Het document, goedgekeurd door het College van Bestuur, biedt faculteiten handvatten om eigen beleid te formuleren en schetst zowel de kansen als de risico’s van deze snel ontwikkelende technologie.
Lees hieronder de belangrijkste punten in het kort of raadpleeg het volledige document.
Waarom een kader voor genAI in het onderwijs?
GenAI en de snelle ontwikkelingen op het gebied van deze technologie hebben impact op de maatschappij en niet in de laatste plaats ook op het onderwijs. Het biedt mogelijkheden om leren te ondersteunen, bijvoorbeeld bij schrijven of informatieverwerking. Tegelijk brengt AI risico’s met zich mee, zoals vervlakking van academische vaardigheden, data- en privacyproblemen, de verspreiding van desinformatie en een toenemende druk op duurzaamheid.
De VU neemt hierin haar verantwoordelijkheid door duidelijke richtlijnen op te stellen, gericht op een veilige en toekomstgerichte leeromgeving. Regelmatige actualisering van het kader is voorzien.
AI moet bijdragen aan academische ontwikkeling
GenAI mag geen vervanging zijn voor eigen denken, schrijven en onderzoeken. Studenten leren hoe zij AI op een verantwoorde manier kunnen inzetten om hun leerproces te versterken, niet te ondermijnen. Zelfstandig werken, kritisch nadenken en feit van fictie kunnen onderscheiden blijven essentieel.
AI literacy is een basisvaardigheid
Iedere student en docent ontwikkelt basiskennis over AI:
- Hoe werkt AI en wat zijn de beperkingen?
- Wanneer is de inzet van AI zinvol of juist onwenselijk?
- Welke ethische kwesties spelen er (zoals bias, auteursrecht en duurzaamheid)?
Docenten dragen actief bij aan de ontwikkeling van AI literacy van studenten in hun onderwijs en volgen zelf ook trainingen waar nodig.
Wetenschappelijke integriteit staat voorop
De toepassing van AI in onderwijs en onderzoek moet altijd passen binnen de principes van wetenschappelijke integriteit. Transparantie over het gebruik van AI en kritische reflectie op de gegenereerde output zijn noodzakelijk.
Duurzaamheid en ethiek spelen een grote rol
Het gebruik van AI heeft impact op het milieu vanwege het hoge energieverbruik van grote taalmodellen. Daarnaast moet kritisch gekeken worden naar de manier waarop AI-tools worden ontwikkeld en getraind. Studenten en docenten leren bewust en duurzaam om te gaan met AI-technologie.
Duidelijkheid in vakken en toetsing
Per vak wordt duidelijk aangegeven:
- Of AI- gebruik is toegestaan en in welke vorm.
- Welke afspraken er gelden voor opdrachten en toetsing.
- Hoe studenten hun AI-gebruik moeten verantwoorden.
Zonder expliciete vermelding mogen studenten ervan uitgaan dat eigen werk zonder AI-hulp moet worden gemaakt.
Privacy en dataveiligheid zijn essentieel
Studenten mogen niet verplicht worden om AI-tools te gebruiken waarvoor de VU geen licentie heeft. Privacy, ethiek en transparantie van de software zijn belangrijke voorwaarden.
Er mogen geen persoonsgegevens of vertrouwelijke (onderzoeks)gegevens verwerkt worden in AI-tools. Studenten, docenten en medewerkers moeten alert zijn op de risico’s van dataverzameling door AI-leveranciers.
Fraudepreventie: formatieve begeleiding
AI-fraude is lastig te detecteren. AI-detectors zijn onbetrouwbaar en mogen niet worden gebruikt. In plaats daarvan kan beter worden ingezet op formatieve begeleiding. Door regelmatige feedbackmomenten wordt de ontwikkeling van studenten gevolgd en kunnen problemen vroegtijdig worden gesignaleerd.
Pilots en innovaties onder voorwaarden
Experimenteren met AI in het onderwijs kan, maar alleen onder bepaalde randvoorwaarden:
- Vooraf melden bij de VU Onderwijswerkplaats.
- Zorgvuldig plannen en risico’s in kaart brengen.
- Resultaten evalueren en delen voor bredere toepassing.
Ondersteuning en verantwoordelijkheid nemen
Iedereen aan de VU – van het College van Bestuur en de faculteiten tot de examencommissies, docenten, medewerkers en studenten – speelt een rol in het doordacht en passend gebruik van generatieve AI. Samen zorgen we, dankzij goede samenwerking en ondersteuning, voor een leeromgeving die voorbereid is op het verantwoord gebruik van generatieve AI.
Ondersteuning is beschikbaar via de VU Onderwijswerkplaats voor pilots en kennisdeling, en via het nieuwe VU Artificial Intelligence Competence Network voor technische, juridische en didactische hulp. Docenten en onderwijsmedewerkers kunnen trainingen volgen via het Centre for Teaching and Learning en de Universiteitsbibliotheek. Daarnaast helpt de AI Maturity Scan inzicht te krijgen in het eigen AI-niveau, met praktische tips voor verdere ontwikkeling.
Raadpleeg het nieuwe kader Generatieve AI in het onderwijs (april 2025) voor alle uitgangspunten en richtlijnen.