De verkoop, ruil of het revindicatierecht zijn allemaal privaatrechtelijke concepten die van toepassing waren op tot slaaf gemaakte mensen in de Republiek en haar koloniën in de periode 1600 tot 1863. Wat was het op tot slaaf gemaakte mensen toepasselijke privaatrecht in de periode 1600-1800, en kunnen hierbij verschillen tussen de gebieden van de Republiek worden gevonden en mogelijk verklaard?
De Franse filosoof Rousseau legt uit dat het noodzakelijk is om bij slavernij de fysieke of psychologische macht van de sterkste om te zetten in een juridische relatie van afhankelijkheid; hierbij wordt recht een essentieel instrument om slavernij op de lange termijn in stand te houden. Het gerecipieerde Romeinse recht was van toepassing in de Republiek, maar op welk wijze gaf het Rooms-Hollandse recht invulling aan slavernij; welke delen van het Romeinse recht waren van toepassing, en waarom werden andere delen uitgesloten? Deze vragen over deze legal transfer van het Romeinse recht zullen worden besproken in een historisch vergelijkend onderzoek waarin het privaatrecht wordt vergeleken dat van toepassing was op tot slaaf gemaakte inwoners in de Republiek, op de WIC-gebieden Curaçao, Aruba en Bonaire, maar ook op degenen die binnen het grondgebied van de Sociëteit van Suriname woonden, en het VOC-gebied in De Kaap.
Bastiaan D. van der Velden, The legal framework of slavery in the Dutch Republic and its colonies, Amsterdam: AUP 2025.
Bastiaan van der Velden is docent Rechtsgeschiedenis aan de Open Universiteit.
Voor Forum Romanum (Rechtshistorisch dispuut UvA en VU Amsterdam), zie hier.