Al voor hij naar de VU kwam had Tobas, naast een aantal verhalen, veel voor film- en toneel geschreven. Toen hij erachter kwam dat hij op academisch niveau kon gaan doen wat hij het liefste deed schreef hij zich in.
Grote namen
“Tijdens het vak Creatief Schrijven bestudeerden we teksten van grote namen uit de wereldliteratuur, zoals Flaubert, Tolstoi en Joyce. Dat ging meer over de theorie achter het schrijven. Maar we kregen ook de opdracht om een stuk van 1500 woorden te schrijven en dat mochten we helemaal zelf invullen.”
Tobas vond het heel bijzonder om van een echte schrijver les te krijgen: “Het is toch anders als een echte schrijver jouw verhaal leest en jou uitleg geeft over wat in je verhaal werkt en wat misschien niet.”
Contacturen
“We hebben veel werkcolleges en ook een aantal hoorcolleges. Je hebt daardoor veel contacturen. Zo word je gedwongen om aan het werk te gaan, je moet er gewoon zijn. Dat maakt het een stuk makkelijker dan wanneer je alles zelf in je kamer een beetje moet proberen uit te vogelen.”
Momenteel volgt hij een vak over middeleeuwse literatuur. “Er wordt gelukkig niet van ons verwacht dat we dat perfect kunnen lezen. Het is wel een leuke uitdaging. Op een gegeven moment herken je woorden en kun je ze koppelen aan Nederlandse woorden. Zo niet, dan is er altijd een manier om uit te zoeken wat het betekent of we bespreken het met elkaar. We gaan ook nog onderzoek doen naar middeleeuwse gedichten en we mogen aan de gang met twee creatieve opdrachten. Dat vind ik een hele leuke combinatie."
Verbreding
Hij verheugt zich op het vak wereldliteratuur: “Omdat we dan ook buiten de westerse literatuur gaan. Er is wereldwijd zoveel geschreven en het lijkt me leuk om daarmee in aanraking te komen. Wat die landen in de literatuur inbrengen. Die verbreding kan heel interessant zijn. Je leert heel veel van literatuur en dat is heel waardevol, ook als je geen schrijver wilt worden.”
Terug naar de opleidingspagina.