Fragment uit: ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar
‘Girard dankt de meeste bekendheid aan zijn stelling dat nabootsing (‘mimesis’) een grondtrek is van de cultuur. Volgens Girard is de mens onderworpen aan een duistere drang: een mateloze begeerte om te zijn zoals anderen. De mens vindt zijn idool in de ander, die hij wil nabootsen. Naarmate het idool groter wordt, groeit de begeerte ook zo te willen zijn. De rivaliteit die dan ontstaat eindigt, na een periode van aantrekken en afstoten, in chaos en conflict. Zowel de oude als de moderne cultuur worden door deze gewelddadigheid getekend, aldus Girard. Het christendom breekt hiermee. Waar in de aloude Romeinse mythe Romulus zijn tweelingbroer Remus doodt voordat hij de stad Rome sticht, daar stuurt God Kaïn weg na de moord op Abel en laat zijn nakomelingen de tien geboden na. Anders dan in heidense culturen en godsdiensten, is het offer niet heilig maar wordt de geofferde (Abel) ten voorbeeld gesteld. Jezus, die steniging van een overspelige vrouw voorkwam, sprak een groep van anonieme daders aan als enkelingen met een geweten, die zichzelf moesten verantwoorden. Jezus belichaamt voor Girard het tegenwicht tegen een cultuur die steeds weer tot geweld geneigd is.
Voor de Vrije Universiteit anno 1985 was Girard een ideale kandidaat-eredoctor: uitdagend en vernieuwend genoeg om de intellectuelen aan de De Boelelaan te boeien, maar tegelijk zo schatplichtig aan de joods-christelijke beschaving dat hij naadloos aansloot bij de open en oecumenische instelling die de VU sinds de jaren zeventig was. De universiteit wilde maar wat graag weten dat Girard in haar midden zou verkeren. Een maand voor zijn komst naar de Dies organiseerde het Bezinningscentrum van de Vrije Universiteit vier lezingen over het werk van Girard, te geven door kenner ds. R. Kaptein uit Hengelo.’
Lees de volledige tekst over het eredoctoraat voor René Girard in ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar.