Ik zat in de eerste lichting van DOCS en draag het project een heel warm hart toe, vandaar dat ik er nog steeds bij betrokken ben. Ik vind het namelijk hard nodig om de klimaatdoelen voor 2030 en 2050 te halen. CO₂ -opslag is onderdeel van deze energietransitie.
CO₂ kun je niet zomaar opslaan, je moet het eerst bewerken en comprimeren zodat het van een gastoestand in een superkritische en vloeibare toestand wordt gebracht. En die superkritische vloeistof kun je transporteren naar de zoutreservoirs onder de zee. Het is enorm belangrijk dat we zoveel mogelijk risico’s in kaart brengen zodat CO₂ bijvoorbeeld niet uit het reservoir kan gaan lekken waardoor je het bodemleven negatief beïnvloedt zodat dat sterft. Dus het hebben van een stevige en veilige toplaag is essentieel.
Een toplaag van klei is idealiter 50 meter dik of meer, maar veel hangt af van de kwaliteit van de afdekkende laag. Belangrijk is dat deze kleilaag ver doorloopt in de ondergrond, zodat de CO₂-pluim ingekapseld blijft zodra deze zich beweegt. In het onderzoek naar geschikte locaties, breng je eerst in kaart waar de zwaar vervuilende industrie gevestigd is, onderzoek je daarna mogelijk geschikte gebieden in zee en kijk je naar de gesteldheid van de bodem. Als je naar de bodemgesteldheid kijkt dan maak je als het ware een reis terug in de tijd. Je ziet de verschillende lagen van misschien wel 150 miljoen jaar geleden: rivierafzettingen, diepzee afzettingen, organisch materiaal. De continenten zoals wij die nu kennen waren toen echt anders.
Wij denken dat de zogenaamde Vlieland Zandsteen Formatie het meeste geschikt is om CO₂ in op te slaan. Dat bevindt zich op een diepte van 1000 meter of meer onder de zeebodem en dat betekent dat we zo’n 140-120 miljoen jaar teruggaan in de tijd. Hier liggen zandstenen die ooit in een kustmilieu zijn afgezet. Zandsteen is geschikt omdat het grovere korrels zijn, waar ruimte tussen zit (porositeit) waar je bijvoorbeeld CO₂ in kwijt kunt.