In 2016 verscheen het rapport Kind en ouders in de 21e eeuw. Hierin stelt de Staatscommissie Herijking ouderschap voor om een vorm van adoptie mogelijk te maken waarbij de juridische banden met de oorspronkelijke ouders behouden blijven, de zogenaamde ‘eenvoudige adoptie’.
Naar aanleiding hiervan onderzochten VU-wetenschappers Machteld Vonk, Whitney de Haan en Geeske Ruitenberg of er onder pleegouders behoefte is om eenvoudige adoptie in te voeren. Samen met onderzoeker Christina Jeppesen de Boer (Universiteit Utrecht) inventariseerden zij de voor- en nadelen van eenvoudige adoptie in het kader van pleegzorg binnen het Nederlands familierecht. Ook is er gekeken naar ervaringen van landen waar deze vorm van adoptie al ingevoerd is.
Er is geen eenduidig antwoord gevonden op de vraag of eenvoudige adoptie mogelijk moet worden gemaakt in Nederland. De diversiteit onder pleeggezinnen en –ouders is groot. Daarnaast kan het behouden van de band met de oorspronkelijke ouders en familie van het pleegkind zowel een voor- als een nadeel zijn. Wat wel duidelijk naar voren is gekomen tijdens dit onderzoek, is dat pleegkinderen graag inspraak willen in het besluitvormingsproces.
In het voorjaar van 2020 is het onderzoeksrapport door de Minister voor Rechtsbescherming, Sander Dekker, aangeboden aan de Tweede Kamer. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC), onderdeel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.