Om toegelaten te worden tot de postacademische ambtsopleiding boeddhistisch geestelijke verzorging dien je in het bezit te zijn van een masterdiploma Theology and Religious Studies, met als specialisatie Spiritual Care, inclusief voorbereidend traject boeddhisme of een diploma dat daaraan gelijkwaardig is. Onder omstandigheden kun je de opleiding dus ook volgen als zij-instromer. (Uitleg over de voorwaarden hiervoor vind je hieronder.)
Studenten die het voortraject aan de VU hebben gevolgd voldoen automatisch aan de toelatingseisen. Ervan uitgaande dat ze binnen de bachelor) en de master de boeddhisme vakken (incluis MA scriptie) hebben gekozen die worden aangeboden door het Boeddhistisch seminarium, en mits ze voldoen aan de overige eisen waar studenten aan moeten voldoen. In de bachelor bestaan worden de boeddhisme vakken aangeboden in de minor Buddhism, yoga and spirituality. In de master Spiritual Care, kan de student de Buddhism track volgen.
Overige eisen
Van studenten wordt verwacht dat ze geworteld zijn in boeddhistische beoefening en dat ze verbonden zijn aan een boeddhistische traditie van een (liefst Nederlandse) sangha, waar een leraar aan verbonden is. Aan het begin van de opleiding kan het zijn dat men nog zoekende is. De studenten worden aangemoedigd om op zoek te gaan naar de traditie waarbij ze zich thuis voelen. De verbinden met een sangha is belangrijk om de diepe worteling in de traditie te waarborgen. Het is vereist dat de student aan het einde van diens studietraject twee aanbevelingsbrieven (Kalyana Mitra brieven) van mentoren/spirituele vrienden uit de sangha toevoegt aan diens portfolio.
Daarnaast wordt verwacht dat studenten bereid zijn om traditie-overstijgend te werken. De ambtsopleiding nodigt uit tot het onderzoeken van de diverse boeddhistische tradities. Deze bevatten een schat aan inspiratie als het gaat om ethiek, wijsheid, liefdevolle vriendelijkheid en aandachtig gewaar-zijn. Dit vormt de basis voor het handelen en de professionele ontwikkeling van de boeddhistisch geestelijk verzorger.
Zij-instromers
De boeddhistische ambtsopleiding staat in principe open voor zij-instromers. Om toegelaten te kunnen worden, dien je tevens te voldoen aan de overige eisen, zoals hierboven beschreven. Vervolgens wordt onderzocht of maatwerk mogelijk is.
Studeren aan de boeddhistische ambtsopleiding is maatwerk. Als de student al over ruime werkervaring als geestelijk verzorger beschikt (3 tot 5 jaar) dan is het in overleg mogelijk de stage op de werkplek te doen. Wel blijft het belangrijk dat de student participeert in de intervisie, supervisie en terugkom-bijeenkomsten die de opleiding aanbiedt.
Als je niet beschikt over een BA Religiestudies/Boeddhisme en de genoemde MA Spiritual Care (Buddhism track)/ met boeddhistische vakken, dan wordt gekeken in hoeverre jouw academische voortraject, en (mogelijk) jouw beroepservaring, in combinatie met het volgen van aanvullende vakken (geestelijke verzorging en boeddhisme) je toelaatbaar maakt. In overleg met jou zal aan de hand van je CV worden vastgesteld welke aanvullende vakken gevolgd moeten worden. Deze afspraken worden vastgelegd in een persoonlijk opleidingsplan.
Zending
Studenten die de boeddhistische ambtsopleiding volgen kunnen, mits ze voldoen aan de criteria, in aanmerking komen voor een “zending” van de Boeddhistisch Zendende Instantie (BZI). Net als dat bij andere religieuze organisaties gebruikelijk is, toets de BZI of de student gezien kan worden als representant van de traditie.
In de praktijk is de zending steeds gekoppeld aan een concrete baan. Sommige werkvelden zoals justitie en defensie stellen zending verplicht. In de zorg wordt er verschillend mee omgegaan. Het is dus de werkgever die een zending voor een boeddhistisch geestelijk verzorger aanvraagt.
Om er zeker van te zijn dat studenten na de boeddhistische ambtsopleiding in aanmerking komen voor zending, wordt standaard met alle studenten voor aanvang van de opleiding een valideringsgesprek met de BZI gehouden. Hierbij wordt de startpositie van de student besproken en ook de zendingscriteria van de BZI.
Voor studenten die het voortraject aan de VU hebben gevolgd, vindt het toelatingsgesprek plaats in de afstudeerfase van de Master Spiritual Care.
Toelating en definitieve inschrijving
Je wordt pas toegelaten tot de opleiding na een gesprek met de Toelatingscommissie Boeddhistische Ambtsopleiding. Deze commissie bestaat uit de rector van het Boeddhistisch seminarium prof. dr. Bee Scherer of diens gedelegeerde VU-docenten en uit leden van de Boeddhistische Zendende Instantie (BZI).
Na een fiat van de Toelatingscommissie Boeddhistische Ambtsopleiding kun je je definitief inschrijven. Daarvoor ontvang je van het secretariaat van de ambtsopleiding een inschrijfformulier. Dit formulier en de gevraagde bijlagen moeten vóór 1 mei in bezit zijn van de studiecoördinator van de opleiding, Aafje van den Boogert. (Soms is het mogelijk om op een ander moment in het studiejaar in te stromen.)
Kosten
Je inschrijving is pas definitief wanneer je het inschrijvingsgeld hebt overgemaakt. Voor de boeddhistische ambtsopleiding is éénmalig een bedrag van € 2.530,- inschrijfgeld verschuldigd aan de Faculteit Religie en Theologie. Op basis van je aanmelding ontvang je een factuur waarmee je het inschrijvingsgeld kunt betalen. Het bedrag dient in één keer te worden overgemaakt. De opleiding bestrijkt standaard een periode van 2 jaar, de inschrijving is echter voor drie jaar geldig (dus uitloop van één jaar is toegestaan, zonder dat er opnieuw inschrijfgeld verschuldigd is).