te verdienen (dit zijn de mensen die onder de Participatiewet vallen).
- (Ex-)leerlingen vanuit het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) of het praktijkonderwijs (pro) die zich schriftelijk hebben aangemeld bij het UWV.
- Mensen met een indicatie Wet sociale werkvoorziening (Wsw).
- Mensen die in de Wajong zitten (ook hoger opgeleiden), tenzij na de herbeoordeling vaststaat dat de Wajonger volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is.
- Mensen vanuit de Wet inschakeling werkzoekende (Wiw-baan) of vanuit het besluit in- en doorstroombanen (ID-baan)
- Mensen met een medische beperking die is ontstaan voor hun 18e verjaardag of tijdens hun studie, die zonder een voorziening geen WML kunnen verdienen, maar met een voorziening wel.
Punt van aandacht: mensen die herplaatst worden vanuit de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) tellen niet mee voor de banenafspraak.