Deze beurzen kunnen ook door promovendi in dienst van de VU worden aangevraagd. Promovendi komen daarnaast ook in aanmerking voor een toelage voor studentenmobiliteit ten behoeve van een stage/traineeship, waarmee zij vanaf 2 maanden bij een buitenlandse instelling kunnen verblijven (zie Stage of Afstudeerproject).
Contactadres beursaanvraag: erasmus@vu.nl.
Erasmusbeurzen voor medewerkers
Meer informatie
-
PhD studenten
Promovendi die in dienst zijn van de Vrije Universiteit Amsterdam komen in aanmerking voor Erasmus+ stafbeurzen. Meer informatie is te vinden onder de onderstaande rubrieken (Stafmobiliteit voor training en Stafmobiliteit voor docenten).
Alle promovendi komen in aanmerking voor een Erasmus+ stagebeurs. Onder stage wordt in dit geval een onderzoeksverblijf van 60 dagen of langer.Voor de financiering van kortere onderzoeksverblijven, kijk onder het kopje Stafmobiliteit voor training. Of mail naar Erasmus@vu.nl.
Stappenplan
Stappenplan voor Erasmus+ stagebeurs voor PhD studenten
Beursformulieren 2024-2025
Beursformulieren 2025-2026
Worden in gepubliceerd in augustus 2025. -
Stafmobiliteit voor medewerkers
Stafmobiliteit voor training
Medewerkers kunnen in aanmerking komen voor een toelage voor het volgen van een training, mits de training gericht is op het verwerven van nieuwe professionele kennis. Denk dan bijvoorbeeld aan het meelopen met collega’s aan een Europese instelling (job shadowing), een taalcursus, een ‘international staff training week’ of een zomer- of winterschool. Het bijwonen van een internationaal congres wordt niet gezien als training.
- Duur
De toelage wordt toegekend voor een trainingsperiode van minimaal 2 tot maximaal 14 dagen; echter de VU zal een beurs toekennen voor maximaal 10 dagen, exclusief reisdagen. Een bilaterale Erasmus+ overeenkomst tussen de VU en de instelling waar de training wordt gevolgd, is niet noodzakelijk. - Vereisten
Medewerkers dienen van tevoren een Mobility Agreement (het trainingsprogramma) te dienen, ondertekend door zowel de VU als de ontvangende instelling of organisatie. Daarin worden de doelstelling en de toegevoegde waarde van de mobiliteit beschreven, de uit te voeren activiteiten en de te verwachten resultaten. Daarnaast moet er een Grant Agreement ingeleverd worden. Hierin worden de afspraken met betrekking tot de training schriftelijk vastgelegd. - Na afloop
De ontvangende instelling zal na afloop van de mobiliteitsperiode het Certificate of Participation afgeven waarin de begin- en einddatum van de training worden bevestigd. Na afloop dient de medewerker de ‘EU Online participant survey’ in te vullen. De medewerker ontvangt automatisch een bericht met een verzoek het verslag in te vullen.
Stafmobiliteit voor docenten
Docenten die les willen geven aan een buitenlandse onderwijsinstelling kunnen mogelijk in aanmerking komen voor een toelage uit het fonds. Dit kan uitsluitend wanneer het onderwijs wordt gegeven aan een instelling waarmee de VU een bilaterale Erasmus+ overeenkomst heeft.
- Duur
De doceerperiode moet minimaal 2 en kan tot maximaal 60 dagen duren, met een minimum van 8 lesuren per week (of per verblijf als dit korter is dan een week). De maximale beurs die de VU kan uitkeren is voor 10 dagen, exclusief reisdagen. - Beurs aanvragen
De docent dient vooraf het Mobility Agreement (een kort teaching programma) in te dienen, ondertekend door zowel de VU als de ontvangende instelling. Daarin wordt de doelstelling en toegevoegde waarde van de mobiliteit, de inhoud van het onderwijsprogramma en de te verwachten resultaten beschreven.
Daarnaast moet er een Grant Agreement ingeleverd worden. Hierin worden de afspraken met betrekking tot de onderwijsopdracht en de wederzijdse verplichtingen schriftelijk vastgelegd. - Na afloop
De ontvangende instelling zal na afloop van de mobiliteitsperiode het Certificate of Participation afgeven waarin de begin- en einddatum van de onderwijsopdracht worden bevestigd.
Na afloop van de onderwijsopdracht dient de docent de ‘EU Online participant survey’ in te vullen. De docent ontvangt automatisch een bericht met een verzoek het verslag in te vullen.
- Duur
-
Bilaterale Erasmus+ overeenkomsten
Het International Office van de VU beheert de Erasmus+ overeenkomsten en kunnen mogelijke nieuwe overeenkomsten afsluiten indien nodig. Voor vragen over bilaterale overeenkomsten voor staf- en docentmobiliteit kunt u contact opnemen met het International Office via internationalrelations@vu.nl.
-
Toelage berekenen
Dagvergoeding
De toelage wordt berekend over het aantal dagen dat de training of de doceeropdracht duurt. De hoogte van de dagvergoeding is afhankelijk van het land van bestemming.
Land waar de instelling of organisatie is gevestigd Vergoeding per dag Oostenrijk, België , Denemarken, Finland, Frankrijk , Duitsland , IJsland, Ierland, Italië, Liechtenstein, Luxemburg, Noorwegen, Zweden € 120 Cyprus, Tsjechië , Estland , Griekenland, Letland , Malta, , Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje € 110 Bulgarije, Hongarije, Kroatië, Litouwen, Noord-Macedonië, Polen, Roemenië, Servië, Turkije € 100 Reiskostenvergoeding
Naast een dagvergoeding bestaat de toelage uit een reiskostenvergoeding afhankelijk van de afstand in KM tussen de VU (Amsterdam) en de ontvangende instelling of organisatie. Hiervoor dient de online distance calculator van de Europese Commissie gebruikt te worden.
De reisafstand is het aantal kilometers tussen Amsterdam en de plaats van de ontvangende instelling/organisatie (enkele reis). De vergoeding is het bedrag voor de mobiliteitsperiode.
Wordt er groen gereisd naar de ontvangende instelling dan dient er een ‘Statement green travel’ ingevuld te worden.Reisafstand Standaard reisbedrag Green travel bedrag Tussen 0 en 99 km: € 28 per deelnemer € 56 per deelnemer Tussen 100 en 499 km: € 211 per deelnemer € 285 per deelnemer Tussen 500 en 1999 km: € 309 per deelnemer € 417 per deelnemer Tussen 2000 en 2999 km: € 395 per deelnemer € 535 per deelnemer Uitbetaling
De betaling van de toelage wordt overgemaakt aan de faculteit of de dienst, niet aan de docent of medewerker. De faculteit of dienst moet het zelf verrekenen met de aanvrager. Een toelage Erasmus+ kan niet worden aangewend om kosten te dekken die al door andere Europese gelden (bijv. Strategische Partnerschappen) worden gefinancierd.