De Lectura Institutionum van Johannes Bassianus is een werk uit de vroege receptie van het Romeinse recht. Deze periode van de Glossatoren wordt afgesloten door de Accursische Glosse uit 1260. Accursius was de laatste Glossator in de reguliere lijn van Bolognese juristen, die loopt van Irnerius via Bulgarus, Johannes Bassianus en Azo naar Accursius. Diens Glossa Magna werd het standaardcommentaar op het Corpus Iuris Civilis dat eeuwenlang gebruikt is. Maar het is een selectie uit het beschikbare materiaal dat sinds het begin van het Bolognese rechtenonderwijs was ontwikkeld. Om meer zicht te krijgen op de ontwikkeling van dat materiaal en op de discussies en meningsverschillen tussen de vroege Glossatoren is het van belang om te beschikken over goede edities van de pre-Accursische commentaren, waarvan er vele nog nooit in druk zijn verschenen. Dat laatste geldt ook voor de Lectura Institutionum van Johannes Bassianus.
Het eerste handschrift van de tekst werd in 1888 ontdekt door de Leidse hoogleraar D’Ablaing, die het werk als Lectura identificeerde en aan Johannes Bassianus toeschreef. Gaandeweg zijn er nog enkele andere handschriften opgedoken. Die vormen de basis voor de kritische teksteditie waarmee ik bezig ben. In mijn lezing wil ik onder andere iets laten zien van het editieproces en welke keuzes daarin gemaakt moeten worden; verder zal ik een kritische blik werpen op het veronderstelde auteurschap van Johannes Bassianus, en ten slotte komen een aantal interessante passages uit het werk aan de orde.
Prof. dr. mr. Tammo Wallinga is werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit Antwerpen
Voor Forum Romanum (Rechtshistorisch dispuut UvA en VU Amsterdam), zie hier.