Datum: 5 april 2023
Wat is uw vakgebied?
Drie-in-één: Hedendaagse geschiedenis, Midden-Oosten en Islam, en Internationale Betrekkingen. Ik heb Contemporaine Geschiedenis gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en mij gespecialiseerd in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Daarna heb ik tien jaar in Jeruzalem gewoond. Daar hield ik mij bezig met vredesonderzoek en -activisme en verbreedde mijn studieterrein naar het Midden-Oosten in ruimere zin en naar de dilemma’s die de moderniteit binnen de Islam teweegbrengt. Vervolgens heb ik bijna twintig jaar gedoceerd aan universiteiten in Brazilië. In diezelfde periode heb ik mij geschoold in Internationale Betrekkingen. Hoewel ik het nooit zo gepland had, ben ik dus eigenlijk een soort manusje-van-alles geworden.
Wat is er veranderd in uw vakgebied in de afgelopen decennia?
Een minimaal solide antwoord op deze vraag gaat het kader van ons gesprek uiteraard vér voorbij. Aan een paar héél algemene opmerkingen wil ik mij echter wel wagen. Net als de wereld in het echt, is ook het vakgebied van de geschiedenis gedekoloniseerd. Er is tegenwoordig meer aandacht voor het verhaal van de onderdrukte, de uitgeslotene, de ander. Postmodern relativisme heeft ingehakt op de oudere soms verheerlijkende nationale geschiedenissen. Eurocentrisme is ‘uit’ en postkoloniale benaderingen ‘in’. Dat slaat ook wel eens door en die overdrijving roept op haar beurt reacties op. In het Midden-Oosten was het conflict rond Israël lange tijd vrijwel de enige in het Westen zichtbare hete aardappel. Lang lag de sympathie eerder bij de Joodse Staat. Daar is al geruime tijd geleden een kentering in gekomen, en ook die slaat soms door. Maar belangrijker is dat het Midden-Oosten zoveel groter is, met een veelvoud aan eigen problematieken, en bovenal de veel grotere invloed van de godsdienst. En de Islam strekt zich natuurlijk veel verder uit dan de Arabische wereld. Vroeger bekeken veel waarnemers die heksenketel door een oriëntalistische bril: fascinatie mengde zich met misprijzen. Tegenwoordig zie je ook hier een grotere ontvankelijkheid voor de ervaring van binnenuit. En ja, ook dat gaat soms gepaard met een veel te vergoelijkende ’verdraagzaamheid voor het onverdraaglijke’.
Op gebied van de internationale betrekkingen, ten slotte, is het oude ‘Grote Verhaal’ eveneens ter ziele. Er waren een paar elkaar bestrijdende paradigma’s. Maar sinds het einde van de Koude Oorlog verkeren de oude ideologieën van realisme, liberalisme en marxisme in crisis. De ontwikkelingen gaan zo snel – denk aan de verbroken belofte van ‘het einde van de geschiedenis’, of aan de opkomst van China, of aan de onoverzienbare implicaties van een out-of-control A.I. – dat zelfs professionals het spoor bijster lijken. We worden overspoeld met tegenstrijdige informatie, en kunnen niet op adem komen om die te verwerken. Dat is wel even anders dan de heldere kaders die we ooit op school leerden.
Wat vindt u binnen uw vakgebied het interessantste onderwerp om met cursisten te delen?
Ontwikkelingen die in tijd of ruimte veraf lijken, blijken in het hier en nu door te werken. Maar dat inzicht ontstaat niet vanzelf. We hebben het al enige tijd over globalisering. Maar dan zien we ‘opeens’ in een aantal onderling zeer verschillende landen de haast gelijktijdige opkomst van tegenovergestelde, rechtse, populistische, nationalistische, zelfs antidemocratische tendensen. Hoe verklaar je dat?