In de zeventiende eeuw werd Amsterdam gekenschetst door een explosieve economische en demografische groei. Deze ontwikkelingen gingen gepaard met ingrijpende institutionele, sociaaleconomische en juridische veranderingen. Gebaseerd op mijn recent verschenen boek Court, Credit, and Capital bespreek ik in deze lezing de rol die innovaties in het insolventierecht speelden in de bloei van vroegmodern Amsterdam. Centraal staat de introductie en het functioneren van een subalterne rechtbank voor insolventiezaken, de Desolate Boedelskamer (1643). De Amsterdamse regenten ontwikkelden een innovatief reguleringskader dat faillissementen milder en efficiënter afhandelde dan gebruikelijk was in deze periode. In plaats van elke insolvent als een moreel falende crimineel te beschouwen, erkende men in toenemende mate dat de oorzaak van insolventie vaak buiten de persoonlijke schuld lag. Door de transparante en onafhankelijke procedure van de Desolate Boedelskamer kon het vertrouwen van crediteuren, en daarmee het krediet van talloze Amsterdamse insolventen, worden hersteld.
Dr. Maurits den Hollander is als universitair docent rechtsgeschiedenis verbonden aan het Department of Public Law and Governance, Tilburg Law School, Tilburg University
M. den Hollander, Court, Credit, and Capital: Amsterdam’s Insolvency Legislation in the Dutch Golden Age (Cambridge University Press, 2025).
Voor Forum Romanum (Rechtshistorisch dispuut UvA en VU Amsterdam), zie hier.