Datum: 2 januari 2025
Wat is uw vakgebied en welk aspect daarvan vindt u het meest interessant?
Ik houd me vooral bezig met risico's die te maken hebben met water en het weer, zoals droogte, orkanen, hagelbuien, en stormen. Eigenlijk alle natuurrampen die verband houden met het klimaat en water. Wat ik zo boeiend vind aan het werken in deze sector, is dat water overal mee te maken heeft. Het is verbonden met logistiek, landbouw, industrie, natuur en ecologie. Elk vraagstuk bevat wel een watercomponent, wat het vakgebied heel veelzijdig maakt. Al vanaf mijn studie ben ik geïnteresseerd in hoe de wereld werkt, vooral vanuit een fysiek perspectief. Maar in mijn werk bij het IVM (Instituut voor Milieuvraagstukken) kom ik ook veel in aanraking met sociale wetenschappen, bijvoorbeeld via agent-based modellen die kijken naar hoe mensen beslissingen nemen. Het is die combinatie van fysieke en sociale processen die in de praktijk vaak samenkomt.
Hoe is uw passie voor dit vakgebied ontstaan?
Mijn studiekeuze was deels onbewust, maar ik werd geïnspireerd door een geweldige docent in sociale geografie. Hoewel ik uiteindelijk voor fysische geografie koos, had die vroege interesse in zaken zoals migratie en demografie toch invloed. Tijdens een excursie in Drenthe, waar we bodems onderzochten en landmetingen uitvoerden, merkte ik dat ik dat soort veldwerk fascinerend vond.
Later ben ik verder gegaan in klimaatstudies en heb ik me gespecialiseerd in paleoklimatologie, maar uiteindelijk kwam ik terecht bij onderzoek naar overstromingsrisico's in Nederland. Hoewel ik een promotieaanbod had voor onderzoek naar oceaanverzuring in Hawaï, koos ik bewust voor het werken met watergerelateerde risico’s omdat het altijd dicht bij de praktijk staat. In mijn werk heb ik jaarlijks projecten waarbij ik samenwerk met gemeenten en provincies om waterproblemen aan te pakken. Die praktische verbinding houdt me gemotiveerd, vooral omdat de uitdagingen elk jaar weer veranderen.
Is er een onderwerp waarmee u uw studenten verrast?
Misschien niet een groot onderwerp, maar als ik het heb over overstromingen in Nederland, merk ik dat studenten vaak verrast zijn over de ernst van overstromingen vanuit rivieren. Veel mensen denken dat overstromingen vanaf de zee het gevaarlijkst zijn, maar overstromingen vanuit rivieren kunnen veel langer aanhouden. Waar een stormvloed snel voorbij kan zijn, kan een hoge rivierwaterstand dagen of zelfs weken blijven. In simulaties zie je ook dat overstromingen vanuit rivieren soms ernstiger zijn dan die vanuit de zee. Dit soort nuances vind ik zelf altijd interessant om over te brengen.
Wat vindt u het leukst aan het lesgeven aan volwassenen?
Wat ik waardeer aan lesgeven aan volwassenen, is dat ze vaak vanuit hun levenservaring dingen beter kunnen plaatsen. Ze hebben al veel gezien en meegemaakt in Nederland en kunnen daardoor makkelijker verbanden leggen met wat ze leren. Dit leidt vaak tot interessante vragen en discussies in de les. Bijvoorbeeld, als ik vraag wie bekende Nederlandse waterbeheerders zijn, komen er bij volwassenen veel meer namen naar boven dan bij jongere studenten.