Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Hoe geef je effectief instructies voor zelfstandig werk?

Terug naar het overzicht van alle didactische tips
Laatst gewijzigd op 26 juni 2024
Herken je dit? Tijdens een onderwijsbijeenkomst laat je studenten werken aan een individuele of groepstaak, maar het verloopt heel rommelig. Je moet veel bijsturen en de opdracht steeds herhalen. Studenten lijken geïrriteerd. Wat is er aan de hand en wat kun je daaraan doen? Lees hieronder onze tips!

Voor zowel je studenten als jezelf kan een rommelige onderwijsbijeenkomst frustrerend zijn. Het liefst is iedereen actief en geconcentreerd bezig. Zeker als je activerend onderwijs uitvoert, is dat van belang. Als docent heb je hierbij zelf een grote verantwoordelijkheid. Neem bijvoorbeeld niet zomaar aan dat studenten niet willen of geen interesse hebben. Maar controleer liever of de opdracht wel duidelijk was, of dat het ze nog iets ontbreekt om aan de slag te gaan. Je kan daarbij eigenlijk niet expliciet genoeg zijn. Gebruik daarom onderstaande tips om effectief instructies te geven.

Tip 1: gebruik WHHTUK
Om er zeker van te zijn dat je studenten alle informatie hebben die nodig is om zelfstandig aan de slag te gaan, kun je gebruikmaken van de afkorting WHHTUK:  

  • Wat moet je doen?
  • Hoe moet je het doen?
  • Waar en hoe kun je Hulp krijgen of vinden?
  • Hoeveel Tijd krijg je voor de opdracht?
  • Wat gebeurt er met de Uitkomst of het resultaat?
  • Wat kun je doen als je Klaar bent?

Als je je opdracht controleert en zo nodig aanvult aan de hand van deze punten, voorkom je onduidelijkheid. Zeker het laatste punt is interessant omdat je er altijd vanuit moet gaan dat sommige studenten al klaar zijn voordat de tijd is verstreken.  

Tip 2: gebruik BART
Een simpeler variant is BART. Die kun je bijvoorbeeld gebruiken bij een korte opdracht tijdens de onderwijsbijeenkomst. BART staat voor:

  • Bedoeling
  • Activiteit
  • Resultaat
  • Tijd

Tip 3: geef instructies niet alleen verbaal maar ook schriftelijk
Zet de uitleg of instructies voor de opdracht in de studiehandleiding, in de onlineomgeving, op het bord of het scherm. Zo kunnen je studenten nalezen wat de bedoeling is in vergelijking met alleen een verbale instructie. Schriftelijke instructies zijn extra belangrijk om de toegankelijkheid voor studenten met bijvoorbeeld auditieve beperkingen te borgen.

Tip 4: laat studenten niet tegelijk luisteren en lezen
Schriftelijke instructies helpen, maar het moment waarop je die uitdeelt, is ook van belang. Zorg ervoor dat je de opdracht niet eerst uitdeelt of op het scherm zet als je de instructie mondeling uitlegt. Zodra je namelijk de opdracht uitdeelt gaan studenten met hun aandacht naar het uitdeelproces en vervolgens de instructies lezen, ze luisteren niet meer naar je uitleg. Mochten de studenten de opdracht al wel hebben, vraag ze dan actief om eerst te luisteren. Als ze laptops of telefoons bij zich hebben, vraag om de telefoons weg te doen en de laptop dicht te klappen.

Tip 5: hou het kort
Mensen hebben slechts een beperkte aandachtsspanne. Het is belangrijk om vooraf te bedenken wat de essentiële informatie is voor het uitvoeren van een taak en wat bijzaak is. In de instructietekst kun je met onderstrepen/cursief/vetgedrukt ook het belang duidelijk. Hou daarbij wel rekening met digitale toegankelijkheid in verband studenten die schermlezers gebruiken of een visuele beperking hebben.   

Tip 6: herhaal de opdracht
Het werkgeheugen van mensen is bijzonder beperkt. Opdrachten die wat ingewikkelder zijn en meerdere stappen bevatten, zijn daarom moeilijk te onthouden. Schroom daarom niet om de uitleg nog een keer te herhalen en wellicht zelfs op een andere manier dan de eerste keer.  

Tip 7: illustreer de uitleg met voorbeelden
Het kan helpen om de opdracht al een keer kort voor te doen. Bijvoorbeeld met een individu of volgens een scenario. Geef ook een voorbeeld van wat het resultaat kan zijn van een opdracht, zowel goede als minder goede voorbeelden. Als studenten een keer gezien hebben wat de bedoeling is, kunnen ze de opdracht gemakkelijker uitvoeren.  

Tip 8: geef ruimte voor vragen
Sommige studenten hebben even de tijd nodig om de instructies te verwerken en komen dan pas met vragen. Of, studenten gaan beginnen en ontdekken dan pas dat de opdracht toch niet duidelijk genoeg is. Zorg dus van tevoren dat je weet hoe je om zal gaan met vragen.  

Eén manier om na te gaan of studenten de instructie hebben begrepen is om studenten te laten herhalen wat ze denken dat ze moeten doen.  

Het is ook goed om even een stilte te laten vallen voordat je de studenten aan het werk zet. En geef duidelijk aan hoe en wanneer ze vragen kunnen stellen. Bijvoorbeeld dat je als docent rondloopt voor vragen of dat ze gewoon even naar je toe moeten komen als het niet lukt.  

Tip 9: wees bemoedigend
Uit onderzoek weten we dat een positieve sfeer de studenten activeert en motiveert. Zorg daarom dat je een bemoedigende uitstraling hebt, wees positief en geef aan vertrouwen te hebben in hun kunnen. Een veilige leeromgeving zorgt ervoor dat alle studenten zich goed genoeg voelen om vragen te stellen. Je mag best zeggen dat een opdracht moeilijk is, maar geef tegelijkertijd aan dat als je best doet het prima mogelijk is om de opdracht goed te doen.