Fragment uit: ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar.
‘Het eerste deel, La technique ou l’enjeu du siècle (De techniek of de inzet van de eeuw), verscheen in 1954 en vestigde zijn reputatie. Het boek bevatte een felle kritiek op de schaduwzijde van de zich stormachtig ontwikkelende techniek. Die zou leiden tot een doelmatigheid, waaruit de ziel was verdwenen. De romanschrijver Aldous Huxley, auteur van de anti-utopistische roman Brave New World, introduceerde La technique ou l’enjeu du siècle in de Angelsaksische wereld, waardoor Ellul wereldfaam zou verwerven.
Zover was het anno 1965 nog niet. Ellul was wel bekend, maar stond nog in de schaduw van toen furore makende denkers als Jean-Paul Sartre, Michel Foucault en Claude Levi-Strauss. Wel had het uitgesproken maatschappijkritische werk van Ellul de Vrije Universiteit al bereikt – maar dan vooral omdat de socioloog zijn werk schreef ‘in isolement’, zoals de rector van de Vrije Universiteit, prof. dr. R. Schippers, Ellul liet weten. De protestant Ellul verrichtte zijn werk in het katholieke dan wel seculiere Frankrijk. Daarop legde ook erepromotor prof. mr. S. Gerbrandy de nadruk in zijn laudatio. Hij noemde Ellul ‘één van de groten van onze tijd’. Groot was Ellul vooral omdat hij zijn kennis en ervaring inzette om de mens te dienen. En dienen wilde zeggen: te wijzen op de waarheid die in Jezus Christus was geopenbaard.
Jacques Ellul, geboren in 1912 en gestorven in 1994, was een bijzonder geleerde. In zijn jonge jaren werd hij gegrepen door Het Kapitaal van Karl Marx. Het boek was, zo zou hij later verklaren, ‘de eerste schok die mij een universele verklaring van de wereld gaf’. Dat Ellul behoefte voelde aan een universele wereldverklaring blijkt ook uit de tweede bron, waaruit hij dronk: de bijbel. Ellul zag geen tegenspraak tussen marxisme en godsdienst. Integendeel, het waren voor hem completerende levenbeschouwingen. Waar het marxisme de maatschappij analyseerde, beschreef het christendom de condition humaine, waarin liefde, verdriet en dood een plaats hadden.
Het oeuvre van Ellul kan worden beschouwd als een eigenzinnige variant op de maatschappijkritiek die ook door de destijds opgang makende Frankfurter Schule werd geleverd: de kapitalistische, op winst beluste maatschappij zou de mens van zichzelf vervreemden. De Vrije Universiteit legde met het eredoctoraat in 1965 de nadruk op de protestantse moralist Ellul, maar was ook vatbaar voor zijn maatschappijkritiek. Zo bezien vormde Ellul een eerste teken voor de nieuwe wind die in de jaren zeventig en tachtig ging waaien – een wind die van links kwam.’
Lees de volledige tekst over het eredoctoraat voor Jacques Ellul in ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar.