Allereerst beiden gefeliciteerd met jullie nieuwe rol. Hoe is jullie passie voor het onderwijs ontstaan?
H: Dat is door de jaren heen gegroeid. Ik ben opgeleid tot jurist en had niet direct de ambitie om docent te worden. Ik wilde promoveren. Toen ik naast het promoveren onderwijs moest geven, ontdekte ik eigenlijk pas hoe enorm leuk ik dat vond. Een pedagogische achtergrond ontbrak, dus ging ik zelf op zoek naar handige manieren om de collegestof goed over te brengen. Naast doceren hield ik me gaandeweg ook steeds meer bezig met onderwijsontwikkeling, onder andere in de rol van vakcoördinator en later als opleidingsdirecteur van de bachelor- en masteropleiding Notarieel Recht. Ik vind onderwijs geven nog steeds erg leuk, maar ik merkte de afgelopen jaren dat het wat moeizamer ging. Het onderwijs is momenteel redelijk vrijblijvend geregeld, dat maakt het anders om les te geven. In mijn nieuwe rol kijk ik er naar uit om samen met Jantien en andere collega’s studenten daar te krijgen waar de universiteit voor bedoeld is. We willen graag dat studenten zich verbonden voelen met de faculteit en het leuk vinden om hier te komen.
J: Ik heb wel een achtergrond onderwijs. Voordat ik criminologie ging studeren, heb ik pedagogiek gestudeerd met de nadruk op onderwijstheorie. Ik heb daar toen een tijd niks mee gedaan, tot ik na mijn studie Criminologie aan de slag ging als docent. Inmiddels zijn we alweer 16 jaar verder. In de tussentijd ben ik ruim 12 jaar opleidingscoördinator geweest van de masteropleiding International Crimes, Conflict and Criminology en programmacoördinator van de nieuw ontwikkelde leerlijn Professionele en Persoonlijke Identiteit (PPI). Bij PPI heb ik hele gemotiveerde studenten voorbij zien komen, die alles uit hun tijd aan de VU willen halen en steengoede juristen en criminologen willen worden. Maar er zijn ook studenten die rechtsomkeer maken als een college niet verplicht is. Met de leerlijn PPI hebben we al mooie stappen kunnen zetten om hier verandering in te brengen en dat zou ik graag ook op facultair niveau willen doen. Ik besloot de stoute schoenen aan te trekken en bood Helen aan haar rechterhand te worden.
De rol van onderwijsdirecteur is nieuw. Wat houdt de rol in en hoe verhoudt die zich tot de rol van portefeuillehouder onderwijs?
H: Ik kijk op een strategisch niveau naar het onderwijs binnen de faculteit. Dat houdt in dat ik kijk wat er nodig is en welke ontwikkelingen we kunnen doorvoeren. Daarbij houd ik ook rekening met randvoorwaarden.
J: En ik kijk er vooral onderwijskundig naar. Welke implicaties hebben bepaalde beslissingen en keuzes? Helen overziet het grote plaatje en ik duik meer de faculteit in om te kijken of en hoe we bepaalde plannen onderwijs technisch kunnen realiseren.
Welke plannen liggen er momenteel op het gebied van onderwijsontwikkeling?
H: We zijn de afgelopen tijd bezig geweest met een plan en een aantal concrete voorstellen om het onderwijs aan de faculteit te innoveren. De komende tijd gaan we dit delen met collega’s en studenten en hen om input vragen. We willen samen optrekken en vinden het belangrijk dat de ontwikkelingen breed gedragen worden. Met de start van het nieuwe studiejaar gaan we daar een begin mee maken.
J: Het plan bestaat uit een breed palet van ontwikkelingen. Er is bijvoorbeeld een nieuwe toetsvisie op de VU. Deze moet vertaald worden op facultair niveau en vervolgens moet het ook allemaal goed geïmplementeerd worden. Maar er komt ook een voorstel op het gebied van docentprofessionalisering. Er zijn zoveel talentvolle docenten binnen de faculteit. We willen hen de tools en mogelijkheden bieden om onze studenten te motiveren en te enthousiasmeren.
Staan er nog andere onderwijsontwikkelingen op de planning?
H: Op het moment zijn we bezig met de voorbereiding van de heraccreditatie van acht opleidingen van onze faculteit. Daarnaast gaan we aan de slag met de implementatie van de leerlijnen binnen de opleidingen. Er is een aantal nieuwe leerlijnen ontwikkeld, waaronder de leerlijn Ethiek & Diversiteit. Komende tijd gaan we kijken hoe die invulling kunnen krijgen in de bestaande vakken.
J: In de nabije toekomst zou ik ook graag de onderwijsvisie van de faculteit willen optimaliseren. Deze is nog niet concreet genoeg, waardoor uniformiteit soms ontbreekt. Denk bijvoorbeeld aan de term ‘uitdagend onderwijs’. Wat verstaan we daar precies onder? Maar dat is toekomstmuziek, we gaan ons de komende maanden eerst focussen op de voorstellen en uitwerking van het plan van aanpak.