Onderwijs Onderzoek Actueel Organisatie en samenwerking EN
Login als
Studiekiezer Student Medewerker
Bachelor Master VU voor Professionals
HOVO Amsterdam VU-NT2 VU Amsterdam Summer School Honoursprogramma Universitaire lerarenopleiding
Promoveren aan de VU Uitgelicht onderzoek Prijzen en onderscheidingen
Onderzoeksinstituten Onze wetenschappers Research Impact Support Portal Impact maken
Nieuws Agenda Energie in transitie
Israël en Palestijnse gebieden Vrouwen aan de top Cultuur op de campus
Praktische informatie VU en innovatiedistrict Zuidas Missie en Kernwaarden
Organisatie Samenwerking Alumni Universiteitsbibliotheek Werken bij de VU
Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Werkdruk en werkstress

Laatst gewijzigd op 24 oktober 2024
De term werkdruk wordt gebruikt om aan te geven dat wat het werk van iemand vraagt structureel uit balans raakt met wat de persoon aan kan. Ervaar je langdurige werkdruk en leidt dat ook tot werkstress? Hier vind je meer informatie en hulpmiddelen.

Werkdruk is niet hetzelfde als "het druk hebben" op en met je werk. Iedereen heeft het wel eens druk en dat hoeft op zich geen probleem te zijn. De term werkdruk wordt gebruikt om aan te geven dat er een disbalans is ontstaan tussen wat het werk van je vraagt of eist (hoeveelheid, soort werk en taken, werktijden, onduidelijkheid etc.) en met wat je als persoon aan kunt (belastbaarheid, regelmogelijkheden etc.). Het is een vorm van psychosociale arbeidsbelasting (PSA). 

De aanpak van werkdruk moet gericht zijn op het herstel van de balans. Bijvoorbeeld dat na een intensieve werkperiode er voldoende eigen regelmogelijkheden zijn om minder belastend werk uit te kunnen voeren (het herstel). Je kunt het in dat opzicht vergelijken met fysieke (lichamelijke) belasting, bv. door intensief sporten. Ook daar is een ‘gezonde’ balans tussen presteren en herstel nodig om overbelasting en blessures te voorkomen.

Als de werkdruk te hoog is en te hoog blijft, kan dat leiden tot diverse gezondheidseffecten, zoals vermoeidheid, stress en zelfs verzuim. 

Bij werkdruk kunnen veel verschillende factoren een rol spelen, onder andere:

  • De hoeveelheid en aard van het werk
  • Het hebben van (on)voldoende regelmogelijkheden om het werk naar de eigen mogelijkheden in te richten
  • (On)duidelijkheid omtrent taken, doelen en verantwoordelijkheden
  • (Ongeplande) onderbrekingen en verstoringen van de ‘flow’ in het werk
  • De (mis)match tussen de eigen vaardigheden en de eisen die de functie stelt
  • Voldoening, waardering en erkenning, of juist gebrek daaraan
  • De verstandhouding met collega's en leidinggevenden, de ‘werkcultuur’ in het team
  • Eventueel ongewenst gedrag, zoals intimidatie, pesten of discriminatie
  • Persoonlijkheidskenmerken, zoals bijvoorbeeld perfectionisme
  • De privésituatie

Omdat deze factoren van geval tot geval en van persoon tot persoon kunnen verschillen, is het niet altijd mogelijk om standaardoplossingen voor het verminderen van de werkdruk toe te passen. Maatwerk zal altijd nodig zijn om de best passende oplossing te zoeken binnen de eigen context van het werk. Het is daarom van belang dat de medewerker en de leidinggevende werkdruk met elkaar bespreken, op individuele basis (bijvoorbeeld in het jaargesprek) dan wel in groepsverband.

Hieronder worden diverse tips gegeven om binnen je eigen mogelijkheden, de werkdruk te verminderen. 

Het is heel goed mogelijk dat dit lang niet alle werkdrukproblemen kan oplossen. Van elke eenheid wordt bijvoorbeeld verwacht dat er ook aandacht wordt besteed aan oorzaken en aanpak van werkdruk (op afdelingsniveau, op faculteits- of dienstniveau) die niet of minder individueel beïnvloedbaar zijn. Het is niet een kwestie van het één óf het ander: werkdruk zal op alle mogelijke niveaus moeten worden aangepakt.

Bekijk de tips hieronder

  • Algemene tips voor minder werkdruk

    Zorg voor een goede werkplek 

    Kies een werkplek die past bij het soort werk dat je wilt doen en denk daarbij uiteraard ook aan je collega’s. Op concentratiewerkplekken moet het stil zijn, overleggen doe je in een vergaderzaal, etc. Het is niet optimaal om alles wat je gedurende de dag doet, vanaf één en dezelfde plek te doen.

    Ook als je thuiswerkt is het belangrijk om je werkplek goed in te richten. De VU heeft verschillende regelingen om voor een goede thuiswerkplek te zorgen, waaronder een bureaustoel in bruikleen of een vergoeding van een ergonomisch bureau. Hier vind je een overzicht van alle voorzieningen. Daarnaast kun je voor alle technische en IT-gerelateerde problemen terecht bij onze IT-afdeling via het IT Serviceportaal.

    Hier vind je meer tips over gezond thuiswerken.

    Neem voldoende pauzes

    Gun jezelf tijd om voldoende te bewegen en ook om rustig te eten, te drinken of even een korte pauze van je scherm te nemen. Juist als je het druk hebt, want anders kom je in een vicieuze cirkel. Die rustmomenten zijn essentieel om daarna weer productief verder te kunnen werken. Plan bijvoorbeeld elke dag een halfuurtje in voor de lunch en blokkeer deze ook in je agenda. Ga tijdens de lunch weg van je computer, zodat je niet in verleiding komt om toch je mail te checken.

    De enige die rustmomenten kan organiseren ben je zelf, want de mails blijven toch wel binnenkomen. De pauze overslaan en “even doortrekken” helpt op de langere termijn niets, achterstanden gaan er echt niet mee weg. Als je het lastig vind om zelf je pauzes te plannen en je er aan te houden, dan kun je ook gebruik maken van zogenaamde pauzesoftware.

    Bij veel vergaderingen, pas je overlegstructuur aan

    Plan meetings in van 45 of 50 minuten in plaats van 1 uur. Bekijk hoe je dat automatisch in Outlook instelt.

    Vaak is dat voldoende om de inhoud door te nemen en geeft dat elke deelnemer (inclusief jezelf) de gelegenheid om tussen opvolgende overleggen een korte pauze in te lassen. Zorg dus dat je zo min mogelijk aaneengeschakeld overleggen inplant. 

    Is het een één-op-één-afspraak? Plan dan zoveel mogelijk búiten het beeldscherm om, door bijvoorbeeld te gaan wandelen of door te bellen met elkaar. 

    Verander je mailgewoontes

    Mail heeft de neiging een eigen leven te gaan leiden. Even bij een collega langslopen of bellen is vaak sneller én heeft als voordeel dat het niet tot een enorme reeks berichten over en weer leidt. Zeker als het een wat complexer of gevoeliger onderwerp is. Houd de mail waar kan bondig en beperkt in aantal. 

    Kijk weloverwegen naar de ‘cc’ en ‘reply to all’. Niet iedereen hoeft een cc van je briljante antwoord. Laat de vraag ook waar hij hoort. Maar als je toevallig weet bij wie de vraag wel thuishoort, is het natuurlijk voor de werkdruk van de vraagsteller wel erg fijn als je dat ook vertelt bij je reactie dat jij niet de aangewezen persoon bent.

    Check en beantwoord je mail zo veel mogelijk op vaste tijden (bv. aan het begin en/of eind van je werkdag). Dat geeft rust.

    Plan sociale contactmomenten in

    Als we hybride werken, kom je collega’s minder vaak tegen. Spontane en informele praatjes bij het koffieapparaat zijn minder frequent en daarmee kan belangrijke sociale cohesie verzwakken. Creëer daarom bewust ruimte voor meer informeel contact, door bijvoorbeeld maandagochtend met je team in te checken. Houd inhoudelijke overleggen en sociale overleggen gescheiden; plan deze laatste dus ook bewust in.

  • Tips voor gezond (thuis)werken

    TNO geeft de volgende tips voor gezond thuiswerken. Hieronder worden een aantal van deze tips gedeeld. Bekijk ook het volledige overzicht.

    Maak een dagplanning

    • Plan blokken om te werken, te ontspannen, te zorgen en te bewegen.
    • Deel je planning met collega’s (bijvoorbeeld via je agenda).
    • Bespreek de verdeling van werkzaamheden met collega’s, zodat verwachtingen over en weer duidelijk zijn.
    • Plan koffie- en lunchpauzes in en ga dan even van de werkplek af.

    Zorg voor afwisseling en voldoende beweging

    • Onderbreek beeldschermwerk regelmatig. Afwisseling is nòg belangrijker bij meer dan 6 uur per dag beeldschermwerk. Neem vaak korte pauzes (20 seconden is al goed, iets langer is nog beter). Sta bijvoorbeeld op om wat te drinken te pakken, even de benen te strekken of een praatje te maken. Je kunt ook een paar oefeningen doen. Maak eventueel gebruik van oefeningen in een app.
    • Vind je het lastig om regelmatig te pauzeren? Stel pauzesoftware in om je te helpen herinneren.
    • Wissel van werkhouding. Ga voor de verandering een halfuurtje op een kruk zitten of een uurtje in een luie stoel werken met de laptop.
    • Wissel moeilijke en makkelijke taken af.
    • Maak een wandeling tijdens wat langere pauzes, zoals de lunchpauze. Dat kan als het regent ook een ommetje door het gebouw zijn, of het trappenhuis op en neer.

    Plan momenten van ontspanning

    • Stop op een zeker moment met werken en zet je computer uit, zodat je los kunt komen van je werk. 
    • Beperk de tijd achter een beeldscherm in privétijd. Hoewel telefoon en sociale media nu belangrijke communicatiemiddelen zijn, is het ook goed om even helemaal ‘uit te schakelen’. Zet je telefoon uit, of zet hem op stil en leg hem weg. Doe dit sowieso een half uur voordat je naar bed gaat.
    • Maak eventueel gebruik van een app voor ontspanningsoefeningen.
  • Tips voor medewerkers

    Werkdruk door (te) veel werk

    We moedigen medewerkers aan om in gesprek te gaan met hun leidinggevende over (tijdelijke) werkdrukverlichting. Wat is er wel en niet te realiseren? Dat kan voor iedereen anders zijn. Wellicht kan een activiteit worden stopgezet, uitgesteld of worden overgenomen door een collega die het minder druk heeft. Of moeten nieuwe initiatieven pas op een later moment weer worden hervat. 

    Het kan gaan om kleine dingen, maar ook om grote zaken. Spreek samen uit wat niet hoeft. Van belang is om het zo concreet mogelijk te maken. Het kunnen ook meerdere kleine stappen zijn om een doel te bereiken. Het is een cliché, maar alle beetjes helpen. Het besef dat niet alles af hoeft, helpt vaak al om een deel van de druk te verlichten. 

    Werkdruk door (on)duidelijkheid omtrent taken, doelen en verantwoordelijkheden

    Taken waarvan je je afvraagt of die wel bij jouw functie horen, opdrachten die onduidelijk zijn, of zinloos lijken of waarvoor je niet over de juiste middelen of voldoende mandaat beschikt: deze vormen een klassieke bron van werkdruk. Het is allereerst belangrijk om eerlijk te zijn naar jezelf, en te (h)erkennen dat dit het geval is. Wees niet te trots of te eigenwijs om hulp te vragen. Zelfs de slimste mensen weten niet alles. 

    Ga dus ook hierover in gesprek met je leidinggevende, vraag wat de gewenste resultaten zijn. Net zolang tot jullie het allebei 100% snappen. Breng zo nodig gezamenlijk prioriteiten aan in de te realiseren doelen. En als je kennis of middelen mist om de opdracht tot een goed einde te brengen, geef dat dan ook aan. Anders is er slechts uitstel van gegarandeerde teleurstelling. Laat je leidinggevende desnoods deze tekst lezen. Ook (tijdige) feedback is van belang om van je leidinggevende te weten wat er goed gaat of wat er aangepast/verbeterd moet worden.

    Er is sprake van ongewenst gedrag, een klacht of probleem

    Heb je te maken met vormen van ongewenst gedrag zoals pesten, (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie? Of voel je je op een andere manier niet veilig? Dat heeft effect op het werkplezier, je functioneren en kan ook stress opleveren, dus blijf er niet mee zitten. De universiteit heeft voor ongewenst gedrag, klachten, problemen of dilemma’s op het gebied van integriteit verschillende vertrouwenspersonen binnen de VU aangesteld. Op de pagina Hulp, steun en advies vind je een overzicht van de loketten waar je terecht kan. Aarzel vooral niet om contact op te nemen met de contactpersonen. Ze zijn er om je te ondersteunen en te zorgen voor een veilig werkklimaat.

    Ik zou graag meer werkplezier hebben. Wat kan ik doen?

    Bij werkplezier zijn er in de regel meer ‘energiegevers’ dan ‘energievreters’. Het werk levert meer energie op dan dat het kost. Ga eens voor jezelf na welke werkzaamheden je energie geven en wat juist energie kost. Bespreek niet alleen de prioriteiten met je leidinggevende, maar benoem ook de energiegevers en -vreters. Wellicht zijn er onderdelen van het werk waar jij een hekel aan hebt, maar die een collega juist leuk vindt om te doen. En omgekeerd. 

    Vaak zijn activiteiten waar je zelf talent voor hebt een bron van werkplezier. Die collega heeft wellicht andere talenten en voorkeuren. Overleg dan of je taken zou kunnen uitruilen, in afstemming met je leidinggevende. Uiteraard zijn er altijd wel werkzaamheden die niet direct te veranderen zijn, zoals bepaalde (administratieve) procedures/regels die breed zijn afgesproken. Het is dan beter dit (gebrek aan invloed) te accepteren, waardoor de (nadelige) beleving ervan wat kleiner wordt. Daarbij hoort ook loslaten van emoties (zoals irritatie, boosheid, verdriet).       

    Een goede werk-privébalans vinden kan bijvoorbeeld ook door te kijken naar andere werktijden of meer regelmogelijkheden. De regelmogelijkheden in je werk hebben te maken met in hoeverre het voor jou mogelijk is om je werk zelf te sturen of te organiseren. Maak bijvoorbeeld gebruik van de mogelijkheden van hybride werken. Bespreek met je leidinggevende verschillende opties en kijk samen naar een werkbare situatie. 

    Maak daarnaast gebruik van de faciliteiten die de VU biedt qua ontspanning, cultuur, sport etc. om zo je energiebronnen aan te vullen. Daarnaast kun je via het Learning Management System of GoodHabitz verschillende gratis trainingen volgen. Hier vind je bijvoorbeeld trainingen voor het verbeteren van je ademhaling of hoe om te gaan met conflicten. 

  • Tips voor leidinggevenden

    Zorg voor een gezonde werkdrukbalans bij jezelf

    Alleen wanneer je eigen balans in orde is, kun je aandacht geven aan je team. Zelf ben je ook medewerker en is het van belang om je bewust te zijn van de verhouding tussen energiebronnen en stressoren in je eigen werk. Waar nodig kaart je dit aan en neem je maatregelen.

    Plan tijd in om voldoende aandacht te kunnen geven aan je teamleden en zorg dat werkdruk bespreekbaar is. Je vervult hierin een voorbeeldrol. Als je zelf gestrest bent door een te hoge werkdruk, doet dat ook iets met het team waaraan je leiding geeft.

    Wees je bewust van je eigen leiderschapsstijl; een coachende en faciliterende stijl blijkt het meest effectief te zijn bij het aansturen van professionals.

    Voldoe aan de drie basisbehoeften van de medewerker

    Professor Willem van Rhenen, is expert op het gebied van werktevredenheid. Hij zegt: "Kijk naar wat medewerkers drijft en zorg ervoor dat je aan hun basisbehoeften voldoet, dat zijn er drie: Mensen willen dat hun competenties worden benut, ze willen autonoom zijn en ze willen verbinding ervaren."

    • Investeren in competenties betekent op zoek gaan naar de talenten van mensen, zodat je deze tot bloei kunt laten komen.
    • Aan de behoefte aan autonomie kom je tegemoet door minder te controleren en meer te vertrouwen op de kracht en de intrinsieke motivatie van een medewerker. Door hem regelruimte te geven en te laten voelen dat hij invloed heeft op zijn eigen agenda.
    • Aan de behoefte verbinding voldoe je door samenwerking te stimuleren, (welgemeende) complimenten te geven en waardering te tonen.

    Meer informatie over dit onderwerp.

    Ga het gesprek aan

    Ook op individueel niveau is het belangrijk om het gesprek aan te gaan met medewerkers. Over de werk-privébalans, de behoeften en mogelijkheden met betrekking tot uitvoering en prioriteiten van taken. Wat is nodig, wat niet, waar krijg je energie van en wat kan efficiënter? En ook over de wensen en mogelijkheden voor ondersteuning vanuit de VU.

    Wees je ervan bewust dat (ook non-verbale) communicatie een belangrijke factor kan zijn van stress op het werk. Onbewust kan er sprake zijn van een niet passende communicatiestijl.  Door met elkaar (wat vaker) het gesprek aan te gaan over de werkdruk -zowel aan de kant van de medewerker als bij de leidinggevende- kan ervoor zorgen dat de druk minder wordt. Wederzijds begrip helpt daarbij. 

    Vraag om feedback bij je medewerker. Ook om te weten of de boodschap is overgekomen zoals deze bedoeld is. Durf je hierbij ‘kwetsbaar’ op te stellen. Voer een open dialoog en vermijd eenrichtingsverkeer in de communicatie. Je hoeft als leidinggevende niet alles te weten, of een oplossing te hebben voor ieder probleem. Het is belangrijk om eventuele problemen samen met de medewerker te bespreken en aan te pakken.

    Wees alert op organisatie aspecten in relatie tot werkdruk

    Signalen die je ontvangt over werkdruk of werkstress kunnen op verschillende niveaus liggen. Wanneer deze de individuele medewerker of het team overstijgen, kan sprake zijn van oorzaken die op een ander niveau liggen. Denk hierbij aan capaciteit (fte’s), organisatie van het werk binnen de faculteit, knelpunten in de planning met betrekking tot onderwijslast, afstemming met andere stakeholders. Bespreek deze zaken op de plek waar dit relevant is en houd je team zoveel mogelijk uit de wind.

    En heel belangrijk: Don’t shoot the messenger! Medewerkers die eventuele problemen bij je (durven) aankaarten, zijn een essentieel onderdeel van de oplossing. Zij zijn niet het probleem.

    Wees open en eerlijk tegen medewerkers

    Goede managers hebben een vertrouwensband met de leden van hun team. Maar dat vertrouwen gaat twee kanten op. Neem teamleden daarom mee in lastige beslissingen en problemen binnen een project. Door mensen betrokken en up-to-date te houden, kun je rekenen op meer begrip en een stapje extra terwijl jullie gezamenlijk werken aan een oplossing.

    Ten overvloede: Vertrouwen is iets anders dan altijd iedereen te vriend willen houden. Als leidinggevende is het jouw rol om de (eind)verantwoordelijkheid te dragen en waar nodig knopen door te hakken. Dat verwachten medewerkers ook van je.

    Geef het goede voorbeeld

    • Geef het goede voorbeeld door bv. niet ’s avonds te mailen, geen onnodig lange overleggen te plannen, overzicht te houden over planning en werkaanbod etc.
    • Sta open voor je teamleden en luister naar waar men mee zit. Neem dit serieus en zoek samen naar oplossingen binnen de mogelijkheden die er zijn.
    • Laat je regelmatig zien ‘op de werkvloer’, plan inloopmomenten en zorg dat de drempel laag blijft om zaken te bespreken.
    • Streef naar een faciliterende en coachende stijl van leidinggeven.
    • Zorg ervoor dat ook het sociale aspect aandacht krijgt zodat men zich verbonden voelt met elkaar en het werk, zoals een gezamenlijke (werk)lunch, bezoek aan congres, samenwerking, presentaties van eigen onderzoek etc.
    • Neem werkdruk als vast agendapunt op bij overlegvormen. Zo monitor je bijtijds als zaken uit de pas dreigen te lopen. 

    Meer informatie

    Matrix Werkdruk (voor leidinggevende)

    Handleiding matrix Werkdruk (voor leidinggevende)

    Het totaalplaatje van je medewerkers

    Zelfinspectie: werkdruk en ongewenst gedrag

  • Nuttige links

Direct naar

Homepage Cultuur op de campus Sportcentrum VU Dashboard

Studie

Academische jaarkalender Studiegids Rooster Canvas

Uitgelicht

Doneer aan het VUfonds VU Magazine Ad Valvas

Over de VU

Contact en route Werken bij de VU Faculteiten Diensten
Privacy Disclaimer Veiligheid Webcolofon Cookies Webarchief

Copyright © 2024 - Vrije Universiteit Amsterdam