Onderwijs Onderzoek Actueel Organisatie en samenwerking EN
Login als
Studiekiezer Student Medewerker
Bachelor Master VU voor Professionals
HOVO Amsterdam VU-NT2 VU Amsterdam Summer School Honoursprogramma Universitaire lerarenopleiding
Promoveren aan de VU Uitgelicht onderzoek Prijzen en onderscheidingen
Onderzoeksinstituten Onze wetenschappers Research Impact Support Portal Impact maken
Nieuws Agenda Energie in transitie
Israël en Palestijnse gebieden Vrouwen aan de top Cultuur op de campus
Praktische informatie VU en innovatiedistrict Zuidas Missie en Kernwaarden
Organisatie Samenwerking Alumni Universiteitsbibliotheek Werken bij de VU
Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken

Laatst gewijzigd op 9 juli 2024
Om veilig te kunnen werken, kunnen medewerkers persoonlijke bescherming nodig hebben, zoals in laboratoria en in werkplaatsen. Persoonlijke beschermingsmiddelen beschermen hoofd, gezicht, ogen, oren, handen of voeten tegen ongevallen, zoals het spatten van een bijtende stof.

De Arbowet bepaalt dat werkgevers beschermingsmiddelen gratis beschikbaar moeten stellen. PBM moeten voldoen aan het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen. De werkgever is ook verantwoordelijk voor goede voorlichting over het gebruik en onderhoud.

PBM zijn in principe persoonlijk. Dat wil zeggen dat ze niet achtereenvolgens door verschillende medewerkers mogen worden gebruikt, behalve wanneer ze bij elke verandering van gebruiker voldoende gereinigd, ontstoft of gedesinfecteerd worden.

Gebruik, onderhoud en verplichtingen rondom het gebruik van PBM

  • Arbeidshygiënische strategie (bronaanpak)

    Het dragen van PBM is de laatste stap die genomen wordt om de risico's zoveel mogelijk te beperken. De Arbowet (artikel 3) geeft aan dat de arbeidshygiënische strategie (bronaanpak) gevolgd dient te worden. Deze strategie om de risico's zoveel mogelijk te beperken omvat de volgende stappen:

    1. Risico's bij de bron bestrijden. Bijvoorbeeld een gevaarlijke stof vervangen door een minder gevaarlijke stof.
    2. Risico's beperken door risicovolle elementen af te schermen (collectieve bescherming). Bijvoorbeeld afscherming van bewegende delen van machines.
    3. Risico's organisatorisch inperken. Bijvoorbeeld door bepaalde werkzaamheden te laten verrichten door medewerkers die daarvoor zijn opgeleid of door de blootstellingsduur te beperken door roulatie.
    4. Gebruik maken van PBM. Dit mag alleen de stappen 1 t/m 3 doorlopen zijn en de risico's niet op een andere manier gereduceerd kunnen worden, omdat dit redelijkerwijs niet mogelijk is. 
  • Noodzaak van een PBM en voorwaarden waaraan een PBM moet voldoen

    Bij het verrichten van bepaalde werkzaamheden is het nodig om PBM te dragen. Veelal is dit in de risico-inventarisatie en evaluatie van de faculteit of dienst omschreven. Als verschillende beschermingsmiddelen gelijktijdig worden gedragen, moeten de beschermingsmiddelen goed op elkaar zijn afgestemd: elk beschermingsmiddel afzonderlijk moet op de juiste wijze kunnen worden gebruikt, zonder dat de beschermende werking verminderd. 

    PBM moeten altijd voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • geschikt zijn voor de te voorkomen risico's, zonder zelf een vergroot risico in te houden
    • in overeenstemming zijn met de omstandigheden op de werkplek
    • afgestemd zijn op de ergonomie, de gezondheid en het comfort van de medewerker
    • aanpasbaar zijn aan de drager. Een medewerker met slechte ogen heeft bijvoorbeeld recht op een veiligheidsbril met correctieglazen, en veiligheidsschoenen moeten orthopedisch aanpasbaar zijn aan de voeten van de drager
    • aangepast zijn aan de drager

    Enkele voorbeelden PBM: 
    Veiligheidsbril, veiligheidsschoenen, veiligheidshelmen, gehoorbescherming (oorproppen, otoplastieken, oorkappen, etc.), labjas, laskap, handschoenen, gelaatsschermen en stoffilters. 

    Geen PBM:
    Beeldschermbrillen en middelen ter preventie van RSI vallen niet onder de PBM. 

  • Veiligheidseisen en CE-markering PBM en voorlichting

    In Nederland zijn PBM opgenomen in de Warenwet. De verplichtingen bestaan uit:

    • CE-markering (aangebracht op het product)
    • gebruiksaanwijzing (gaat mee met het product)
    • EG-verklaring van overeenstemming (fabrikant)
    • technisch fabricage dossier (fabrikant)

    In bijlage 1 en 2 staan de gebodsborden voor het dragen van PBM en de categorie indeling PBM. Vanuit de Europese Richtlijn 89/686/EEG zijn de PBM die onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen in drie categorieën of risicoklassen ingedeeld, namelijk I (eenvoudig), II en III (complex).

