Fragment uit: ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar
‘De Amsterdammer Frielink ging na de HBS werken bij accountantskantoor Preyer & De Haan in Amsterdam. Hij behaalde kort na de Tweede Wereldoorlog zijn accountantsdiploma van het Nederlands Instituut van Accountants (NIVA), waar hij korte tijd later ook les ging geven.
Dat Frielink een talent was, bleek al een jaar voor zijn afstuderen. In 1947 publiceerde hij het artikel De theoretische grondslagen der administratieve inrichtingsleer. Dat zou, zo schreef de economische faculteit van de VU in een toelichting op haar voordracht, ‘voor de decennia die volgden het fundamentele vertrekpunt zijn voor zowel de theoretische als de practische uitbouw van de administratieve inrichtings- en controleleer.’
Bij de voordracht zat een lijst van boeken en artikelen die Frielink in de loop der jaren bijeen had geschreven – al moet van die ‘boeken’ geen overdreven voorstelling worden gemaakt. Daar bevonden zich titels tussen die soms zeventig, soms ook twintig en soms zelfs maar vijf pagina’s telden. Niettemin: Frielink stond binnen de accountancy op eenzame hoogte, vooral omdat hij zich al vroeg boog over de oprukkende informatica. Was het onderwijs in de accountancy in 1947 nog een zaak van het NIVA, tien jaar later kwam de discipline onder de vleugels van de universiteit. Frielink werd in 1957 benoemd tot lector aan de Universiteit van Amsterdam en in 1965 tot buitengewoon hoogleraar in ‘de methodologie van de automatische informatieverwerking.’
[…] Frielink werd er stil van. In de brief, waarmee hij de toekenning vijf dagen later aanvaardde, schreef hij: ‘Het overviel mij en voor het ogenblik volsta ik daarom met de mededeling dat ik het mij toegedachte eredoctoraat volgaarne zal aanvaarden.’ De plechtigheid op 20 oktober 1980 beviel de accountant zeer, schreef Frielink na afloop. Hij besloot zijn dankwoord met de wens dat ‘de Vrije’ een ‘verdere bloei’ zou doormaken.’
Lees de volledige tekst over het eredoctoraat voor A.B. Frielink in ‘Het is ons een eer en een genoegen: eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930’ van Wim Berkelaar