Steeds meer zelfvertrouwen
Tijdens het eerste semester heb ik vakinhoudelijke vakken gevolgd, daarna begon ik met de (vak)didactische en pedagogische vakken. Nu loop ik stage op een middelbare school. De eerste weken was ik nog veel met mezelf bezig: wie ben ik als docent, hoe sta ik, hoe kom ik over? Inmiddels gaat het lesgeven al een stuk natuurlijker. Ik probeer ook iedere keer weer iets nieuws en kijk dan hoe de leerlingen reageren. Mijn zelfvertrouwen groeit met de dag.
Combinatie van theorie en praktijk
Iedere maandag volg ik een aantal colleges achter elkaar. Het eerste uur zit ik met negen studenten van verschillende richtingen bij elkaar en dan delen we onze ervaringen. Het is heel fijn om te merken dat we allemaal tegen dezelfde dingen aanlopen. Vervolgens gaat het bij een ander college bijvoorbeeld over differentiëren en hoe je omgaat met niveauverschillen in een klas. En een dag later zie ik dan hoe mijn werkplekbegeleiders dat doen in de praktijk.
Contact met medestudenten en docenten
Binnen de opleiding werk je veel in kleine groepen. Je krijgt dus ook vaak de beurt, maar daar leer je van. Ik vind het fijn dat het zo informeel en persoonlijk is. Ook het contact met de docenten is heel prettig, ze willen je echt leren kennen en reageren snel als je een mailtje stuurt. Mijn mentor heeft me ook geholpen in aanloop naar de start bij een tweede stageschool. Daar begin ik binnenkort, zodat ik kan kijken of ik het op een ander soort school ook naar mijn zin kan hebben en met een andere vorm van onderwijs kan kennismaken. Dit is een vrijblijvende manier om dat te testen.
Ieder lesuur even switchen
Ik geef les in de onder- en bovenbouw. Die mix vind ik fijn, dat houdt me denk ik op de langere termijn ook scherp. In de brugklas ben ik veel meer bezig met klassenmanagement en het pedagogische aspect van lesgeven. Die kinderen hebben zo’n andere belevingswereld dan 17-jarigen. Dat is voor mij steeds even switchen, maar het helpt dat ik de leerlingen nu beter ken. En ze weten wat ze aan mij hebben. Er ontstaat een band, ze vertellen me steeds meer. Dat voelt bijzonder.
Een goede invloed hebben
Je kunt heel veel lol hebben met pubers. Het is heel interessant om te ontdekken wat hen motiveert en hoe ze aangezet kunnen worden. Ik vind het leuk om over ze te leren, ze te leren kennen en te weten wat hen bezighoudt. Ze zitten in zo’n formatieve fase. Stiekem zijn ze heel kwetsbaar, ook al komen ze niet altijd zo over. Ik vind het daarom extra belangrijk om een goede invloed op mijn leerlingen te hebben.
Voldoende vlieguren maken
Er zijn een paar dingen waar ik tijdens de opleiding nog in wil groeien. Zo weet ik van mezelf dat ik nog iets te voorzichtig ben. Ik mag wel wat directer zijn. Bij nieuwe klassen vind ik dat nog moeilijk. Maar ik ben er mee bezig en leer steeds beter grenzen aangeven, terwijl ik toch ook dichtbij mezelf blijf. Vlieguren maken voor de klas, dat is de truc.
Eerst een paar jaar voor de klas
Na mijn master hoop ik dat ik bij mijn stageschool kan blijven werken. Dan kan ik gelijk al mijn kennis inzetten en eerst een aantal jaar lesgeven. Maar ik hou ook van onderzoek doen, dus wellicht dat ik op een gegeven moment wel zou willen promoveren. Dat houd ik nog even open.