Fragment uit: ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar.
Hoogendoorn, geboren in Bodegraven, bezocht het christelijk gymnasium in Utrecht en studeerde tussen 1933 en 1940 geneeskunde in Utrecht. Na zijn artsexamen ging hij in 1941 als huisarts werken in Wijhe. Hij bleef er tot 1972. Vanuit dit rustige dorp ontplooide Hoogendoorn een reeks van activiteiten. Allereerst promoveerde hij in 1948 op een proefschrift over difterie. Het werd beoordeeld met het predikaat cum laude.
Maar het echte belang van Hoogendoorn voor de medische wetenschap school niet in het onderwerp, maar in de statistische methoden die hij op zijn onderwerp los liet. Tien jaar na zijn proefschrift, in 1958, begon Hoogendoorn aan verloskundig onderzoek voor het Nederlands Huisartsen Genootschap. Hij vroeg vier ziekenhuizen naar de registratie van hun medische gegevens, iets dat voordien nog nauwelijks was vertoond, en bracht ze onder in een nieuw systeem. Hoogendoorns inzet leidde tot de oprichting van de Stichting Medische Registratie (SMR). Hij was aan die Stichting als adviseur verbonden en werkte inmiddels tevens bij het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hij werd de drijvende kracht achter de medische registratie en toonde zich in zijn werkzaamheden volgens zijn promotor Arts ‘dienstbaar, integer, zeer intelligent, hardwerkend, doorzettend en voor U zelf streng en sober.’
Hoogendoorn toonde zich dankbaar voor de toekenning die hij beschouwde als ‘een zeer groot goed en een bekroning op een stuk levenswerk’. Ziekte bemoeilijkte het uitspreken van zijn dankwoord. Nog geen twee maanden na de plechtigheid stierf Dirk Hoogendoorn.
Lees de volledige tekst over het eredoctoraat voor Dirk Hoogendoorn in ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar.