Fragment uit: ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar
‘Vooral na de verschijning van het rapport van de Club van Rome in 1972, begon de journalistiek de (exacte) wetenschap kritischer te volgen. Karel Knip zette toen zijn eerste schreden op het journalistieke pad. Hij had aanvankelijk iets van Willie Wortel uit de strip Donald Duck: bezeten van wetenschap probeerde hij tevergeefs van alles uit te vinden – en sjeesde aanvankelijk ook nog als student. Knip begon in 1963 met een studie chemische technologie in Delft, een studie die hij in 1967 afbrak om microbiologie te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. In de tussentijd deed Knip van alles wat in elk geval zijdeling riekte naar wetenschap en in elk geval zijn nieuwsgierigheid wekte: hij dook maandenlang tevergeefs naar een Duitse duikboot bij Kijkduin, probeerde een telescoop te bouwen – eveneens zonder resultaat. En hij volgde de landing op de maan niet zoals veel landgenoten via de geruststellende uitleg van Chriet Titulaer en Henk Terlingen op de televisie, maar vanuit het Surinaamse Coeroeni via een zendontvanger.
Intussen zette de geëngageerde Knip zijn eerste stappen in de journalistiek. Hij schreef voor Propria Cures en was actief in dat deel van de studentenbeweging dat zich in de jaren zestig tegen de oorlog in Vietnam keerde. Als student schreef hij al over wetenschap in NRC Handelsblad, dat hem in 1988 in dienst nam. Hier ontwikkelde hij zich eerst recht als de wetenschapsjournalist die hij in aanleg al was. Hij publiceerde op zaterdag op in de bijlage ‘Wetenschap en Onderwijs’ vele stukken, die hij bundelde in De vooruitgang (1986) en Alledaagse wetenschap (1999).
Promotor Timmerman was duidelijk waarom ‘drs. Knip’, zoals hij consequent schreef, een eredoctoraat verdiende: ‘drs. Knip laat door zijn bijdragen aan NRC Handelsblad zien dat hij niet alleen de vaardige journalist met een goede pen is, maar ook dat hij resultaten van wetenschappelijk onderzoek op een begrijpelijke, maar vooral ook verantwoorde manier kan presenteren’. Knip zou zo een ‘uitmuntende vertegenwoordiger’ zijn ‘van een discipline die voor het begrip bij de samenleving voor de wetenschap en daardoor voor de wetenschap zelf van een niet te onderschatten belang is’.’
Lees de volledige tekst over het eredoctoraat voor Karel Knip in ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar