In de jaren ’90 vond een omslag plaats in het denken over kunst en cultuur, die later de ‘performative turn’ werd genoemd. De kern van deze omslag was het inzicht dat de wereld niet uit stilstaande dingen bestaat, maar dat alle dingen voortdurend in uitvoering zijn. Deze omslag had ook invloed op het nadenken over muziek: muziek wordt immers uitgevoerd - dat is zelfs de voorwaarde om überhaupt van muziek te kunnen spreken.
De ‘performative turn’ heeft veel musici en luisteraars aan het denken gezet, maar is tegelijkertijd nooit echt mainstream geworden. Nog steeds wordt de componist, die muziek in noten op papier codeert, gezien als de kunstenaar - niet de musicus die deze noten decodeert en er daadwerkelijk muziek van maakt.
Dit is niet verwonderlijk; het past bij de manier waarop de Westerse maatschappij is ingericht. Die nodigt luisteraars uit zich als consumenten te gedragen, componisten als kunstenaars te zien, en musici als pakketbezorgers.
In drie colleges maakt u kennis met een andere visie op muziek. Wat betekent het om in te zien dat muziek alleen bestaat wanneer ze klinkt, dat muziek kunst is en dat musici dus de kunstenaars zijn? En welke rol spelen dingen (zoals muziekinstrumenten) en denkers (zoals filosofen) in deze bespiegeling?
De cursus reikt een perspectief aan op muziek en musiceren waaruit blijkt waarom muziek kunst is, en waarom kunst veel meer is dan versiering – integendeel zelfs urgent kan zijn.
Onderwijsvorm: 3 hoorcolleges met ruimte voor vragen na afloop.
Literatuur: Digitaal cursusmateriaal. Leessuggestie:
Hans Fidom, Oefen je muzikaliteit: luister klankbewust. In: Muziek zit tussen je oren. Eindhoven: Damon, 2023.
Studiebelasting: Ongeveer 2 uur per week.
Verwachte voorkennis: Slechts één toegangseis: open oren en bereidheid eigen inzichten en intuïties los te laten – al was het maar voor drie weken.
Overige informatie: De collegezaal is alleen per trap bereikbaar (laatste etage).
Meer over deze cursus
Inleiding
Data, kosten en inschrijven