Studenten klaarstomen voor een toekomst met AI
Kunstmatige intelligentie (AI), een gevoelig onderwerp. En terwijl veel docenten er een uitgesproken mening over hebben, vond Schrepel dat het gesprek vaak miste wat echt telt: harde data. “Ik wilde weten of en hoe ChatGPT invloed heeft op de vaardigheden van studenten en op onze rol als docenten,” legt hij uit. “Hoe zorgen we ervoor dat studenten goed voorbereid zijn op een toekomst waarin AI gewoon bij het werk hoort?”
Volgens Schrepel betekent dat dat je studenten een voorsprong geeft op de arbeidsmarkt: “Professionals die goed met AI overweg kunnen, hebben op dit moment echt een voordeel. Dat zal op termijn wel afvlakken als iedereen die vaardigheden onder de knie krijgt. Maar nu bevinden we ons in een fascinerende periode waarin AI-vaardigheden het verschil kunnen maken.” Om te ontdekken hoe AI het leerproces beïnvloedt, zette Schrepel een experiment op.
Hoe studenten het experiment aanpakten
Hij verdeelde zijn studenten in drie groepen en gaf ze dezelfde opdracht: verbeter een deel van de Europese AI-wet. Groep 1 mocht ChatGPT niet gebruiken, groep 2 kreeg AI-gegenereerde suggesties in de tekst verwerkt, en groep 3 mocht ChatGPT direct gebruiken om de AI-wet aan te passen.
De resultaten waren verrassend. “Ik dacht dat groep 3 het beste zou presteren en dat groep 1 het lastig zou hebben. Maar het was groep 2 die opviel. Groep 3 deed het uiteindelijk het best, maar groep 1 scoorde beter dan groep 2 – in elk geval tijdens het tentamen,” zegt Schrepel.
Tijdens de colleges werd het nog interessanter. Studenten in groep 2 waren vooral bezig met het bespreken van de vraag of de suggesties van ChatGPT goed genoeg waren om over te nemen. Vaak keerden ze gewoon terug naar de oorspronkelijke tekst zonder echte verbeteringen door te voeren. “Sommigen pasten zelfs andere delen van de tekst aan om het meer te laten lijken op de suggesties van ChatGPT – zonder echt te checken of dat wel beter was. Toen ik ze daarop wees, zagen ze zelf hoe vreemd dat eigenlijk was. Ik hoop dat ze daar iets van geleerd hebben,” zegt Schrepel.
“De vraag is nu: moet ik mijn lestijd gebruiken om studenten te leren wat ze níet met AI moeten doen, wat ze er veilig mee kunnen doen, of wat ze er nu mee kunnen bereiken dat eerst onmogelijk was?”
Hot topic onder docenten
Het gebruik van AI veranderde niet alleen de prestaties van studenten, maar ook hoe de lessen verliepen. “AI geeft studenten een hoop materiaal om mee te werken. Ze kunnen dat analyseren, bekritiseren en er samen over discussiëren.” De onvoorspelbaarheid van AI voegt daar nog een extra laag aan toe. “Grote taalmodellen zijn niet voorspelbaar – je weet nooit precies wat eruit komt. Dat maakt mijn colleges interessanter. Studenten zien hoe ik omga met onverwachte resultaten en hoe ik nieuwe informatie verwerk. Daar leren ze veel van.”
Ook zijn lesmethode bleef niet onopgemerkt bij collega’s. “Ze waren nieuwsgierig naar hoe het werkte. Niet verrassend natuurlijk, AI in het onderwijs is een hot topic,” zegt Schrepel. Sommige docenten zijn nog wat voorzichtig met AI, anderen zoeken juist uit hoe ze het kunnen inzetten. “Het scheelt gewoon veel tijd bij taken die niet zoveel bijdragen aan het leerproces. Daardoor blijft er meer tijd over voor interessante discussies met studenten.”
AI als hulpmiddel, niet als vervanging
Schrepel vergelijkt ChatGPT met het hebben van 60 onderzoeksassistenten, elk met hun eigen specialisme. “Het helpt me met veel taken, maar zeker niet met alles. Waar ik mijn eigen expertise nodig vind, vertrouw ik AI niet zomaar. Bijvoorbeeld bij het bedenken van de kernargumenten voor mijn papers – dat doe ik zelf. En als ik het me niet kan veroorloven dat er ook maar één stukje informatie ontbreekt, gebruik ik geen AI. Maar ik laat het wel voetnoten opmaken, spelfouten opsporen en feedback geven op mijn werk.”
Wat de toekomst brengt, is lastig te voorspellen, zegt Schrepel: “AI ontwikkelt zich zo snel dat het onderwijs daar op onverwachte manieren door kan veranderen. Juist daarom is het belangrijk dat universiteiten flexibel blijven en deze ontwikkelingen goed in de gaten houden.”