    Niet standaard PBM worden alleen besteld na overleg met deskundigen. Dit is vooral van belang voor PBM die bescherming moeten bieden tegen hoge risico's (categorie III).

    Voorlichting en onderricht over het gebruik van PBM

    Bij alle PBM wordt de handleiding meegeleverd. De gebruiker dient de handleiding aandachtig te lezen en zo nodig advies aan de leverancier te vragen. 

  • Onderhoud en reiniging PBM

    Na langdurig gebruik van het beschermingsmiddel zal er slijtage optreden, zoals aantasting van het materiaal door dampen van oplosmiddelen, beschadigingen, veroudering, etc. Ook worden de PBM na verloop van tijd vuil. Om zeker te zijn van de beschermende werking moeten PBM periodiek worden onderhouden. Vooral bij categorie III producten, zoals ademhalingsbescherming, valbescherming en chemicaliënbestendige kleding, is onderhoud door deskundigen van groot belang. In veel gevallen vindt onderhoud plaats door een beheerder of leverancier van de PBM. Ook de gebruiker heeft een primaire taak in het dagelijks onderhoud.

    Reiniging en dagelijks onderhoud

    Het dagelijks onderhoud van PBM valt onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker (de medewerker). 

    Periodieke reiniging is vooral van belang voor werkkleding, ademhalingsbescherming en handschoenen. Vervuilde kleding mag niet mee naar huis worden genomen, maar worden gereinigd door gespecialiseerde bedrijven (wasserij voor werkkleding).

    In de gebruikshandleiding staat hoe de gebruiker het beschermingsmiddel veilig kan bedienen en onderhouden. Daarin staat ook wanneer periodiek onderhoud moet plaatsvinden.

    Keuringen en specifiek onderhoud

    Keuringen en specifiek onderhoud voor bijvoorbeeld valbeveiliging, worden uitgevoerd door een deskundige of een daartoe bevoegd persoon. Het initiatief hiervoor ligt bij de leiding van de afdeling. Het is aan te bevelen de keuringscertificaten te bewaren tot de vervolgkeuring. 

  • Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en toezicht

    Toezicht op het dragen van PBM
    De leidinggevende is verantwoordelijk voor het toezicht op het dragen van PBM binnen de afdeling. Wanneer de leidinggevende niet aanwezig is, worden afspraken gemaakt over het houden van toezicht.

    Personen die geen werkzaamheden verrichten in de ruimten waarvoor PBM verplicht gesteld zijn
    Personen, die onder begeleiding van een daar werkzaam personeelslid slechts incidenteel de ruimten betreden, worden bij het betreden op de voor de ruimte verplicht gestelde PBM gewezen. De begeleider ziet er op toe dat deze middelen gebruikt worden.

    Aanspreken op gedrag
    Bij het niet nakomen van de afspraken over het dragen van PBM kan een boete worden opgelegd door de Inspectie SZW. Ook de medewerker zelf kan een forse boete krijgen bij het niet dragen van de vereiste PBM. Waarschuwingen of het aanspreken van de medewerker door de leidinggevende over het niet dragen van de vereiste PBM moeten serieus worden genomen en kunnen een onderdeel zijn van het jaargesprek.

    Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 

    Leiding faculteit of dienst:

    • Het gratis ter beschikking stellen van voldoende doelmatige en passende PBM die voorzien zijn van een CE-markering. 
    • Het (laten) geven van voorlichting en onderricht over het gebruik van PBM. 
    • Ervoor (laten) zorg dragen dat PBM worden gebruikt. 
    • Bij het niet dragen van PBM door medewerkers het nemen van disciplinaire maatregelen. 
    • Door middel van pictogrammen aangeven waar en welke PBM gebruikt dient te worden 
    • Zorg dragen voor middelen ten behoeve van het onderhoud van PBM.

    Direct leidinggevende:

    • Toezicht houden op het daadwerkelijk dragen van PBM door medewerkers, bezoekers en derden. 
    • Het (laten) geven van voorlichting en onderricht over het gebruik en onderhoud van PBM.
    • Het aanspreken van de medewerker indien PBM niet of onjuist worden gebruikt. 
    • Het (laten) uitvoeren van keuringen en specifiek onderhoud. 
    • Zorg dragen voor voldoende PBM voor personen die onder begeleiding de ruimten bezoeken, waarvoor PBM verplicht zijn gesteld.

    Medewerker:

    • PBM dragen waar dat is voorgeschreven. 
    • Meewerken aan voor hem/haar georganiseerde voorlichting en onderricht. 
    • Het dagelijks onderhouden van de PBM en het tijdig vervangen conform de criteria voor vervanging. 
    • PBM na gebruik op de daarvoor bestemde plaats op te ruimen. 
  • Afkortingen en informatie

    Lijst met afkortingen:

    PBM: Persoonlijk Beschermings Middel 
    CE: Conformitee Europeen

    Informatie, Wet & Regelgeving en literatuur persoonlijke beschermingsmiddelen

  • Bijlage 1: Pictogrammen

  • Bijlage 2: Categorie indeling PBM

    Categorie 0: niet onder de richtlijn vallen

    • Beschermingsmiddelen die speciaal zijn ontworpen en vervaardigd voor de strijdkrachten of de ordehandhaving (helmen, schilden e.d.). 
    • Beschermingsmiddelen voor zelfverdediging tegen aanvallers (spuitbussen, individuele afschrikwapens e.d.). 
    • Beschermingsmiddelen die zijn ontworpen en vervaardigd voor particulier gebruik en ter bescherming tegen: bepaalde weersomstandigheden (hoofdbedekking, seizoenskleding, schoenen en laarzen, paraplu's, vocht, water (afwashandschoenen e.d.), hitte (handschoenen e.d.). 
    • Beschermingsmiddelen die bestemd zijn voor het beschermen of redden van personen aan boord van schepen of luchtvaartuigen en die niet permanent worden gedragen. 
    • Helmen en vizieren voor gebruikers van motorvoertuigen met twee of drie wielen.

    Categorie 1: zelfkeuring is mogelijk bij persoonlijke beschermingsmiddelen die bestemd zijn om de drager te beschermen tegen

    • Mechanische factoren die slechts oppervlakkige letsels veroorzaken (tuinhandschoenen, vingerhoeden e.d.). 
    • Vrij onschadelijke schoonmaakmiddelen waarvan de gevolgen ongedaan zijn te maken (beschermhandschoenen tegen reinigingsmiddelen in verdunde oplossing e.d.). 
    • De gevaren van het hanteren van warme voorwerpen, waarbij het niet wordt blootgesteld aan temperatuur van meer dan 50 graden C, noch aan gevaarlijke stoten of schokken (handschoenen, schorten voor beroepsdoeleinden, e.d.). 
    • Weersomstandigheden die niet uitzonderlijk of extreem van aard zijn (hoofdbedekking, seizoenskleding, schoenen, laarzen, e.d.). 
    • Kleine stoten, schokken en trillingen die geen vitale lichaamsdelen treffen en waarvan de gevolgen geen blijvend letsel kunnen veroorzaken (lichte hoofdbedekkingen ter bescherming van de hoofdhuid, handschoenen, lichte schoenen, e.d.). 
    • Zonnestralen (zonnebrillen).

    Categorie 2: EG-typeonderzoek

    Alle soorten PBM die niet expliciet worden genoemd in de richtlijn en niet vallen onder de categorieën 0, 1 of 3, vallen onder categorie 2. 

    Categorie 3: EG-garantiesysteem voor de kwaliteit van het eindproduct of EG-kwaliteitsgarantiesysteem van de productie met toezicht

    De volgende lijst betreft PBM van complex ontwerp die de gebruiker moet beschermen tegen gevaren die dodelijk zijn of de gezondheid ernstig en onherstelbaar kunnen schaden en waarvan de gebruiker, naar de ontwerper aanneemt, de acute effecten niet tijdig kan onderkennen.

    Tot deze categorie behoren uitsluitend:

    • Ademhalingsbeschermingsapparatuur met filters die beschermen tegen vaste en vloeibare aerosolen of tegen irriterende, gevaarlijke, giftige of radiotoxische gassen. 
    • Ademhalingsapparatuur met inbegrip van duikapparatuur, die de buitenlucht volledig afsluit. 
    • Beschermingsmiddelen die slechts tijdelijke bescherming kunnen bieden tegen letsels door chemische factoren of tegen ioniserende straling. 
    • Uitrusting voor werkzaamheden in hete omgevingen met effecten die vergelijkbaar zijn met die van een luchttemperatuur van 100 graden C of hoger, met of zonder infrarode straling, vlammen of grote hoeveelheden wegvliegend gesmolten materiaal. 
    • Uitrusting voor werkzaamheden in koude omgevingen met effecten die vergelijkbaar zijn met die van een luchttemperatuur van -50 graden C of lager. 
    • Beschermingsmiddelen die bescherming bieden bij vallen van bepaalde hoogtes. 
    • Beschermingsmiddelen tegen elektriciteitsrisico's bij werken bij gevaarlijke spanningen of die isoleren bij hoogspanning. 

Direct naar

Homepage Cultuur op de campus Sportcentrum VU Dashboard

Studie

Academische jaarkalender Studiegids Rooster Canvas

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas

Over de VU

Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2024 - Vrije Universiteit Amsterdam