Fragment uit: ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar
Hoogleraar dogmatiek prof. dr. J. Veenhof somde in een brief aan het College van Decanen vier redenen op waarom Bonino het eredoctoraat zou verdienen. Hij functioneerde als protestant in een overwegend rooms-katholieke wereld, hij was een pleitbezorger van de dialoog met zowel de roomse kerk als met de snel groeiende evangelicalen in de Zuid-Amerika.
Veenhof besteedde apart aandacht aan Bonino’s ‘behandeling van het marxisme’, wel beseffend dat dit in de achterban van de Vrije Universiteit een heet hangijzer zou zijn. ‘Een direkte koppeling van christelijk geloof en marxisme’ legde Bonino niet. Zijn waardering zou verbonden zijn met kritiek. Het eredoctoraat aan Bonino kon, zo beklemtoonde Veenhof, geen vrijblijvende zaak zijn. ‘Het zou richting kunnen geven aan ons zoeken naar een relevante theologie’, temeer omdat Bonino toegankelijke boeken schreef, die geschikt waren voor een breder publiek. Ten slotte dacht Veenhof aan de positie van Bonino zelf. Het eredoctoraat zou hem, en protestantse minderheid in Argentinië, ‘een steun in de rug’ bieden. […]
Waren linkse theologen, [erepromotor prof. dr. H.M.] Kuitert ten spijt, tevreden met het eredoctoraat, dat kan niet gezegd worden van behoudende gereformeerden. Een van hen, J. M. Mantel, citeerde uit het enige vertaalde boek van Bonino (Theologie van verdrukten) om aan te tonen dat de Vrije Universiteit nooit tot de toekenning had moeten overgaan. Rector magnificus prof. Verheul haastte zich namens het College van Decanen te zeggen dat het eredoctoraat geen instemming betekende ‘met alle denkbeelden die de betrokkene heeft gepubliceerd’. Christenen in Nederland hoefden niet zo te handelen als die in Zuid-Amerika maar ze zouden niet ‘gemene zaak’ moeten maken ‘met wat politiek niet deugt’. Voor het overige verwees hij naar het artikel van Kuitert in het Gereformeerd Weekblad. Daarmee was de zaak af. Bonino promoveerde geruisloos tot eredoctor en zou Nederland, in de daaropvolgende jaren bevangen door de (vredes)ziekte ‘Hollanditis’, nog regelmatig de les voorhouden dat vrede nooit los verkrijgbaar was van gerechtigheid.
Lees de volledige tekst over het eredoctoraat voor José Miquez Bonino in ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar.