Studieadviseurs zijn het eerste aanspreekpunt voor studenten en spelen een groeiende rol in begeleiding en doorverwijzing. Jasper de Roos, voormalig klinisch ontwikkelingspsycholoog, werkt sinds vier jaar als studieadviseur aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij startte in coronatijd, toen de kwetsbaarheid van vooral internationale studenten scherp zichtbaar werd.
Studentenwelzijn: nieuw woord, geen nieuw thema
Die kwetsbaarheid die tijdens corona zichtbaar werd, betekende volgens De Roos echt een keerpunt. “Voor die tijd hoorde je nog weleens: ‘De universiteit is geen GGZ-instelling.’ Maar inmiddels is wel duidelijk dat we een belangrijke rol spelen en dat de universiteit haar verantwoordelijkheid heeft genomen in het ondersteunen van studenten die te maken krijgen met mentale uitdagingen. Dit heeft de functie van studieadviseur flink beïnvloed.”
In de praktijk betekent dit dat studieadviseurs een breder takenpakket hebben dan voorheen. “We zijn het eerste aanspreekpunt voor studenten die vragen hebben over van alles: van stress en sociale problemen tot keuzes voor minors of studeren in het buitenland.” Daarbij ligt de nadruk op laagdrempeligheid. “We willen dat studenten ons weten te vinden.”
Benaderen van langstudeerders
“We moeten er eerder bij zijn”, benadrukt De Roos, “Als studieadviseurs wachten we niet tot studenten aan de bel trekken. We benaderen bijvoorbeeld langstudeerders die vastlopen en vragen wat er speelt.” Door die vroege signalering en korte lijnen met onderwijscoördinatoren en examencommissies kunnen studieadviseurs sneller en gerichter doorverwijzen.
De directe verbinding met de faculteit maakt het verschil. “Wij kennen het curriculum, de overgangsregelingen en hebben een heel goed overzicht op de faciliteiten. Dat helpt enorm.”
Als docent kun je niet alles zien
De Roos brengt een bijzonder perspectief doordat hij zelf heeft gedoceerd. “Als docent voelde ik hoe lastig het is om studenten te signaleren die vastlopen”, herkent hij. “Als docent heb je maar kort contact in de werkgroep.”
Vaak te laat komen, stil gedrag of het missen van deadlines vallen niet altijd zo op, maar kunnen wel signalen zijn. “En als je geen mentor bent, pik je het niet altijd op. Als studieadviseur weet ik inmiddels dat juist die details het verschil kunnen maken.” Want: “Goede begeleiding bij vroege signalen kan voorkomen dat studenten verder vastlopen en helpt hen sneller weer op koers te komen.”