Tekst: Arwin Quaak
“Wat is hier het probleem?” Op het scherm verschijnt een foto van de boerenprotesten in 2019, naar aanleiding van de stikstofcrisis. De kern van het probleem: zowel wetenschappers als boeren trekken zich terug in hun eigen bubbel en kunnen weinig wederzijds begrip voor elkaar opbrengen. Volgens Frank Kupper, hoofd van het Netwerk Wetenschap in Dialoog, illustreert dit waarom het tijd is voor een andere wetenschap. Een wetenschap die openstaat voor diverse vormen van kennis en andere perspectieven. Dialoog kan daar volgens hem een belangrijke rol in spelen.
In de zaal, die behalve de stoelen aan de zijkanten helemaal leeg is gemaakt, zitten zo’n 25 onderzoekers die zich hebben aangemeld voor de eerste van twee trainingen: The Art of Dialogue. Netwerk Wetenschap in Dialoog nam het initiatief voor deze trainingen, in samenwerking met afdeling IXA-GO, wat een dienst voor maatschappelijke valorisatie en onderzoeksondersteuning is, en onderzoeksinstituut APH (Amsterdam Public Health). Tijdens de twee trainingen zal duidelijk worden dat een goede dialoog alles te maken heeft met de houding die deelnemers zélf aannemen in een gesprek, maar ook dat een gedegen voorbereiding onmisbaar is.
Training 1: The Art of Dialogue
Tijdens het theoretische deel legt Frank uit dat een dialoog draait om ‘transactionele communicatie’. In onderlinge gesprekken worden geen kant en klare pakketjes informatie van ‘zender’ naar ‘ontvanger’ gestuurd, maar dialoog is als het ware vloeibaar. Gesprekspartners begrijpen elkaar doordat er een continue wederzijdse stroom aan communicatie is. Eigenlijk is iedereen tijdens een dialoog dus zender en ontvanger tegelijk.
Verschillende praktische oefeningen zetten de deelnemers aan om zelf te ervaren en te voelen. Zo vormen de deelnemers duo’s, waarvan de een gebaren maakt die de ander nadoet. Frank doet het voor: “Let op, degene die leidt heeft de verantwoordelijkheid dat de ander tijd heeft om te volgen.” Het resultaat is een zaal vol zwaaiende armen, schoppende benen en lachende gezichten. Vervolgens herhalen de deelnemers de oefening, maar deze keer zonder bewegingen. In gesprek met elkaar moeten ze ervoor zorgen dat de ander de bewegingen in het gesprek kan volgen. Plotseling staan we in een zaal vol wetenschappers die enthousiast en eenvoudig uit de doeken doen waar ze onderzoek naar doen, variërend van bacteriële afweer tot de thuiszorg.
Aan het einde verwoordt een van de onderzoekers welk effect de training heeft gehad: “Ik ben me ervan bewust geworden hoeveel invloed mijn eigen houding heeft op een gesprek.” Medeorganisator Caroline van afdeling IXA-GO waardeert de nadruk op het daadwerkelijk ervaren van verschillende gespreksdynamieken: “Het was écht een goede training.” Tegelijkertijd vraagt ze zich af of deelnemers wel voldoende concrete handvatten hebben gekregen. Dat komt echter wel goed in de volgende training, verzekert Frank haar.
Training 2: Designing Dialogue Arenas
Ongeveer de helft van de deelnemers heeft tijd gevonden om ook aan te sluiten bij de tweede training: Designing Dialogue Arenas. Het is twee weken later en de zaal ziet er nu heel anders uit. Er staan groepjes tafels met stoelen eromheen verspreid door de zaal, met op de tafels post-its, stiften en grote vellen papier. Aan de zijkanten zijn er zelfs tafels op hun kant gezet, die dienstdoen als panelen voor een galerij, met daarop teksten en afbeeldingen. Creativiteit is belangrijk vandaag, zoveel is wel duidelijk.
Het duurt dan ook niet lang of de deelnemers zijn al tekenend hun eigen onderzoekscontext in kaart aan het brengen. Een van de onderzoekers legt aan de hand van een tekening vol reageerbuizen, mensjes, pijlen en eurotekens uit hoe complex het is om onderzoek te doen naar computer-based bestrijding van antibioticaresistentie. In het vakgebied wordt er heel verschillend tegen deze nieuwe aanpak aangekeken. Zo zijn medisch biologen over het algemeen sceptisch, terwijl patiënten en onderzoekers juist enthousiast zijn.
Zo’n context vraagt om een zorgvuldige aanpak. Frank benadrukt dat dialoog niet ontstaat door zomaar wat mensen met verschillende perspectieven bij elkaar te zetten: “Je hebt structuur nodig om tot betekenisvolle gesprekken te komen.” Daarom is het belangrijk dat onderzoekers bij het ontwerpen van hun dialoogsessies goed in kaart brengen welke groepen en personen betrokken zijn bij hun onderzoek – en welke belangen en perspectieven zij meebrengen. Al wandelend langs de galerij van tafels doen de deelnemers inspiratie op voor werkvormen die daarbij kunnen helpen.
Na twee trainingen hebben de deelnemers veel geleerd over wat een ‘dialogische houding’ is en hoe structuur dialoog ten goede komt. Bovendien staan ze er niet alleen voor, drukt Sem, coördinator van Netwerk Wetenschap in Dialoog, hen op het hart. “Laat het ons gerust weten als je hulp kunt gebruiken, want we helpen jullie graag.” Met deze bagage én een steuntje in de rug staat niets de deelnemers nog in de weg om dialoog in de praktijk te brengen.
Photo by Kelly Sikkema on Unsplash