Mike koos voor Engels omdat dat door het gamen zo’n beetje zijn tweede taal was geworden en voor educatie omdat hij aan moeders kant uit een nest van docenten komt. In groep 8 had hij bovendien een leraar had die hem het gevoel gaf dat doceren een leuk beroep was. Wat hij over het hoofd zag, was dat hij presenteren maar eng vond en voor de klas staan eigenlijk één grote presentatie is. Maar die angst heeft hij nu mooi overwonnen.
Ben je student en mantelzorger?
‘Mantelzorgen is een te groot woord maar het mes snijdt wel aan twee kanten’, vindt Mike. Na zijn exchange in het buitenland wilde hij niet meer thuis wonen, maar vind als student maar eens woonruimte in Amsterdam. Opa en oma woonden in een inmiddels te groot huis en konden in tijden van Corona wel wat hulp gebruiken. De lockdowns gaven hem de gelegenheid oma te helpen met de boodschappen en opa met het omspitten van de tuin. Naar de VU kon hij toch niet. ‘Ik ben hier pas voor de derde keer’, lacht Mike, in de hal van het NU-gebouw.
Mike kwam van de HVA en vond zichzelf met 21 jaar te jong om al aan het werk te gaan. Omdat hij het Honours-traject had gevolgd (een excellentieprogramma waarin je ook op exchange gaat) hoefde Mike de pre-master niet te doen en kon hij aan de VU direct starten met de tweejarige master. De onderwijservaring die Mike tijdens zijn bachelor had opgedaan, zorgde voor de nodige vrijstellingen.
Waarom leraar?
‘Een kantoorbaan is niks voor mij, ik ben niet zo van het grote geld verdienen en de hele dag achter een bureau zitten. Mensen zijn elke dag anders. Als docent weet je als je opstaat, niet hoe je dag zal verlopen. Bovendien is taalonderwijs iets stromends. Neem wiskunde of aardrijkskunde, dat zijn voor mij vaststaande onderwerpen. Taal zit ónder de inhoud. Er is geen inhoud zonder taal, waardoor je dus bij taalles over van alles en nog wat kunt praten. Als het de taal leren maar dient. Dat zei een leraar van mij ooit en ik heb het altijd onthouden.’
Is het wat je ervan verwachtte?
‘Ja en nee. Ik vind het heel leuk, ik wil inderdaad het onderwijs in. Met collega’s en begeleiders samenwerken is echt een meerwaarde voor mij. Je staat er nooit alleen voor, je kunt werkelijk alles met elkaar bespreken.’
‘Maar, het is ook moeilijker dan ik dacht. Die leraar die mij zo inspireerde, leek het allemaal op zijn gemakje te doen. Je gaat voor de klas staan en je geeft les, net als hij. Maar in het begin is het echt eng! Je moet veel oefenen. De docenten en begeleiders helpen je daar met hun kennis en ervaring doorheen.
Welke kwaliteiten moet je hebben als student Educatieve master?
‘Je moet flexibel zijn óf worden. En kunnen reflecteren - zelf zien wat je nog niet beheerst maar ook waar je al wel goed in bent. Als je niet eerlijk bent tegen jezelf, zijn je leerlingen dat wel. Dat kun je dus maar beter voor zijn want ze hebben vaak gelijk.’
En bij twijfel?
‘De een kijkt op tegen orde houden, de ander tegen iets goed uitleggen. Voor mij was presenteren het knelpunt. Dat je niet de enige bent, scheelt al. De opleiding geeft je de gelegenheid om uit te zoeken of het docentschap in het voortgezet onderwijs iets voor jou is. Daar krijg je eigenwaarde van. En voldoening.’
Mike’s tip
‘Als je er voor gaat, doe dat dan voor de volle honderd procent. Bij elke opleiding heb je tegenslagen en hoe hopeloos het soms ook lijkt, als je doet wat je moet doen, lukt het. En als je hulp nodig hebt, vráág er om!
Meer informatie over de tweejarige master Educatie in de Taal- en Cultuurwetenschappen.
