Wat is je achtergrond en hoe ben je gekomen waar je nu bent?
‘Voor mij begon het allemaal in Paramaribo, waar ik uit een warm nest kom. De wijze lessen van mijn ouders hebben ervoor gezorgd dat ik ambitieus ben en altijd heb willen (door)leren.’
‘Na de mavo heb ik verschillende banen gehad. Allereerst als financieel administratief medewerker en daarna in een leidinggevende functie bij een schoonmaakbedrijf. Hoewel ik het vooral op die laatste plek erg naar m’n zin had voelde ik dat ik uitgeleerd was en een volgende stap wilde maken.’
‘Ik was toen 24 jaar en net bevallen van mijn kind. Hoe kon ik blijven leren en mijn carrièrepad volgen, maar ook een richting op gaan die het beste was voor mijn kind? Ik besloot om door te leren: Facility Management aan de Hogeschool van Amsterdam. Dat bleek een hele goede keuze te zijn, maar na mijn studie stond ik opnieuw voor de keuze welk werk ik zou kiezen’.
‘Ik ben toen van de arbeidsbemiddeling naar de evenementensector gegaan en uiteindelijk bij de UvA in het onderwijs terechtgekomen. Daarna werd ik aangenomen bij de VU. Eerst als teamleider studentenadministratie en daarna als afdelingshoofd van diezelfde afdeling’.
Kan je wat vertellen over jouw functie als afdelingshoofd studie- en studentadministratie?
‘Onze afdeling is de stille motor van de VU en zorgt ervoor dat alles voor studenten geregeld is. Van het versturen van collegekaarten tot het innen van collegegeld bij de het team Studentenadministratie en beantwoorden van vragen van studenten bij de teams Studentenbalie en Student Wellbeing Point. De kunst van mijn team is dat we studenten het gevoel willen geven – wat voor probleem het is ook is – dat ze bij ons terecht kunnen.’
‘Afdelingshoofd zijn brengt uitdagingen met zich mee. Ik moet soms dingen organiseren die weinig draagvlak hebben. En toen ik hier pas als hoofd werd aangesteld moest ik bouwen aan een team dat net uit een reorganisatie kwam. Dat was niet makkelijk en er zat veel oud zeer. Ik heb toen gewerkt aan de opbouw van het team en het onderlinge vertrouwen. Inmiddels geef ik leiding aan een heel leuk team van 40 mensen en doe ik nog altijd met veel plezier mijn werk.’
‘Ik zoek niet graag de spotlight op. Als alles goed loopt, dan ben ik tevreden. Ik coach mijn team graag en probeer feedback niet uit de weg te gaan. Door mensen de ruimte te geven en samen aan hetzelfde doel werken probeer ik de kwaliteit van mijn team hoog te houden zonder mensen op te jagen.’
Wat zou jij jonge, ambitieuze vrouwen willen meegeven?
‘Wees lief voor jezelf. Er ligt op dit moment zo’n druk op jonge vrouwen om te presteren en de top te moeten halen. Tegen hen zeg ik: er is geen top. Ga zo ver als dat bij jou past. Uiteindelijk gaat het erom of je gelukkig bent in wat je doet. Dus adem rustig en doe wat je kan. En hou altijd ruimte voor iets leuks!’
‘En hoewel het als vrouw of vrouw van kleur in deze maatschappij per definitie moeilijker is, kijk ik niet op die manier naar de wereld. Ik denk in mogelijkheden. Krijg je een nee? Dan is dat niet de plek waar je wilt zijn. Waar jij wilt zijn is waar je wordt geaccepteerd en aangenomen wordt om wie je bent.’
‘Wat je vervolgens wel kunt doen is kansen creëren voor juist die mensen waarvan jij weet dat ze het moeilijker hebben. Denk bewust na over hoe je je team divers kan inrichten, passend bij de behoefte van je team. ’
Wat zou jij je 18jarige zelf zeggen?
‘Je hebt het goed gedaan, ik ben trots op je. Je hebt veel gegeven, neem wat meer de tijd om te genieten.’