Fragment uit: ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar.
‘Na zijn afstuderen verdween Rullmann in de pastorie. Hoe nauwgezet en vroom hij zijn kerkelijke taken ook vervulde, zijn hart lag bij de geschiedschrijving van zijn eigen groep. Ieder vrij uur ging op aan de bestudering van de voormannen, van wie in de eerste plaats Abraham Kuyper moet worden genoemd. Naast een driedelige Kuyper-bibliografie publiceerde hij een reeks apologetische werken over onder meer het goed recht van Afscheiding en Doleantie in de Nederlandse Hervormde Kerk in de negentiende eeuw en over zijn leermeester F.L. Rutgers. Anno 2007 maakt zijn werk een gedateerde indruk, vooral door de hagiografische toon waarvan vooral zijn levensschetsen van Kuyper en Colijn zijn doortrokken.
Maar ook anno 1930 bestonden al bezwaren tegen Rullmanns werk. De historicus Arnout van Schelven zag er zelfs reden in zich tegen de voordracht van Rullmann als eredoctor te keren. Erepromotor H.H. Kuyper verdedigde Rullmann echter door te wijzen op het vele bronnenonderzoek dat ten grondslag lag aan vooral zijn negentiende-eeuwse kerkgeschiedenis. Daar had Van Schelven niet van terug. Hij genoot nu eenmaal minder aanzien dan zijn tegenvoeter, die dat jaar niet slechts was verkozen tot rector magnificus maar zich bovendien bekleed wist met het onzichtbare gezag van de erfgenaam van de stichter van de Vrije Universiteit. […]
De historicus en bibliograaf Rullmann heeft het einde van de verzuiling, dat rond 1960 zijn beslag krijgt, nauwelijks overleefd. De tweede editie van de Christelijke encyclopedie, toch een werk dat de traditie in ere hield, nam hem niet eens op. Dat deed wel het veel modernere Biografisch Lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme. Zo werd de veelschrijver en verdienstelijk bibliograaf, die in 1930 nog zoveel erkenning had gekregen voor zijn onblusbare ijver, toch nog recht gedaan.’
Lees de volledige tekst over het eredoctoraat voor Johan Coenraad Rullmann in ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar