Datum: 4 juni 2024
Wat is uw achtergrond en wat is uw vakgebied?
Ik ben opgeleid als beeldend kunstenaar met als specialisatie fotografie. Pas daarna heb ik de overstap gemaakt naar de literatuur en dan met name de poëzie. Ik kon al snel aan de slag als literair medewerker bij de Volkskrant en als redacteur bij Tortuca, tijdschrift voor literatuur en beeldende kunst. Mijn poëziedebuut verscheen in 2007, daarna volgden nog vier dichtbundels en een roman. Ik heb ook jarenlang liedteksten geschreven voor een muziektheatergezelschap. Het is fantastisch om je teksten gezongen te horen worden.
Waar komt uw fascinatie voor de poëzie vandaan?
Al op de middelbare school was ik gefascineerd door taal. We hebben een alfabet van 26 letters plus een handjevol leestekens, en toch kunnen we daar een oneindig aantal combinaties mee maken. En met die combinaties, of dat nu verhalen of gedichten zijn, kunnen we ons verdiepen in andere mensen. Literatuur is de kunst bij uitstek waarmee je je in andermans hoofd kunt verplaatsen, door andermans ogen naar de wereld kunt kijken. Of althans een poging daartoe kunt doen. Dat heeft me altijd al gefascineerd. Op de middelbare school had ik echter vaak meningsverschillen met mijn docenten Nederlands. De vraag 'Wat heeft de dichter hier bedoeld?' vond ik ook toen al misleidend. Als de dichter het anders had kunnen zeggen, dan had hij of zij dat vast wel gedaan. De vraag moet naar mijn idee zijn: 'Wat heeft dit gedicht ons te zeggen?' En het antwoord op die vraag is voor iedereen anders. Dat maakt literatuur, en poëzie in het bijzonder, tot zo'n oneindig inspirerende kunstvorm.
Wat vindt u binnen uw vakgebied het interessantste onderwerp?
Dat is en blijft toch die ene vraag: Wat maakt een gedicht tot een goed gedicht? Je kan allerlei voorwaarden bedenken, regels verzinnen, en daar kan je een gedicht aan toetsen, maar een echt goed gedicht ontsnapt daar altijd aan. Het laat zich niet vangen, het laat zich alleen lezen, het liefst hardop. Een goed gedicht is als een levend wezen, het verandert voortdurend, van vorm maar ook van betekenis. Een goed gedicht is een raadsel, een mysterie.
Wat maakt het lesgeven bij HOVO Amsterdam zo leuk?
De mensen zijn zó geïnteresseerd! Tot nu toe heb ik alleen online cursussen gegeven, met als groot voordeel dat mensen ook van buiten Amsterdam mee kunnen doen. Er zijn zelfs deelnemers uit Frankrijk en Duitsland. Komend najaar geef ik naast de online cursus voor het eerst ook een cursus in de collegebanken. Dat wordt ongetwijfeld weer een heel andere ervaring. Maar of het nu live is of online, het geeft veel voldoening als een deelnemer na afloop zegt dat een gedicht door mijn bespreking veel dichterbij is gekomen.
Wat hoopt u uw cursisten mee te geven tijdens uw lessen?
Voor mij als docent is het een grote uitdaging om de hedendaagse poëzie, die toch bekend staat als moeilijk toegankelijk, voor een zo groot mogelijk publiek open te breken, leesbaar te maken. De hedendaagse Nederlandstalige poëzie is zo rijk en zo veelzijdig, daar moeten mensen gewoon kennis van nemen. Veel mensen zijn in poëzie geïnteresseerd, maar weten niet waar te beginnen. Ze vinden de drempel te hoog of denken 'ik begrijp er niets van'. Dat is jammer, want ook poëzie die er op het eerste gezicht misschien wat vreemd uitziet, heeft de lezer veel te bieden.