De cursus is opgezet in twee delen van elk twee colleges: eerst een tweeluik over islamitisch Spanje, al-Andalus (711-1492), en vervolgens een tweeluik over Normandisch Sicilië in de twaalfde eeuw. Het eerste college behandelt de religieuze architectuur en decoratie, terwijl het tweede zich richt op de paleisbouw met tuinen en de hofcultuur.
De bloei van al-Andalus begint al kort na de verovering van Spanje op de Visigoten, met de komst van een uit Syrië gevluchte prins die hier in 756 een onafhankelijk emiraat stichtte. Hij bekrachtigde dit met de bouw van een grote Vrijdagmoskee in de hoofdstad Cordoba. Deze vorstelijke ‘Mezquita’ vormt het uitgangspunt voor de ‘Spaans-Moorse’ bouwstijl, met karakteristieke hoefijzerbogen en vervlochten ornamenten, die ook in kerken, synagogen en paleizen wordt toegepast. De paleizen en tuinen van het Alhambra in Granada (13e en 14e eeuw) vormen het schitterende hoogtepunt van de verfijning van deze bouwstijl.
Sicilië was van oudsher een trefpunt van culturen. Na overheersing door Byzantijnen en Arabieren vielen in de late elfde eeuw Normandische ridders vanuit Zuid-Italië het eiland binnen. Roger II verenigde in 1130 beide domeinen tot één koninkrijk Sicilië, met Palermo als hoofdstad. Aan zijn meertalige hof verzamelde hij geleerden, dichters en kunstenaars van Arabische, Joodse en Griekse afkomst. De kerken en het koninklijk paleis vertonen een mix van stijlelementen, terwijl de buitenverblijven rond de stad geheel oriëntaals ogen. Bij deze lusthoven hoorde ook een luisterrijke hofcultuur met hoofs vermaak zoals het schaakspel en de valkerij. Zo werd Sicilië, naast Andalusië, een belangrijk doorgeefluik van Arabische wetenschap en hoofse cultuur.
Onderwijsvorm: 4 hoorcolleges met ruimte voor vragen na afloop.
Literatuur: Digitale hand-out.
Studiebelasting: nihil.
Verwachte voorkennis: Er zijn geen specifieke eisen aan vooropleiding en voorkennis.
Meer over deze cursus
Inleiding
Data, kosten en inschrijven