Datum: 29 augustus 2024
Wat is uw vakgebied?
Ik ben econoom en heb altijd gewerkt in ontwikkelingslanden. In 1999 werd ik benoemd tot hoogleraar Urban Management aan de Erasmus Universiteit, specifiek gericht op opkomende economieën. Sinds 2003 ben ik hoogleraar Water Services Management bij UNESCO-IHE in Delft. Omdat stedenbeheer onlosmakelijk verbonden is met water- en rioleringsbeheer, ben ik mij daarin gaan specialiseren. Gedurende mijn carrière heb ik acht hoogleraarschappen bekleed, voornamelijk gericht op ontwikkelingslanden, stedelijke gebieden en waterproblematiek. Deze expertise komt ook terug in de colleges die ik geef voor HOVO in Rotterdam, Utrecht en Amsterdam.
Wat maakt het vakgebied zo de moeite waard voor u?
Mijn benadering is altijd zeer breed geweest, met een focus op economische aspecten. Dit onderscheidt mij, omdat er al andere docenten zijn die zich bijvoorbeeld op de cultuur van China richten. Ook binnen de cursussen over de EU probeer ik het volledige transitieproces en economische herstelplannen te behandelen. Een van mijn toekomstige cursussen gaat over de nieuwe internationale economische orde in 2025. Deze cursus richt zich op de samenwerking tussen westerse landen en ontwikkelingslanden, aanvankelijk door de Verenigde Naties en instellingen zoals de Bretton Woods-instellingen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Amerika zijn opgezet. Tegenwoordig heeft China zijn eigen internationale economische orde, met initiatieven zoals de Asian Infrastructure Investment Bank en het Belt and Road Initiative. Deze economische veranderingen zijn zeer actueel en fascinerend, vooral vanwege hun implicaties voor ontwikkelingslanden. Mijn achtergrond in ontwikkelingseconomie helpt me te begrijpen hoe deze landen zich ontwikkelen.
Hoe deelt u uw passie hiervoor met cursisten?
Ik probeer altijd verbanden te leggen tussen grotere economische processen. Nederland maakt deel uit van Europa, en Europa is op zijn beurt een wereldspeler tussen de Verenigde Staten en China. Het is boeiend om te zien hoe deze machtsstrijd zich ontwikkelt. In een eerdere cursus over Afrika, ("Booming Africa"), bespreek ik bijvoorbeeld hoe goed sommige Oost-Afrikaanse landen het doen, met groeicijfers die hoger liggen dan die van veel westerse landen.
Zijn er specifieke momenten of interacties met studenten die u bijblijven?
Een geslaagde les is wanneer cursisten zeggen dat ze nu beter begrijpen hoe de verschillende aspecten met elkaar samenhangen. Het is belangrijk om een wetenschappelijk kader te bieden, zodat ze de theorieën achter geopolitieke en economische verschuivingen begrijpen. Dit helpt hen om bijvoorbeeld de opkomst van China als supermacht beter te plaatsen.
Wat inspireert u het meest aan het lesgeven aan volwassenen?
Volwassenen kiezen er zelf voor om te komen, omdat ze geïnteresseerd zijn. Dit maakt het lesgeven erg leuk. Ze komen binnen met vragen en een nieuwsgierige houding, wat voor mij als docent enorm inspirerend is. De uitdaging is om hen betrokken te houden en gebruik te maken van hun kennis en inzichten, zonder dat het een eenzijdige monoloog wordt. Dit maakt de lessen interactief en spannend.
Het is bijna als een toneelstuk: je moet de aandacht vasthouden, dansen, springen en zingen om het spannend te houden. Als dat lukt, is het zeer dankbaar werk.